Cytologie Flashcards

(35 cards)

1
Q

De epitheelbekleding van de cervix bestaat uit: (4)

A

ectocervix, endocervix, cylinderepitheel en niet-verhoornend plaveiselepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem voorbeelden van contaminatie (4)

A

Spermatozoen, talkpoeder kristallen, cornflakes en hematoidine kristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De squamocolumnar junction:

A

De overgangszone van het meerlagige ectocervicale plaveiselepitheel naar het eenlagige endocervicale cylinderepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij meiden voor de 1e menstruatie en bij vrouwen in de postmenopauze ligt het scj …

A

In het endocervicale kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij vrouwen in de geslachtsrijpe leeftijdtijd ligt de scj…

A

op het voorvlak van de ectocervix/portio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ectropion?

A

Uitstulping van het endocervicale cylinderepitheel over het voorvlak van de portio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is erosie?

A

Wanneer het bovenste plaveiselepitheellaag is beschadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is squameuze metaplasie?

A

Vervanging van de endocervicale cylinderepitheel door het onrijpe plaveiselepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstaat een cyst (ovula nabothi)?

A

Doordat er endocervicale klierbuizen vormen waardoor gevormde slijm niet weg kan waardoor je cysten krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PAP l =

A

Geen afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PAP ll =

A

Atypie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

PAP lll A =

A

Geringe dysplasie of matige dysplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

PAP lll B =

A

Ernstige dysplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe krijg je endometrium?

A

Doordat cylindercellen desquameren, dus ze laten los van het endometriumslijmvlies uit de baarmoederholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer komt endometrium voor?

A

Op dag 1 t/m 14 van de cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer kun je een atrofisch celbeeld krijgen?

A

Wanneer je langdurig de pil slikt of bij de postmenopauze

17
Q

Tijdens de zwangerschap zie je vooral:

A

Intermediare cellen met glycogeen stapeling en naviculaire cellen

18
Q

Na de bevalling heb je…

A

Neiging tot atrofie en onrijpe plaveiselcellen doordat er geen oestrogeen is

19
Q

Wat is parakeratose?

A

Wanneer het epitheel is bedekt met hoornschilfers door abnormale uitrijping

20
Q

Wanneer heb je een grote kans op actinomyces?

A

Wanneer je een IUD hebt

21
Q

Wanneer heb je een grote kans op monilia?

A

Wanneer je zwanger bent of aan de pil bent

22
Q

Wat zijn de klinische klachten van monilia?

A

Witte fluor en jeuk

23
Q

Wat zijn de klachten bij Trichomonas?

A

Groene fluor en vaginaal bloedverlies

24
Q

Wat zijn de klachten bij HSV (herpes simplex virus)? (4)

A

Fluor, pijn, jeuk en bloedverlies

25
Welke type HPV veroorzaken een voorstadia van baarmoederhalskanker?
type 16 en 18
26
Wat is dysplasie?
Verstoorde differentiatie
27
Wat is repair?
Weefselherstel waardoor plaveisel en/of cylinderepitheel verloren gaat
28
Waar ligt dysplasie van het verhoornende type?
Distaal van de SCJ
29
Waar ligt dysplasie van het niet-verhoornende type
In de overgangszone en distaal van de SCJ
30
Waar ligt dysplasie van het metaplastische type?
In de overgansgzone en proximaal van de SCJ
31
Wanneer benoem je een PAP lllA2/ASC-H?
Wanneer je atypische cellen hebt waarbij een HSIL afwijking niet kan worden uitgesloten
32
Wat is een NILM?
Geen afwijking
33
Wat is een ASCUS?
Atypie
34
Wat is een LSIL?
Geringe dysplasie
35
Wat is een HSIL?
Matige/Ernstige dysplasie en ASC-H