De druppel Flashcards

(50 cards)

1
Q

Hoeveel liter water gebruiken mensen gemiddeld per dag?

A

Bel = 100 l/dag
Egy = 200l/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor gebruiken men het meeste water?

A

Belg: doorspoelen toilet, bad/douche, was
Egyp: irrigatie, doorspoelen toilet, bad/douche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is er een verschil tussen het huishoudelijke waterverbruik van Belgie en egypte?

A

In Egypte is door het klimaat amper regenwater ter beschikking, waardoor water ook voor andere
doeleinden moet worden gebruikt, o.a. irrigatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vergelijk de evolutie van het waterverbruik met de evolutie van het bevolkingsaantal. Het waterverbruik stijgt sneller.
Hoe verklaar je dit?

A

De welvaart neemt toe en dat zorgt voor een hoger waterverbruik per inwoner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

drie oorzaken voor mogelijke waterschaarste in België

A

Meer en lange droge periodes.
Hoge bevolkingsdichtheid, waardoor weinig water per persoon beschikbaar is.
Gebrek aan grote waterlopen die voor reserve zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

drie oorzaken voor de waterschaarste in Egypte

A

Weinig regenval.
Hoge bevolkingsdichtheid waar water beschikbaar is.
Landbouwactiviteiten (die veel water vereisen), zoals het telen van suikerriet, katoen en rijst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zorgt de overheid ervoor dat er minder water wordt gebruikt in de landbouw? in egypte

A

In sommige regio’s is
het telen van rijst verboden vanwege het hoge waterverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waterschaarste ontstaat als

A

de vraag naar water groter is dan het aanbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mogelijke redenen voor waterschaarste zijn

A

een hoge bevolkingsdichtheid, meer en lange droge periodes,
landbouw…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel procent van het water op onze planeet is zoet?

A

2,5 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel procent van dat zoet water is bruikbaar?

A

minder dan 1 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar voor wordt zoet water verbruikt.

A

70 % voor irrigatie in landbouw, 22 % voor industrie en 8 % voor huishoudelijk gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de relatie tussen het bevolkingsaantal en de hoeveelheid water die beschikbaar is?

A

Hoe meer mensen
er zijn, hoe minder water er per persoon beschikbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zal Ethiopië de dam de komende jaren vullen?

A

Tijdens het regenseizoen zal het water worden
tegengehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke landen ondervinden hinder van de dam?

A

Egypte en Soedan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke oplossing stellen Belgische en Duitse onderzoekers voor?

A

Ze stellen voor om de waterkrachtdam
te combineren met zonne- en windenergie, waardoor de dam minder seizoensafhankelijk wordt.
Op die manier moet er minder water worden opgeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe is de samenwerking tussen Ethiopië en Soedan merkbaar?

A

Soldaten van beide landen bewaken de
dam tegen aanvallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Mogelijke oorzaken van een tekort aan water in Egypte zijn:

A

toenemend bevolkingsaantal, droog klimaat,
bouw van stuwdammen op de Nijl in andere landen…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom zet Egypte volop in op ontzilting?

A

Het land heeft weinig grondwaterreserves en gebruikt vooral
het water van de Nijl. Maar dat volstaat niet voor de vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Geef enkele manieren hoe Salah duurzamer kan omspringen met water. Duid in het schema aan waar deze
acties het systeem wijzigen.

A

Nieuwe technologieën om minder water te verbruiken.
Landbouwgewassen kiezen die beter tegen droogte kunnen. Minder gewassen telen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer is er sprake van een ‘droge dag’?

A

wanneer er nauwelijks of geen neerslag valt (minder dan
0,1 mm/dag).

22
Q

Hoe zal het aantal droge dagen in Gistel evolueren tegen 2100?

A

Er zullen meer dan vijftig droge dagen
per jaar bij komen.

23
Q

Welke periodes van het jaar worden droger?

A

de zomermaanden

24
Q

Noteer drie mogelijke gevolgen van de droogte

A

grondwaterniveau zakt, barsten in huizen,
natuurbranden, verminderde landbouwopbrengsten

25
Hoe zal het aantal gebouwen dat te maken krijgt met wateroverlast evolueren tegen 2050?
In de toekomst zullen veel meer gebouwen risico lopen op wateroverlast
26
drie mogelijke gevolgen van wateroverlast.
vernielde infrastructuur, doden en gewonden, watervervuiling, ziektes…
27
Welk effect heeft een sterke windvlaag op de droge bodems in België.
wind/stofhoos op het veld omdat de lichte korrels wegwaaien
28
Welke rol speelt de droogte bij bodemerosie?
Als de bodem uitdroogt, is de kans groter dat de bovenste, vruchtbare laag wegwaait.
29
Dit verschijnsel zorgt voor een toename van bodemdegradatie. Wat betekent dit?
Bij bodemdegradatie vermindert de kwaliteit van de bodem, omdat de (vruchtbare) bovenste laag verdwenen is door verwering en erosie.
30
Welke oplossingen werden intussen doorgevoerd op de velden naast het huis van Marthe?
De boer laat zijn velden minder vaak onbegroeid liggen en laat bodembedekkende planten groeien
31
Wat kan nog een oplossing bieden tegen winderosie?
bomenrijen of hagen planten
32
De toenemende droogte zorgt voor
bodemerosie, omdat bij wind de bovenste, vruchtbare laag kan wegwaaien.
33
Dit leidt tot bodemdegradatie
het verminderen van de kwaliteit van de bodem.
34
Het directe waterverbruik
het directe waterverbruik Direct water is het kraantjes-, grond- en regenwater dat iemand gebruikt.
35
het drinkwater
het drinkwater Drinkbaar water. Water dat direct geschikt is voor menselijke consumptie.
36
De droogte
Een langdurige periode waarbij er aanzienlijk minder neerslag valt dan gewoonlijk voor een bepaald gebied.
37
de droogte-index
Een genormaliseerde index van de neerslag van de afgelopen 90 dagen. De gebruikte klassen "nat / droog", "zeer droog / zeer nat" en "extreem nat / extreem droog" zijn opgesteld in verhouding tot een klimatologische referentieperiode van 1991 tot 2020.
38
het grondwater
Al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of ondergrond staat.
39
het indirect waterverbruik
Of virtueel waterverbruik. Het water dat verborgen zit in alle producten en diensten: voeding, papier, energie, kledij, mobiliteit.
40
de irrigatie
Of bevloeiing. Kunstmatig toevoegen van water aan gewassen.
41
Het kraanwater
Of leidingwater. Water dat via de kraan gebruikt kan worden.
42
de ontharding
Het wegnemen van verharding om het oppervlak waterdoorlatend te maken.
43
de ontzilting
Het verwijderen van zout uit zeewater of brak water.
44
het oppervlaktewater
Zichtbaar water; het water in rivieren, sloten, kanalen, meren…
45
De verharding
Verhard oppervlak, bijvoorbeeld wegbedekking (klinkers, tegels, beton, asfalt). Kunstgras en kiezels worden ook beschouwd als verharding, omdat die het ecosysteem van de bodem verstoren.
46
de verzilting
Toename van het zoutgehalte in het oppervlaktewater, grondwater of in de bodem.
47
Indirect watergebruik
Het water dat verborgen zit in alle producten en diensten: voeding, papier, energie, kledij, mobiliteit.
48
de wateroverlast
Situatie waarin mensen overlast ondervinden als gevolg van te veel water.
49
de watervoetafdruk
De watervoetafdruk van een persoon is de hoeveelheid water die een persoon direct en indirect gebruikt.
49
de waterschaarste
Het tekort aan voldoende proper water. De vraag naar water overstijgt de aanbodcapaciteit van het natuurlijke systeem of de toegang ertoe.