Cytogenetica Flashcards
(38 cards)
wat vertelt een elektroforese blot over een eiwit:
- de positie van de band
- de intensiteit
- het aantal verschillende banden
- de grootte van het eiwit
- de hoeveelheid van dat eiwit
- hoeveel verschillende vormen van het eiwit er zijn, of verschillende eiwitten die met hetzelfde antilichaam reageren
startcodon
AUG (methionine)
stopcodons
UAA, UAG en UGA
regel van Kozak
de meest efficiënte translatiestart is met een purine (A of G) op het 3e nucleotide vóór het startcodon, dan 2 C’s en een G gelijk na het startcodon (de purine en de G zijn het belangrijkst:
PuCCAUGG
open leesraam
een startplaats gevolgd door een serie codons zonder stopcodon, lang genoeg zodat het bijvoorbeeld een eiwit kan vormen
TATA
transcriptie start
AATAAA
poly-adenylerings signaal
waar ligt het promotorgebied van een gen op een stuk DNA?
stroomopwaarts van de transcriptie-start (TATA)
van waar tot waar loopt het primaire transcript?
van TATA tot AATAAA
welke basenparen vormen samen het rijpe mRNA?
alle basenparen in de exonen tussen start en stopcodon
cDNA
een dubbelstrengig DNA dat in basevolgorde overeenkomt met een rijp mRNA, wordt gemaakt dmv reverse transcriptase enzym
verschil genomisch DNA en cDNA
genomisch heeft een promoter en intronen, cDNA bestaat uit alleen exonen (want hetzelfde als mRNA)
moleculaire hybridisatie
de vorming van een dubbele helix uit twee enkelstrengige nucleïnezuren met een homologe nucleotidevolgorde
DNA probes
stuk enkelstrengig DNA dat kan hybridiseren met een specifiek ander stuk DNA of RNA; deze is vaak fluorescerend gemarkeerd, zo kunnen bepaalde genen zichtbaar worden gemaakt
benodigdheden voor polymerase-reactie bij PCR
buffers en zouten; DNA-substraat; een primer; polymerase-enzym; deoxyATP, -TTP, -CTP en GTP (de 4 bouwstenen in de trifosfaatvorm)
nonsense mutatie
een coderend codon is veranderd in een stopcodon
missense mutatie
een codon is veranderd naar een codon dat codeert voor een ander aminozuur
synonieme mutatie
een codon is veranderd maar codeert nog steeds voor hetzelfde aminozuur
splice mutatie
een splice-donor of -acceptor wordt veranderd waardoor het RNA verkeerd wordt gespliced
belangrijkste componenten chromosomen
DNA en histonen; dit zijn ook de componenten die aangekleurd kunnen worden om een chromosoom zichtbaar te maken
rol van de centriolen in interfase
twee centriolen vormen samen het punt waar de mtoc zicht bevindt: het logistieke centrum van de cel, hieruit starten alle microtubuli die helpen met stoffen transporteren door de cel heen
kinetochoor
eiwit structuur die de verbinding tussen het centromeer en de tubulinedraden van de mitotische spoel vormt
centriool
buisvormige structuur in het cytoplasma
centrosoom
2 loodrecht op elkaar staande centriolen