Criminaliteit Flashcards

1
Q

Rechtsregels

A

regels die zich in de wet bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Criminaliteit

A

het geheel van gedragingen die door de wet strafbaar zijn gesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opiumwet

A

In deze wet wordt sinds 1976 onderscheid gemaakt in harddrugs en softdrugs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Huis van bewaring

A

op deze plek word je maximaal 1 jaar opgesloten (dit noem je ook wel hechtenis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Morele verontwaardiging

A

criminaliteit tast je rechtsgevoel aan waardoor je dingen kan doen die tegen de wet zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Normvervaging

A

verdwijning van het besef dat regels nageleefd moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eigenrichting

A

dat mensen voor eigen rechter spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beeldvorming

A

media die mensen beinvloed op hun beeld over criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aangiftebereidheid

A

valt onder politiekstatistieken, de ene overtreding of misdrijf is makkelijker te melden van de andere (seksueel geweld/vandalisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Slachtofferenquetes

A

jaarlijkse check om te kijken hoeveel mensen met criminaliteit in aanraking zijn geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Daderenquetes

A

bevraging of mensen ooit iets strafbaars hebben gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Klassenjustitie

A

mensen uit hogere sociale klassen worden bevoorrecht boven mensen uit lagere sociale klassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In hoger beroep gaan

A

dit kan een verdachte doen als hij/zij de straf te hoog vind, de zaak word dan opnieuw bekeken maar dan door een hogere rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inverzekeringstelling

A

een verlengde vasthouding van een verdachte vanuit de officier van justitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rechter-commisaris

A

een rechter met speciale taken (zware opsporingsmiddelen zoals iets of iemand afluisteren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Proces-verbaal

A

een officieel schriftelijk verslag

17
Q

Rechtsbescherming

A

de politie kan niet zomaar iets uit eigen wil doen

18
Q

Officier van Justitie

A

een speciale ambtenaar die names de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf tegen hem kan eisen

19
Q

Seponeren

A

afzien van verdere rechtsvervolging

20
Q

Schikken/Transactie

A

een geld boete

21
Q

Openbare aanklager

A

wanneer de officier van justitie beslist om de persoon te vervolgen, hij stuurt dan een strafdossier naar de rechtbank en dat er een rechtzaak komt

22
Q

Pleidooi

A

de advocaat die de verdachte verdedigt

23
Q

Vonnis

A

de uiteindelijke uitspraak (door de rechter)

24
Q

Dagvaarding

A

de oproep om voor de rechter te komen

25
Q

Gerechtshof

A

Hier ga je in hoger beroep

26
Q

De hoge raad

A

het hoogste rechtsorgaan in ons land

27
Q

Jurisprudentie

A

het geheel aan rechterlijke uitspraken

28
Q

Meervoudige kamer

A

wanneer een straf door meerdere rechters word bekeken

29
Q

Meineed

A

wanneer getuigen liegen, hiervoor kan je een maximumstraf van 6 jaar cel krijgen

30
Q

Requisitior

A

officier van justitie die een uitspraak doet waarbij hij alle feiten op een rij zet, zijn mening geeft en op grond daarvan een bepaalde straf eist

31
Q

Recht van initiatief

A

Het recht om een wetvoorstel te doen (alleen 2de kamer)

32
Q

Recht van amandement

A

dat wil zeggen de mogelijkheid wijzigingen (verbeteringen) aan te brengen in een voorliggend wetsvoorstel. Ieder Kamerlid heeft het recht amendementen in te dienen. (alleen 2de kamer)

33
Q

Recht van enquete

A

het recht van een parlement of een ander vertegenwoordigend orgaan (zoals in Nederland de Staten-Generaal en de gemeenteraden) om in een bepaalde zaak een onderzoek in te stellen. Zo’n onderzoek heet een parlementaire enquête. (1ste en 2de kamer)

34
Q

Budgetrecht

A

het recht om geld uit te geven (1ste en 2de kamer)

35
Q

Recht om een motie in te dienen

A

schriftelijk, officieel je mening bekend maken die dan wordt besproken in de Eerste- of Tweede Kamer (1ste en 2de kamer)

36
Q

Recht van interpellatie

A

een uitnodiging tot debat aan een minister/vragenuurtje (1ste en 2de kamer)