De Staat HC 1 Staat Flashcards

(24 cards)

1
Q

Staat volgens Weber

A

De menselijke gemeenschap die binnen een gebied aanspraak maakt op het monopolie van de legitieme toepassing van fysiek geweld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Legitieme macht

A

De macht wordt geaccepteerd als juist of wettelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geweldsmonopolie

A

Uiteindelijk is al het handelen van de staat gebasseerd op fysiek de sterkste zijn en de dreiging met geweld; het alleen-recht om geweld uit te oefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de natuurlijke staat van de mens volgens Thomas Hobbes?

A

Voordat ze een samenleving werden: oorlog van allen tegen allen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de algemene definitie van de moderne staat?

A

De moderne staat is een historisch contingent construct dat in grote mate vorm geeft aan ons leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 4 stappen in de historie van onze staat?

A

1) Statenstelsel
2) Natiestaat
3) Bureaucratie en democratie
4) Verzorgingsstaat en overheidsapparaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 2 pijlers van het statenstelsel?

A

1) Staten erkennen elkaars grondgebied (= territorialiteit)
2) Staten erkennen elkaars soevereiniteit (= onafhankelijkheid / ieder zijn eigen baas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was het begin van het statenstelsel?

A

De Vrede van Westfalen in 1648

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is territorialiteit?

A

Het erkennen van elkaars grondgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is soevereiniteit?

A

Staten gaan alleen over eigen burgers en eigen grondgebied. Daartussen gelden internationale betrekkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer was de natiestaat?

A

18e en 19e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer was de bureaucratie / democratie?

A

19e en 20ste eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer was de verzorgingsstaat / overheidsapparaat?

A

20ste eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een natiestaat?

A

Een staat waarbij het gaat om meer dan alleen gebied en machthebbers. Er heerst onder de burgers een sterk gevoel van verbondenheid met ‘volk’, ‘vaderland’ en ‘cultuur’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een natie?

A

Een gemeenschap van mensen die zich verbonden voelen door bepaalde kenmerken en bij elkaar willen horen. Ze zijn verbonden in staatsverband of streven dit na.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 3 kenmerken horen bij de bureaucratisering en democratisering?

A

1) Professioneel bestuur / overheid
2) Rechtsstaat
3) Parlementaire democratie

17
Q

Wat valt onder ‘grote overheid’?

A

1) Verzorgingsstaat
2) De staat is aanwezig in ieder domein van het leven
3) Onderwijs met invloed vanuit de staat

18
Q

Wat veranderde toen de overheid eenmaal zo groot was?

A

Er vond vanaf de jaren ‘80 privatisering plaats

18
Q

Wat veranderde toen de overheid eenmaal zo groot was?

A

Er vond vanaf de jaren ‘80 privatisering plaats

18
Q

Wat veranderde toen de overheid eenmaal zo groot was?

A

Er vond vanaf de jaren ‘80 privatisering plaats

19
Q

Wat betekent contingent?

A

Dat het ook anders zou kunnen zijn (bijv een wereld zonder staten zou óók mogelijk zijn, ongeacht van of het zou werken)

20
Q

Wat is een construct? 2 aspecten.

A

1) We hebben het verschijnsel zelf als mensen gemaakt, het is niet natuurlijk.
2) Het verschijnsel zit in ons hoofd. Het is er alleen omdat wij ons ernaar gedragen

21
Q

Waarom geeft de staat in grote mate vorm aan ons leven?

A

Omdat de staat overal is; op elk aspect van je leven heeft de staat invloed

22
Q

Wat is een bureaucratie?

A

Een organisatie die gericht is op procedures, regels, uitvoer van processen en checklists.