Criminaliteit Flashcards

(36 cards)

1
Q

Rechtsregels

A

regels die zich in de wet bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Criminaliteit

A

het geheel van gedragingen die door de wet strafbaar zijn gesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opiumwet

A

In deze wet wordt sinds 1976 onderscheid gemaakt in harddrugs en softdrugs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Huis van bewaring

A

op deze plek word je maximaal 1 jaar opgesloten (dit noem je ook wel hechtenis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Morele verontwaardiging

A

criminaliteit tast je rechtsgevoel aan waardoor je dingen kan doen die tegen de wet zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Normvervaging

A

verdwijning van het besef dat regels nageleefd moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eigenrichting

A

dat mensen voor eigen rechter spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beeldvorming

A

media die mensen beinvloed op hun beeld over criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aangiftebereidheid

A

valt onder politiekstatistieken, de ene overtreding of misdrijf is makkelijker te melden van de andere (seksueel geweld/vandalisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Slachtofferenquetes

A

jaarlijkse check om te kijken hoeveel mensen met criminaliteit in aanraking zijn geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Daderenquetes

A

bevraging of mensen ooit iets strafbaars hebben gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Klassenjustitie

A

mensen uit hogere sociale klassen worden bevoorrecht boven mensen uit lagere sociale klassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In hoger beroep gaan

A

dit kan een verdachte doen als hij/zij de straf te hoog vind, de zaak word dan opnieuw bekeken maar dan door een hogere rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inverzekeringstelling

A

een verlengde vasthouding van een verdachte vanuit de officier van justitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rechter-commisaris

A

een rechter met speciale taken (zware opsporingsmiddelen zoals iets of iemand afluisteren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Proces-verbaal

A

een officieel schriftelijk verslag

17
Q

Rechtsbescherming

A

de politie kan niet zomaar iets uit eigen wil doen

18
Q

Officier van Justitie

A

een speciale ambtenaar die names de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf tegen hem kan eisen

19
Q

Seponeren

A

afzien van verdere rechtsvervolging

20
Q

Schikken/Transactie

A

een geld boete

21
Q

Openbare aanklager

A

wanneer de officier van justitie beslist om de persoon te vervolgen, hij stuurt dan een strafdossier naar de rechtbank en dat er een rechtzaak komt

22
Q

Pleidooi

A

de advocaat die de verdachte verdedigt

23
Q

Vonnis

A

de uiteindelijke uitspraak (door de rechter)

24
Q

Dagvaarding

A

de oproep om voor de rechter te komen

25
Gerechtshof
Hier ga je in hoger beroep
26
De hoge raad
het hoogste rechtsorgaan in ons land
27
Jurisprudentie
het geheel aan rechterlijke uitspraken
28
Meervoudige kamer
wanneer een straf door meerdere rechters word bekeken
29
Meineed
wanneer getuigen liegen, hiervoor kan je een maximumstraf van 6 jaar cel krijgen
30
Requisitior
officier van justitie die een uitspraak doet waarbij hij alle feiten op een rij zet, zijn mening geeft en op grond daarvan een bepaalde straf eist
31
Recht van initiatief
Het recht om een wetvoorstel te doen (alleen 2de kamer)
32
Recht van amandement
dat wil zeggen de mogelijkheid wijzigingen (verbeteringen) aan te brengen in een voorliggend wetsvoorstel. Ieder Kamerlid heeft het recht amendementen in te dienen. (alleen 2de kamer)
33
Recht van enquete
het recht van een parlement of een ander vertegenwoordigend orgaan (zoals in Nederland de Staten-Generaal en de gemeenteraden) om in een bepaalde zaak een onderzoek in te stellen. Zo'n onderzoek heet een parlementaire enquête. (1ste en 2de kamer)
34
Budgetrecht
het recht om geld uit te geven (1ste en 2de kamer)
35
Recht om een motie in te dienen
schriftelijk, officieel je mening bekend maken die dan wordt besproken in de Eerste- of Tweede Kamer (1ste en 2de kamer)
36
Recht van interpellatie
een uitnodiging tot debat aan een minister/vragenuurtje (1ste en 2de kamer)