Contextuele intergenerationele theorie Flashcards

(12 cards)

1
Q

Uitgangspunten en therapie volgens Iván Böszörményi-Nagy

A

Uitgangspunten:
- Dat er een gevoel van rechtvaardigheid moet zijn in de relaties, en onevenwichtigheden hierin kunnen leiden tot conflicten
- Loyaliteiten zijn vaak onzichtbaar
- Gezinsleden willen een rechtvaardige balans tussen geven en nemen in hun relaties binnen het gezin

Therapie
- Het zichtbaar maken van loyaliteiten werkt voor gezinnen herstellend: meeste kans op herstel wanneer dialoog, wederzijdse zorg, en erkenning opnieuw plaats kunnen krijgen
- Werken aan de balans tussen geven en nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent context volgens Nagy?

A

“de dynamische en ethische onderlinge verbondenheid – verleden, heden en toekomst – die bestaat tussen mensen voor wie het bestaan van de ander op zichzelf al betekenis heeft”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het intergenerationele aspect

A
  • Loyaliteit die gezinsleden meedragen van de ene generatie naar de andere.
  • Patronen, waarden en normen, trauma’s blijven van de ene generatie naar de volgende een betekenisvolle rol spelen in hoe gezinsleden hun relaties en de problemen binnen de familie ervaren.
    => tijdsaspect, met name de invloed van de geschiedenis van eerdere generaties op de huidige gezinsdynamiek, herhalende gezinspatronen en terugkerende thema’s binnen het gezin.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het contextuele aspect

A
  • Gezinsleden voelen zich in verschillende mate verantwoordelijk voor elkaar.
  • Zowel positieve als negatieve aspecten
  • Ook de context van de familiegeschiedenis en de relationele geschiedenis van ouders en kinderen
  • De sociale, culturele en historische factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is relationele ethiek?

A
  • Rechtvaardige balans tussen verdiensten en verplichtingen => evenwichtige verdeling tussen geven en nemen in menselijke verhoudingen
  • Dat de ander aangewezen is op mij en dat ik ben aangewezen op die ander = fundament van familierelaties
  • Het gaat daarbij niet om ‘recht te doen’: iemand kan de ander ‘onrecht aandoen’, of je kan ‘recht doen aan de ander’.
  • ‘recht’ als een relationeel-ethisch begrip (dus niét een juridisch recht)
  • ERVAREN onrecht en NIET de realiteit
    bv. “ik ervaar onrecht, ook al weet ik dat er niemand in de fout is gegaan”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van de therapeut en hoe kan hij dit hanteren?

A
  • een veilige omgeving creëren waarin gezinsleden hun verhalen kunnen delen
  • samen met cliënten op zoek naar bronnen van vertrouwen
  • niet zelf oplossingen aanreiken
  • neutrale facilitator die helpt bij het verkennen van de onderlinge relaties en de impact van intergenerationele dynamieken

De therapeut doet dit door het hanteren van meerzijdige partijdigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Multi-directionele (meerzijdige) partijdigheid

A

Multidirectioneel: de zorg gericht op alle leden van de familie + ook overleden familieleden = afwisselend naar alle gezinsleden toe: ieder krijgt ruimte om op een eigen manier bezorgdheden, ervaringen, visies,… in te brengen

Partijdigheid : het individuele verhaal van het gezinslid mag alle aandacht krijgen + dat de anderen even niets mogen inbrengen = dus zónder iemand uit te sluiten // maar: wil niet zeggen dat je met die partner akkoord gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de vier dimensies in de relationele werkelijkheid binnen families

A
  1. De dimensie van de feiten
  2. De dimensie van de psychologie
  3. De dimensie van de transacties
  4. De dimensie van de relationele ethiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. De dimensie van de feiten
A

= de feitelijke en objectieve omstandigheden waarin de gezinsleden zich bevinden: genetische factoren, geslacht, etniciteit, lichamelijke gezondheid, onderwijs, financiële situatie en werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. De dimensie van de psychologie
A

= het intrapsychische van de individuen. Dit omvat hun basisbehoeften, egokracht, afweermechanismen en leerprocessen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. De dimensie van de transacties
A

= focust op communicatie- en interactiepatronen:, de rollen die mensen binnen het gezin aannemen, de machtsstructuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. De dimensie van de relationele ethiek
A

= rechtvaardigheid, loyaliteit en verantwoordelijkheid binnen de interacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly