Cultura Flashcards

(45 cards)

1
Q

Van de hand van, geschreven door

A

De la mano de

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gewapend

A

Armado/a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De stofzuiger

A

La aspiradora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De duiker

A

El / la buzo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het schoeisel, de schoenen

A

El calzado

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Honden

A

Canino/a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De proever, de keurder

A

El / la catador/a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De ploeg, de troep

A

La cuadrilla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Merkwaardig, nieuwsgierig

A

Curioso/a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschadigd

A

Dañado

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Weggooien

A

Desechar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De afdeling, de divisie

A

La división

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De woning

A

El domicillio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ecologisch, wat betreft milieu

A

Ecológicamente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De bezem

A

La escoba

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het uitwerpsel

A

El excremento

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Het golf

A

El golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De inspecteur, inspectrice

A

El / la inspector/a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Ongebruikelijk

20
Q

De schoonmaker, schoonmaakster

A

El /la limpiador/a

21
Q

De productielijn, de lopende band

A

La línea de montaje

22
Q

De lotion

23
Q

Het proefmonster

24
Q

Besneeuwd

25
De sneeuw
La nieve
26
De stofblik, de schep
La pala
27
De aardappel
La papa
28
Vastgeplakt
Pegado/a
29
Het portal, het internetportaal
El portaal (WEB)
30
De werkwijze
El procedimiento
31
Het chemische product
El producto químico
32
De diepte
La profundidad
33
Raar, bijzonder
Raro/a
34
Opnieuw in elkaar zetten
Rearmar
35
Verzamelen; oogsten
Recolectar
36
Herstellen; opknappen
Recomponer
37
Repareren
Reparar
38
Doorverkopen
Revender
39
Nakijken, controleren
Revisar
40
De scooter
El scooter
41
Inspecteren; toezicht houden op
Supervisar
42
Een soort
Una especie de
43
Gebruikelijk
Usual
44
De gebruiker, gebruikster
El / la usuario/a
45
De stoom
El vapor