deck_15571348 (1) Flashcards

(60 cards)

1
Q

Omschrijving ASS

A
  • extreme mate van unresponsiveness
  • slechte communicatieve vaardigheden
  • hoge mate van repetitieve handelingen (lang focus 1 ding)
  • hoge mate van star gedrag vertonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ASS in PO

A
  • Samenspelen lastig
  • Zetten zichzelf buiten de groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is echolalie

A

Dwangmatig herhalen van woorden of zinnen van iemand anders (filmpje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verdeling man/vrouw ADHD

A

80% man - 20% vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CHAT (checklist for autism in toddlers)

A
  • Peek a Boo
  • Thee zetten (fantasie)
  • Aankijken
  • Declaratief aanwijzen (dingen niet kunnen aanwijzen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is savant gedrag

A
  • 1:10
  • Bijzonder geestelijk vermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vroeger reden ASS

A

Koelkast ouders
- Koude omgeving
- Geen affectie
- Vooral schuld moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reden ASS (biologisch)

A
  • Vergroot cerebellum
  • Betrokken bij aandachtsverdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Erfelijkheid ASS

A
  • Speelt een grote rol
  • Broer of zus 200x
  • Familie vaak kenmerken van ASS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Theory of mind ASS

A

Het vermogen om een idee te vormen van het perspectief van anderen en zichzelf op gebeurtenissen en situaties. Dit vermogen brengt de vaardigheid met zich mee om te beseffen dat de eigen opvatingen, verlangens en emoties kunnen afwijken van de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat laat de Sally-Ann test zien ASS

A
  • 2 poppen met doosje en mand, knikker verplaatsen wanneer 1 pop weg is
  • Kan zich niet inleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eye-gazing test ASS

A
  • normaal kijken naar gezicht/ogen
  • ASS kijkt naar mond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eye-gazing test betekend ASS

A

Door focus op mond verlies je 90% van relevante informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Implicatie voor lesgeven, uitdaging in organisatie ASS

A
  • Stap-voor-stap aanpak
  • consistente routines
  • Visuele hulpmiddelen
  • neem de tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Implicatie voor lesgeven, uitdaging in aandacht ASS

A
  • Isoleer relevante informatie
  • Structureer je gymzaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Implicatie voor lesgeven, uitdaging in tijd ASS

A
  • Concrete instructies
  • Spreek verwachtingen uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Implicatie voor lesgeven, uitdaging in sociaal begrip ASS

A
  • Overdrijf, langzaam
  • Voeg het gebaar bij het woord
  • Geen moeilijke uitleg
  • Expliciet leren (effectiever dan impliciet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Omschrijving ODD/CD

A
  • Meest interpersoonlijke destructieve en emotioneel schadelijke stoornis
  • Gemis van emotionele hechting naar anderen
  • prevalentie = 0,7% van totale populatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Gedragingen ODD/CD

A
  • Uiten emoties overduidelijk (schelden, vloeken)
  • Uitslaan naar fysieke uitingen
  • Komen intelligent/charmant over
  • Praten slecht gedrag recht
  • Komen eerlijk en oprecht overkomen
  • Manipuleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

ODD =

A

Oppositionele gedragstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

CD =

A

Antisociale gedragstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Uitingen in PO ODD/CD

A
  • heftig en/of impulsief (fysiek)
  • Nauwelijks corrigeerbaar
  • Verzet tegen regels/insturcties
  • weinig last van schuld/schaamte
  • Andere schuld geven
  • Exentrisieke motivatie: niet sociaal, wel spul
  • Pester
  • Spijbelt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Erfelijk of milieu? ODD/CD

A

Beide:
- erfelijk speelt een rol
- maar milieu heeft invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Biologische verklaring ODD/CD

A
  • Prefrontale cortex is +/- 11% kleiner
  • Emotionele arousal is laag
  • Zelfcontrole is laag
  • Hartslag is laag
  • Zoekt naar opwinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Cognitief perspectief ODD/CD
- Lange termijn gevolgen moeilijk in te schatten - Pre-forntale cortex klein - plannen en anticiperen lastig (nu 20 of later 500)
26
Psychodynamisch verklaring ongenuanceerd ODD/CD
Mensen zonder geweten
27
Psychodynamisch verklaring genuanceerd ODD/CD
Superego niet goed uitontwikkeld (superego = onderdrukt impulsief gedrag)
28
Schachter-Latane onderzoek blijkt
- Doolhof - Als elektrische schokken niet helpen dan werkt een time-out ook niet
29
Imlicaties voor het lesgeven ODD/CD
- Waarde van straf = weinig - De-escalerend optreden
30
De-escalerend optreden (mild) ODD/CD
1. Geef ruimte om stoom af te blazen 2. Geef complimenten waar mogelijl 3. Informatie geven en vragen stellen (Pre-frontale cortex activeren) 4. Oplossing of perspectief bieden 5. Positief afsluiten
31
De-escalerend optreden (heftig) ODD/CD
1. Grenzenstellen (ik-opdracht) 2. Oplossing / keuze bieden 3. Afronden (maak afspraak)
32
Wanneer fysiek ingrijpen ODD/CD
- Alleen als niet anders kan Rechter kijkt naar: 1. Proportionaliteit (niet erger dan intentie) 2. Subsidiariteit (was dit enige optie)
33
Tricks ODD/CD
- Bewust zijn van ernst/hartnekkigheid - De-escalatie technieken - Positief klassenklimaat/succeservaringen - Complimenteer/vermijd open kritiek
34
Depresiviteit bij jongens
Vaker externaliserend gedrag
35
Depresiviteit bij meiden
Vaker internaliserend gedrag
36
Normale sombere gevoelens DEP
- Iets vertrouwd achterlaten - Rouwperiode na life-events
37
Wanneer worden sombere gevoelens zorgelijk DEP
- Schommelingen in stemming duren abnormaal lang - Geen duidelijke aanleiding - Intense depressieve gevoelens - (vaak) gedachten aan de dood
38
Emotionele symptomen (DEP)
- Verdrietg - Hopeloos - Zorgen maken - Teneergeslagen - Geen plezier kunnen maken
39
Cognitieve symptomen DEP
Negatieve gedachten over: - Zichzelf - De wereld - De eigen toekomst
40
Motivationele symptomen DEP
- Verlies aan interesse - Geen drive voelen - Moeite om ook maar iets op te starten
41
Somatische symptomen DEP
Symptomen van lichaam - Verlies eetlust - gebrek aan energie - Slaapproblemen - Gewichtsverlies / toename
42
Depressie symptomen DSM-V
Niet 1x maar vaak: 1. Sombere stemming 2. Verminderde interesse/plezier in alle activiteiten 3. Insomnia of hypersomnia 4. Significante gewichts-verlies/toename 5. Psychomotorische agitatie (lichaam = rusteloos) 6. Vermoeidheid of verlies van energie 7. Gevoelens van waardeloosheid of onterechte schuldgevoelens 8. Verminderd vermogen tot nadenken/concentreren/besluiteloosheid 9. Recidiverende gedachten aan de dood
43
Bipolair DEP
Depresief - manisch - normaal
44
Kenmerken manisch DEP
- Psychotische kenmerken - Hele wereld aan kunnen (euforie) - Extreem opgewonden,energiek - Grootheidsideeën - Verminderde slaapbehoefte
45
Prevalentie DEP
- 10%m 20%v een depressieve periode in het leven - 3-8% 12 tot 18jaar - 1-2% 12- jaar
46
Kenmerken babies DEP
- Huil-en protestgedrag - Eet- en slaapproblemen - Ontwikkelingsachterstand - Hechtingsproblemen
47
Kenmerken peuters/kleuter DEP
Verdriet Prikkelbaarheid Agitatie Angst Overaangepast Geremd
48
Kenmerken PO leeftijd DEP
Nergens zin in hebben Zomaar huilen Eetproblemen ‘’niemand vindT mij aardig’’ Preoccupatie met ziekte/dood Suïcidale gedachten
49
Biologische oorzaak DEP
Prefrontale cortext minder doorbloed Hormonale invloed: ontregeld?? Comorbiteit (gelinkt aan andere stoornissen)
50
Psychologische verklaring DEP
Vroege trauma Onvoldoende aandacht voor psychologische hulp Negatief zelfbeeld Beperkte oplossingsvaardigheden
51
Cognitieve verklaring DEP
Interpretaties depressief kleuren Aangeleerde hulpeloosheid Negatieve bevestigende voorspelling Laag zelfbeeld Zelf bestraffende uitspraken
52
Sociale factoren DEP
Gepest worden/zijn Weinig sociale steun Gebrek aan contact met peers
53
Tips DEP
1. Oordeel niet, luister empatisch 2. Wees terughoudend met afviezen 3. Geef aandacht (contact houden) 4. Verwacht geen interesse 5. Geef aan dat depressieve niet zichzelf is 6. Zorg goed voor jezelf (grenzen aangeven) 7. Sociale activiteiten samendoen 8. Professionele hulp zoeken 9. Durf naar zelfmoord te vragen 10. Niet wegschrijven
54
Hechting stoornis
Angst om verlaten, gekwetst of afgewezen te worden
55
Geremde HS
Vermijden contact, onveilig voelen
56
Ontremde HS
Te snel hechten/claimen
57
Veilig gehecht HS
Goede balans exploreren, nabijheid zoeken Goede zelfregulatie Eenkennigheid (gezond bang) Ouders: gevoelig responsief
58
Angstig-vermijdend, onveilig gehecht HS
Angst voor afwijzing Weinig vertrouwen in beschikbaarheid hechtingsfiguur Allemans vriend Ouders: consistent niet responsief
59
Angstig afwerend, ambivalent gehecht HS
Onzeker over beschikbaarheid hechtingsfiguur Niet exploreren, wel vastklampen Ouders: onregelmatig responsief
60
Gedesorganiseerd gehecht
Tegenstrijdige en moeilijk te duiden reacties Toenaderen <> afwenden Angstig en verward Ouders: Totaal onvoorspelbaar en paradoxaal