DE 5 MILJOEN EXAMENVRAGEN VAN PEDIATRIE (volledig hihi) Flashcards

(93 cards)

1
Q

Wat is een ventriculoperitoneale drain?

A

Een VP-Shunt die een interne drainagesysteem is voor het afvoeren van hersenvocht naar de buikholte.

Dit systeem helpt bij de behandeling van hydrocefalie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is macrocefalie?

A

Een aandoening waarbij de schedelomtrek groter is dan 2SD boven de gemiddelde omtrek.

Macrocefalie kan geassocieerd zijn met afwijkende schedelvormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is hydrocefalie?

A

Een aandoening waarbij hersenvocht zich ophoopt in de hersenventrikels door een verstoord evenwicht tussen productie en absorptie.

Dit leidt tot een verhoogde druk op het hersenweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem vier gevolgen van hydrocefalie.

A
  • Versnelde schedelgroei
  • Gespannen fontanel
  • Sunset fenomeen
  • Toename van zichtbare aderen op het hoofd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de behandeling voor hydrocefalie?

A

Een ventriculoperitoneale drain die het vocht van de ventrikels naar de buikholte afvoert.

Dit kan ook een extern drainagesysteem zijn als een intern niet mogelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen hypotonie en spierzwakte?

A

Hypotonie is verlaagde spiertonus, terwijl spierzwakte verwijst naar een verminderde spierkracht.

Hypotonie is vaak centraal, spierzwakte is vaak perifeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de ziekte van Duchenne?

A

Een progressieve spierziekte die leidt tot spierzwakte en uiteindelijk rolstoelafhankelijkheid.

Symptomen ontstaan vaak voor het 4de levensjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de fasen van de ziekte van Duchenne?

A
  • Begin van diagnose met lichte klinische verschijnselen
  • Volledig rolstoelafhankelijk
  • Laatste levensfase met overlijden door hartstilstand of luchtweginfecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de Grower-sign?

A

Een teken waarbij een kind handen op bovenbenen gebruikt om zelfstandig recht te staan.

Dit is een indicatie van spierzwakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de ziekte van Hirschsprung?

A

Een aandoening waarbij het distale gedeelte van het colon geen ganglioncellen bevat, wat leidt tot een slechte werking van de zenuwvoorziening.

Dit resulteert in obstipatie en vertraagde meconiumlozing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem drie gevolgen van de ziekte van Hirschsprung.

A
  • Vertraagde meconiumlozing
  • Obstipatie
  • Groeivertraging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is VACTERL-associatie?

A

Een groep aangeboren afwijkingen die vaak samen voorkomen bij pasgeboren baby’s.

Dit omvat afwijkingen aan wervelkolom, anus, hart, slokdarm en nieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is slokdarmatresie?

A

Een aandoening waarbij de bovenste en onderste delen van de slokdarm niet op elkaar aansluiten, vaak met een verbinding naar de luchtpijp.

Dit kan leiden tot ernstige ademhalingsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de symptomen van slokdarmatresie?

A
  • Kokhalzen/braken bij eerste voeding
  • Veel slijm en speeksel
  • Ademhalingsproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is spina bifida?

A

Een aandoening die hoort bij spinale afwijkingen door een incomplete sluiting van de neurale buis.

Dit kan leiden tot verlamming en incontinentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de twee hoofdvormen van spina bifida?

A
  • Spina Bifida occulta
  • Spina Bifida aperta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn enkele complicaties bij afwijkende schedelvorm?

A
  • Verhoogde intracraniële druk (ICP)
  • Compressie van de oogzenuw
  • Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn symptomen van verhoogde intracraniële druk?

A
  • Hoofdpijn
  • Braken
  • Bolle fontanellen
  • Stagnatie in ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is cerebrale parese?

A

Een niet-progressieve aandoening die leidt tot houding- en bewegingsstoornissen door hersenbeschadiging in het eerste levensjaar.

Dit kan invloed hebben op bewegen, communiceren en eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Noem twee symptomen van cerebrale parese.

A
  • Dyskinesie
  • Hypotonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de oorzaken van cerebrale parese?

A
  • Bloeding
  • Zuurstoftekort
  • Medicatiegebruik tijdens zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn aandachtspunten bij de verzorging van chronische nierinsufficiëntie?

A
  • Vochtbalans
  • Urine opvolgen
  • Behandelen van de oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is vesico-ureterale reflux?

A

Een aandoening waarbij urine terugvloeit naar de ureter, wat kan leiden tot hydronefrose.

Dit kan vaak leiden tot terugkerende urineweginfecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke 4 voorwaarden dienen aanwezig te zijn bij een chronisch ziek kind?

A
  • Diagnose tussen 0-18 jaar
  • Diagnose gebaseerd op medisch-wetenschappelijke kennis
  • Ziekte (nog) niet te genezen of niet behandelbaar
  • Langer dan 3 maanden / vaker dan 3 keer voorgekomen en vermoeden van weerkomen

Deze voorwaarden zijn cruciaal voor de classificatie van een kind als chronisch ziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe kunnen chronische kinderen worden opgedeeld?
* Kinderen met milde aandoening * Kinderen met een matige ernstige aandoening * Kinderen met ernstige aandoeningen ## Footnote Deze indeling is gebaseerd op de ernst van de symptomen en beperkingen in activiteiten.
26
Wat zijn de drie alternatieven voor onderwijs voor chronisch zieke kinderen?
* Ziekenhuisschool * Onderwijs gebonden aan instelling (bij kinder-jeugdpsychiatrie) * Tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) ## Footnote TOAH kan bijvoorbeeld via BEDNET worden aangeboden.
27
Wat houdt de transitie van pediatrische zorg naar volwassenzorg in?
* Overgangsfase * Gezamenlijke deelname aan spreekuren * Starts op 14 jaar, soepel verloop op 18 jaar ## Footnote Dit proces is individueel en omvat persoonlijke ontwikkelingen en verschillen in benadering.
28
Wat is EMB?
Ernstige meervoudige beperking ## Footnote Dit betreft ernstige cognitieve en motorische beperkingen.
29
Wat zijn de kenmerken van de ziekte van Kawasaki?
* Acute ontsteking van huid, slijmvliezen en bloedvaten (vasculitis) * Langdurige koorts * Lymfekliervergroting * Rode ogen en gebarsten lippen * Gevaar voor aneurysma's ## Footnote Dit is een zeldzame systemische ontstekingsziekte, vooral bij kinderen onder de 5 jaar.
30
Wat zijn de indicaties voor een tracheacanule?
* Chronische beademing * Larynxstenose * Congenitale luchtwegafwijkingen * Combinatieproblemen zoals tracheomalacie met subglottische stenose ## Footnote Dit is een ingrijpende gebeurtenis en meestal uitgevoerd in een gespecialiseerd centrum.
31
Wat is het verschil tussen perifere en centrale cyanose?
* Perifere cyanose: arterieel bloed heeft normale zuurstofverzadiging * Centrale cyanose: arterieel bloed is echt zuurstofarm ## Footnote Perifere cyanose kan optreden door weefsels die extra O2 onttrekken, terwijl centrale cyanose wijst op problemen met hart of longen.
32
Wat zijn de vier kenmerken van de Tetralogie van Fallot?
* VentrikelSeptumDefect (VSD) * Overrijdende aorta * Pulmonalistenose * Rechterventrikelhypertrofie ## Footnote Deze aandoening is een congenitale hartafwijking en kan leiden tot cyanose afhankelijk van de ernst.
33
Wat is de behandeling voor de transpositie van de grote vaten?
* O2 toediening (tijdelijk) * Shuntmogelijkheden creëren of openhouden * Ateriële switch-operatie (definitieve behandeling) ## Footnote Deze aandoening vereist onmiddellijke medische interventie om te overleven.
34
Wat zijn de symptomen van cystic fibrosis?
* Late meconiumlozing * Braken en sufheid * Malabsorptie * Recidiverende luchtweginfecties ## Footnote Dit zijn veelvoorkomende symptomen die wijzen op een verstoring in de spijsvertering en ademhaling.
35
Wat zijn de aandachtspunten bij cardio-patiënten post-operatief?
* Monitoring van hartfrequentie, saturatie, ademhaling * Pijnbeleid * Wondzorg ## Footnote Dit omvat ook het controleren van infectietekenen en het bijhouden van vochtbalans.
36
Vul in: De ziekte van cystic fibrosis is een _______ ziekte.
autosomaal recessieve ## Footnote Dit betekent dat het niet geslachtsgebonden is en beide ouders een defect gen moeten doorgeven.
37
Wat zijn de hoofdkenmerken van cystic fibrosis?
* Erfelijke ziekte * Chronische aandoening * Hogere viscositeit van de secretie * Aantasting van meerdere organen ## Footnote Deze kenmerken maken cystic fibrosis een complexe aandoening die verschillende systemen in het lichaam beïnvloedt.
38
Wat is rijand?
Moeilijk te bestrijden ## Footnote Rijand verwijst naar een aandoening die moeilijk te behandelen is.
39
Wat zijn de indicaties voor longtransplantatie?
Overleven op korte termijn in gevaar, verhoging overlevingskansen ## Footnote Longtransplantatie kan levensveranderend zijn voor patiënten met ernstige longproblemen.
40
Wat zijn de nadelen van een longtransplantatie?
Levenslange medicatie tegen afstoting, acute afstoting ## Footnote Patiënten moeten constant medicatie nemen om afstoting van het nieuwe orgaan te voorkomen.
41
Wat blijft bestaan na een longtransplantatie?
CF (cystic fibrosis) blijft elders in het lichaam bestaan ## Footnote Een longtransplantatie geneest niet alle symptomen van cystic fibrosis.
42
Wat zijn de voedingstips bij cystic fibrosis?
Energie- en vetrijk dieet, eiwitrijke voeding, extra zoutinname, vitamine A, D, E, K ## Footnote Deze voedingsadviezen zijn cruciaal voor het behoud van een goede voedingstoestand.
43
Wat is Creon?
Kunstmatig pancreasenzym dat helpt bij vertering van vetten en eiwitten ## Footnote Creon is essentieel voor patiënten met spijsverteringsproblemen door cystic fibrosis.
44
Wanneer moet Creon ingenomen worden?
Bij elke maaltijd of tussendoortje met vet ## Footnote Dit helpt het lichaam om vetten optimaal op te nemen.
45
Wat is scoliose?
Verkromming van de rug (wervelkolom) naar links en rechts ## Footnote Scoliose kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de oorzaak.
46
Wat zijn de twee types scoliose?
Soepel, niet-structurele scoliose en stugge, structurele scoliose ## Footnote De behandeling en prognose kunnen sterk verschillen tussen deze types.
47
Wat is de hoek van Cobb?
De ernst en het type van scoliose vaststellen ## Footnote Hoe groter de hoek, hoe ernstiger de scoliose.
48
Wat zijn klachten van scoliose?
Ademhalingsproblemen, vermoeidheid, pijn, problemen met zitten, gastro-oesofageale reflux, vervorming van de borstkas ## Footnote Deze klachten kunnen de kwaliteit van leven van een patiënt beïnvloeden.
49
Wat is de behandeling voor scoliose?
Korset dragen, spondylodese ## Footnote Het korset moet de hele dag gedragen worden en spondylodese kan nodig zijn bij ernstige gevallen.
50
Wat is pes equinovarus adductis?
Klompvoet, verstoring van de aanleg van botten, spieren, pezen en gewrichtsbanden ## Footnote Dit komt meestal unilateraal voor, maar kan ook bilateraal zijn.
51
Wat zijn de vier karakteristieke standsafwijkingen van klompvoet?
Adductie, cavus, equinus, varus ## Footnote Deze afwijkingen zijn cruciaal voor het stellen van de diagnose en behandeling.
52
Wat is de behandeling voor klompvoet?
Ponsetibehandeling, Achillespees tenotomie, voet-abductieverband ## Footnote Behandeling moet zo snel mogelijk postnataal worden gestart.
53
Wat zijn de typen ADHD?
ADHD, gecombineerd beeld; ADHD, overwegend hyperactief-impulsief; ADHD, overwegend onoplettendheid beeld ## Footnote Elk type heeft unieke symptomen en behandelingsstrategieën.
54
Wat is ASS?
Autisme spectrum stoornis ## Footnote Bij ASS variëren symptomen sterk van kind tot kind in aantal en ernst.
55
Hoe wordt de diagnose ASS gesteld?
Observatie van gedrag, voldoen aan 2 criteria ## Footnote Diagnostische criteria omvatten beperkingen in sociale communicatie en bijzonderheden in interesses.
56
Wat zijn symptomen van diabetes insipidus?
Polyurie, polydipsie, groei-achterstand, gewichtsverlies ## Footnote Deze symptomen zijn gerelateerd aan verstoorde vochtregulatie.
57
Wat is de oorzaak van diabetes insipidus?
Afwijking in de hypothalamus en hypofyse ## Footnote Dit kan leiden tot een gedeeltelijke of volledige afwezigheid van het ADH-hormoon.
58
Wat zijn risicofactoren voor heupdysplasie?
Geslacht (meer meisjes), stuitligging bij de geboorte, familieanamnese, strak inbakeren van het onderlichaam ## Footnote Deze risicofactoren verhogen de kans op heupdysplasie bij pasgeborenen.
59
Wat is de behandeling voor heupdysplasie?
Pavlikbandage, spreidbroek, tractie, gipsbroek ## Footnote Behandelingen variëren afhankelijk van de ernst van de aandoening.
60
Wat zijn infantiele spasmen?
Vorm van epilepsie met korte bilaterale tonische contractie van spieren ## Footnote Deze spasmen kunnen vaak worden verward met andere syndromen.
61
Wat is het verschil tussen centrale apneu en obstructieve apneu?
Centrale apneu: ademhaling stopt door gebrek aan signaal vanuit de hersenen; obstructieve apneu: luchtweg is geblokkeerd ## Footnote Beide typen apneu hebben verschillende oorzaken en behandelstrategieën.
62
Wat is congenitale hypothyreoïdie?
Aangeboren tekort aan schildklierhormoon (Thyroxine, T4) ## Footnote Dit kan leiden tot ernstige stofwisselingsproblemen en ontwikkelingsstoornissen.
63
Wat zijn symptomen van congenitale hypothyreoïdie?
Obstipatie, voedingsproblemen, zware stem, sufheid, hypotonie, epicanthus, brede neuswortel, schade aan CZS ## Footnote Deze symptomen kunnen variëren in ernst en presentatie.
64
Wat is RDS?
Respiratory Distress Syndrome, een aandoening die voorkomt bij premature neonaten door onrijpe longontwikkeling en onvoldoende surfactantproductie. ## Footnote RDS leidt tot ademhalingsproblemen door onvoldoende gasuitwisseling en hypoxie.
65
Wat is de rol van surfactant in de longen?
Surfactant voorkomt dat de alveoli volledig dichtvallen bij uitademing en helpt de alveolen open te houden. ## Footnote Surfactantproductie is pas substantieel vanaf 32-36 weken zwangerschap.
66
Wat is nCPAP?
Nasale Continuous Positive Airway Pressure, een methode die continue positieve druk biedt om de ademhaling bij prematuren te ondersteunen. ## Footnote nCPAP helpt bij het openhouden van alveoli en vermindert atelectase.
67
Wat zijn de saturatiegrenzen voor zuurstofinstelling in nCPAP?
Ondergrens: 87%, Bovengrens: 97%. ## Footnote Deze grenzen zijn belangrijk om hypoxie en zuurstoftoxiciteit te voorkomen.
68
Wat is neutropenie?
Een aandoening gekenmerkt door een laag aantal witte bloedcellen, vaak een complicatie van chemotherapie. ## Footnote Neutropenie verhoogt het risico op infecties.
69
Wat moet je doen bij een temperatuur boven de 38°C bij een neutropene patiënt?
Start met breedspectrum antibiotica en neem hemoculturen. ## Footnote Dit is belangrijk om mogelijke infecties snel te behandelen.
70
Wat zijn de aandachtspunten bij trombopenie?
Verhoogd risico op bloedingen, regelmatig bloedcontrole op trombocyten, en observatie van symptomen zoals petechiën en hematomen. ## Footnote Trombopenie kan leiden tot ernstige complicaties zoals hersenbloeding.
71
Wat moet je controleren bij een trombocytentransfusie?
Bloedbeeld, tekenen van transfusiereactie, en zorg voor een veilige en steriele toediening. ## Footnote Let ook op de katheterinsteekplaats voor bloedingen.
72
Wat is de doelstelling van de remissie-inductiefase bij ALL?
Minder dan 5% blasten in het beenmerg. ## Footnote Dit wordt bereikt door een combinatie van cortisone en chemotherapie.
73
Wat is het verschil tussen allopurinol en rasburicase?
Allopurinol remt de vorming van urinezuur, terwijl rasburicase bestaand urinezuur snel afbreekt. ## Footnote Dit maakt rasburicase effectiever bij acuut tumorlysissyndroom.
74
Wat zijn de voordelen van protonenbestraling?
Zeer nauwkeurig gericht op de tumor, waardoor omliggende gezonde weefsels minder schade ondervinden. ## Footnote Dit vermindert de kans op bijwerkingen in vergelijking met fotonenbestraling.
75
Wat is brussen?
Broers en zussen van kinderen met een beperking, die ook beïnvloed worden door de aandoening. ## Footnote Brussen hebben vaak een verhoogd empathisch vermogen en zijn weerbaarder.
76
Wat is levend verlies?
Levenslange rouw door de impact van een chronische ziekte of beperking op een familielid. ## Footnote Dit proces kan terugkerend verdriet en confrontaties met onbereikbare mijlpalen met zich meebrengen.
77
Wat is de werking van methotrexaat?
Het remt de celdeling door als foliumzuurantagonist te functioneren, wat vooral kankercellen beïnvloedt. ## Footnote Foliumzuur wordt gegeven om gezonde cellen tegen bijwerkingen te beschermen.
78
Wat zijn de aandachtspunten bij het geven van aspirine bij de ziekte van Kawasaki?
Geef lage dosis na de acute fase om trombocytenaggregatie te remmen en let op bloedingen. ## Footnote Aspirine helpt om bloedstolsels in ontstoken kransslagaders te voorkomen.
79
Wat is de werking van tramadol?
Centraal sterkwerkend opiaat met analgetische werking en remt de neurale heropname van noradrenaline. ## Footnote Tramadol kan serotoninesyndroom veroorzaken, maar bij therapeutische dosis is er geen significante respiratoire depressie.
80
Waarom is fentanyl aangewezen in plaats van morfine?
Fentanyl heeft een sneller en korter effect, met minder invloed op de bloeddruk en minder bijwerkingen. ## Footnote Het is effectiever bij hevige nociceptieve pijn.
81
Wat is de rol van coffeïne bij de behandeling van apneu bij neonaten?
Het stimuleert het ademhalingscentrum in de hersenen en verlaagt de drempel voor het starten van de ademhaling. ## Footnote Coffeïne is de eerste keuze bij deze behandeling.
82
Wat is cystic fibrosis?
Erfelijke ziekte waarbij het CFTR-eiwit niet goed werkt ## Footnote Cystic fibrosis, ook wel mucoviscidose genoemd, leidt tot problemen met slijmproductie en -afvoer.
83
Wat zijn CFTR-modulatoren?
Medicijnen die binden aan het CFTR-eiwit in de celwand ## Footnote CFTR-modulatoren helpen het chloorkanaal weer open te gaan.
84
Wat is de functie van het CFTR-eiwit?
Het is een chloorkanaal dat chloride-ionen de cel laat verlaten ## Footnote Dit proces is essentieel voor het reguleren van vocht in slijm.
85
Wat gebeurt er met slijm bij een goed werkend CFTR-kanaal?
Het slijm wordt vloeibaarder en dunner ## Footnote Dit maakt het gemakkelijker om het slijm door trilhaartjes naar buiten te werken.
86
Wat is het gevolg van een slecht werkend CFTR-kanaal bij mucoviscidose?
Cloride-ionen verlaten de cel niet, waardoor het slijm dik en taai wordt ## Footnote Dit leidt tot ademhalingsproblemen en infecties.
87
Waarom is een zeer snelle diagnose en onmiddellijke behandeling cruciaal bij infantiele spasmen?
Het verhoogt de kans op een betere uitkomst ## Footnote Tijdige interventie kan blijvende schade voorkomen.
88
Welke medicatie wordt vaak gebruikt voor de behandeling van infantiele spasmen?
Corticosteroïd of ACTH en/of Vigabatrine ## Footnote Deze medicijnen helpen bij het verminderen van de symptomen.
89
Wat is een voorbeeld van een medicijn dat hoge doses orale Prednisolon vereist?
Corticosteroïd ## Footnote Dit wordt vaak gebruikt in een afbouwschema na initiële hoge doses.
90
Wat is de dosering van Prednisolon voor infantiele spasmen?
10mg, 4x per dag voor 2 weken ## Footnote Dit is een gebruikelijke startdosis.
91
Wat is Paracetamol-glucuronide?
Een van de afbraakproducten (metabolieten) van paracetamol ## Footnote Dit metaboliet is belangrijk voor de uitscheiding van paracetamol.
92
Wat is de werking van Paracetamol-glucuronide?
Inactieve metaboliet, maakt paracetamol oplosbaar voor uitscheiding ## Footnote Het heeft geen pijnstillende werking meer.
93
Waarvoor dient Paracetamol-glucuronide in het lichaam?
Zorgt ervoor dat paracetamol makkelijk uit je lichaam kan worden verwijderd ## Footnote Het speelt een belangrijke rol in de metabolisme van paracetamol.