Dans Flashcards

(99 cards)

1
Q

improvisatie

A

de spontane, ongeplande beweging in een danscontext

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

compositie

A

het rangschikken van delen om een compleet en samenhangend geheel te produceren
creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

collapse

A

ineenvallen

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

swing

A

slingeren

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sway

A

zwaaien

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

suspensie

A

hangen

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

flexie

A

buigen

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

extensie

A

strekken

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

isolaties

A

het afzonderlijk bewegen van een lichaamsdeel

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

release

A

loslaten

creatieve dans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

walk

A

wandelpas, overdracht van de ene voet op de andere. 1 voet blijft steeds op de grond
locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

run

A

looppas, overdracht van de ene voet op de andere. er is een moment dat beide voeten van de grond zijn
locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

leap

A

grote verlengde looppas

locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

jump

A

sprong waarbij de afstoot en de landing op 2 voeten is

locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hop

A

sprong waarbij de afstoot en de landing op dezelfde voet plaatsvindt
locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

skip

A

stap-hop (op de oneven beat)

locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

galop

A

looppas met een oneven beat

locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

slide

A

een walk met een oneven beat. het accent ligt naar de grond toe. de leidende voet is gleidend
locomotie-passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

face

A

aangezicht nr voor

ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

jardin

A

aangezicht naar link tov het publiek

ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

court

A

aangezicht naar rechts tov het publiek

ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

back

A

rug naar het publiek

ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

arabesque

A

houding op 1 been. Het werkbeen wordt gestrekt naar achter (zo hoog mogelijk) gebracht. de rug wordt zo recht mogelijk gehouden.
basistechniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

attitude

A

houding op 1 been. de rug blijft zo recht mogelijk gehouden en het werkbeen wordt bij de knie ingebogen. attitudes kunnen ook voor het lichaam uitgevoerd worden
basistechniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
body placement
lichaamshouding, het aannemen van een lichaamshouding | basistechniek
26
battement
een naar boven slaande beenbeweging uit de heup of knie. uitstrekken of intrekken van het werkbeen. groot of klein basistechniek
27
battement tendu
het werkbeen glijdt uit, de voet wordt langzaam gestrekt. enkel de voetpunt raakt de grond nog basistechniek
28
battement tendu jeté
het werkbeen glijdt uit, de voet wordt langzaam gestrekt. en de voet komt los van de grond basistechniek
29
grand battement
het werkbeen komt tot 90° of hoger | basistechniek
30
contract
samentekken, spannen | basistechniek
31
collaps
invallen van het lichaam, met holle rug. het hoofd als laatste basistechniek
32
développé
afwikkeling, ontvouwen. het werkbeen maakt een zich ontvouwende beweging in de lucht basistechniek
33
extension
uitstrekken, reiken | basistechniek
34
fall
vallen, laten vallen | basistechniek
35
flatback
rechte rug met buiging in het heupgewricht voor of zijwaarts | basistechniek
36
flex heel
voeten buigen | basistechniek
37
flexion
buiging | basistechniek
38
focus
brandpunt | basistechniek
39
grand jeté
grote sprong, waarbij je afstoot op het ene been en land op het andere. Beide benen zijn in de lucht gestrekt. basistechniek
40
grand écart
spagaat. De beide benen dienen volledig de grond te raken. | bt
41
grand écart en face
split, zijwaartse grand écart. | bt
42
isolatie
scheiden, afzonderen. Met isolaties worden in dans bewegingen van slechts één lichaamsdeel of één lichaamssegment bedoeld. bt
43
kick
been werpen, schoppen, uitslaan | bt
44
lift
strekking, heffint | bt
45
pattern
bewegingspatroon, bewegingsvorm | bt
46
plié
buigen van de benen | bt
47
demi plié
benen buigen tot maximale spanning van de achillespezen bereikt is, zonder de hielen van de voet te lichten. bt
48
grand plié
benen maximaal naar de vloer buigen. Hielen komen nu los van de grond, uitgezonderd in de uitgedraaide tweede positie. bt
49
reach out
uitstrekken | bt
50
relax
ontspannen | bt
51
release
ontspannen en terugkomen naar de uitgangshouding. Dit is een actieve beweging. bt
52
relevé
halve pointe, bal van de voeten belasten | bt
53
retiré
ingetrokken. Als de teen van het werkbeen van een gesloten positie wordt opgeheven naar een punt even onder de knie. bt
54
rond de jambe
zwaai van het been. Cirkelvormige beweging van het been. | bt
55
sissonne
sprong met duidelijk zweefmoment. De afstoot begint op twee voeten, de landing gebeurt op de voorste voet. bt
56
standbeen
het been dat op de grond staat | bt
57
werkbeen
het been dat de beweging uitvoert, ook speelbeen genoemd | bt
58
stretch
strekken, rekken | bt
59
swing
lichte zwaai met minimale vertraging van de eindfase; schommelbeweging van armen, benen of romp. bt
60
tendu
uitstrekken van het been en de voet | bt
61
turn
draaien | bt
62
turn out
uitdraaien | bt
63
turn in
indraaien | bt
64
twist
schroeven, om de as draaien | bt
65
eerste positie | open positie en dehors
De hielen zijn tegen elkaar. De tenen zijn naar buiten gedraaid.
66
tweede positie | open positie en dehors
De benen zijn gespreid en de tenen zijn naar buiten gedraaid. De hielen zijn dus ver uit elkaar en de voeten bevinden zich op dezelfde horizontale lijn.
67
derde positie | open positie en dehors
De hiel van de voorste voet wordt tegen (het midden van) de andere voet geplaatst.
68
vierde positie | open positie en dehors
: Idem vijfde positie maar de voeten staan niet tegen elkaar, maar voorwaarts gespreid. De afstand tussen de voeten moet ongeveer de lengte van een voet zijn.
69
vijfde positie | open positie en dehors
De beide voeten raken elkaar. De tenen van de ene voet raken de hiel van de andere voet.
70
eerste positie | gesloten posities parallel
: De benen en de voeten zijn niet helemaal gesloten. Er is een ruimte tussen van ca. 5 cm. De tenen wijzen recht naar voor.
71
tweede positie | gesloten posities parallel
De benen staan ver uit elkaar, op dezelfde horizontale lijn. De tenen wijzen naar voor.
72
vierde positie | gesloten posities parallel
De benen staan op heupbreedte uit elkaar, één voet voor de andere, tenen naar voor.
73
zesde of gesloten positie | gesloten posities parallel
de voeten staan volledig naast elkaar
74
eerste positie | grondpositie uitgedraaid of parallel
In zit (heuphoek 90°). De benen zijn voor het lichaam uitgestrekt naast elkaar.
75
tweede positie | grondpositie uitgedraaid of parallel
In zit. De benen zijn gespreid. De rug is recht.
76
derde positie | grondpositie uitgedraaid of parallel
In zit. De teenpunt raakt de knie van het andere been. De zijkant van beide benen ligt volledig op de grond. Beide benen zijn gebogen.
77
vierde positie | grondpositie uitgedraaid of parallel
Ook Indische zit genaamd. Idem derde positie, maar de benen zijn verder gespreid ( de teenpunt raakt de knie niet meer).
78
eerste positie of jazz arms | armposities
De armen zijn, licht uitgestrekt op naar voor, een beetje onder schouderhoogte.
79
tweede positie of long jazz arms | armposities
De armen zijn, licht uitgestrekt zijwaarts, iets onder schouderhoogte. Voor een correcte armpositie moeten de armen nog volledig zichtbaar zijn uit de ooghoeken.
80
derde positie | armposities
Een arm is zijwaarts, de andere bevindt zich verticaal boven het hoofd.
81
vierde positie | armposities
Een arm bevindt zich voor het lichaam, iets onder schouderhoogte, de andere arm is verticaal boven het hoofd.
82
``` vijfde positie (up) armposities ```
Deze houding wordt ook wel couronne (kroon) genoemd. De handen (en armen) zijn verticaal boven het hoofd, de handen mogen elkaar niet raken.
83
crossed arms | armposities
Eén arm is horizontaal gestrekt voor je, de andere arm is zijwaarts.
84
jazzhands | armposities
gespreide vingers
85
ball change
wissel van standbeen op de bal van de voet. Dit wordt vaak gebruikt als de “verkeerde voet” vooraan staat. basispassen
86
box step of jazz square
in een vierkant stappen. De rechtervoet kruist over de linker voet. Het gewicht is nu op de rechter voet. De linker voet stapt achterwaarts, de rechtervoet stapt vervolgens zijwaarts naar rechts, de linker voet kruist over rechts met het gewicht op de linker voet. basispassen
87
chassé
bijtrekpas. Deze kan voor-, zij- of achterwaarts uitgevoerd worden. bp
88
cross turn
Voeten d.m.v. een sprong kruisen en omdraaien. | bp
89
grapevine
zijwaartse verplaatsing. Stap zijwaarts, de tweede voet kruist achter, de eerste voet terug zijwaarts zetten en bijsluiten. bp
90
heel jack
idem jumping jack maar met “hakbil” (hielen tegen het zitvlak tijdens het springen) bp
91
jumping jack
spreidsprong en met een sprong terug de voeten sluiten. | bp
92
kick ball change
de “ball change” wordt voorafgegaan door een kickbeweging (schopbeweging). bp
93
lindy
Chassé, voet achter kruisen, voorste voet heffen. | bp
94
lunge
Zij- of achterwaartse beweging van één been waarna het terug wordt gebracht. Afduwen op de “tikvoet” en terug bijbrengen. bp
95
march
stapbeweging ter plaatse of met verplaatsing. | bp
96
pas de bourrée
rechter been wordt naar achter geplaatst, linker been wordt erbij gebracht. Vervolgens gaat het rechter been terug voorwaarts naar zijn beginpositie. Ritme: 1 en 2. bp
97
pivot turn
“stap – draai” rond één voet. Met één voet wordt een stapbeweging voorwaarts gemaakt, daarna wordt het lichaam gedraaid terwijl de voeten blijven staan. bp
98
slide
stap zijwaarts. De andere voet sleept over de grond en sluit bij. bp
99
step touch
een stap zijwaarts zetten en met de andere voet tikken. | bp