deel 1 Flashcards

(51 cards)

1
Q

Wat betekent ‘Dexter’?

A

Rechterkant van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ‘Sinister’?

A

Linkerkant van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent ‘Mediaal’?

A

Dichter bij de mediaanlijn (midden van het lichaam).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent ‘Lateraal’?

A

Verder van de mediaanlijn af, naar de zijkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent ‘Ventraal’?

A

Aan de voorkant van het lichaam (buikzijde).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent ‘Dorsaal’?

A

Aan de achterkant van het lichaam (rugzijde).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent ‘Anterior’?

A

Voorzijde van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent ‘Posterior’?

A

Achterzijde van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent ‘Craniaal’?

A

Dichter bij het hoofd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent ‘Caudaal’?

A

Dichter bij de staart of onderkant van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent ‘Superior’?

A

Hoger gelegen, richting het hoofd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent ‘Inferior’?

A

Lager gelegen, richting de voeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent ‘Proximaal’?

A

Dichter bij het aanhechtingspunt of de romp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent ‘Distaal’?

A

Verder van het aanhechtingspunt of de romp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent ‘Ipsilateraal’?

A

Aan dezelfde kant van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent ‘Contralateraal’?

A

Aan de tegenovergestelde kant van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat betekent ‘Cefaal’?

A

Betreffende het hoofd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekent ‘Frontaal’?

A

Betreffende het voorhoofd of het voorste gedeelte van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent ‘Orbitaal’?

A

Betreffende de oogkas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent ‘Nasaal’?

A

Betreffende de neus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent ‘Oraal’?

A

Betreffende de mond.

22
Q

Wat betekent ‘Cervicaal’?

A

Betreffende de nek.

23
Q

Wat betekent ‘Thoracaal’?

A

Betreffende de borstkas.

24
Q

Wat betekent ‘Sternaal’?

A

Betreffende het borstbeen (sternum).

25
Wat betekent 'Mamaal'?
Betreffende de borst (borstklier).
26
Wat betekent 'Axillair'?
Betreffende de oksel.
27
Wat betekent 'Brachiaal'?
Betreffende de bovenarm.
28
Wat betekent 'Carpaal'?
Betreffende de pols.
29
Wat betekent 'Digitaal'?
Betreffende de vingers of tenen.
30
Wat betekent 'Abdominaal'?
Betreffende de buik.
31
Wat betekent 'Umbilicaal'?
Betreffende de navel.
32
Wat betekent 'Inguinaal'?
Betreffende de lies.
33
Wat betekent 'Pubisch'?
Betreffende het schaambeen.
34
Wat betekent 'Femoraal'?
Betreffende het dijbeen.
35
Wat betekent 'Patellair'?
Betreffende de knieschijf.
36
Wat betekent 'Cruraal'?
Betreffende het onderbeen.
37
Wat betekent 'Tarsaal'?
Betreffende de enkel.
38
Wat betekent 'Pedaal'?
Betreffende de voet.
39
Wat betekent 'Hallux'?
Betreffende de grote teen.
40
Wat betekent 'Occipitaal'?
Betreffende de achterkant van het hoofd (achterhoofd).
41
Wat betekent 'Vertebraal'?
Betreffende de wervelkolom.
42
Wat betekent 'Lumbaal'?
Betreffende de onderrug.
43
Wat betekent 'Gluteaal'?
Betreffende de bilregio.
44
Wat betekent 'Sacraal'?
Betreffende het heiligbeen (onderste deel van de wervelkolom).
45
Wat betekent 'Perineaal'?
Betreffende het gebied tussen de anus en de geslachtsdelen.
46
Wat betekent 'Rectaal'?
Betreffende de endeldarm.
47
Wat betekent 'Vaginaal'?
Betreffende de vagina.
48
Wat betekent 'Popliteaal'?
Betreffende de knieholte.
49
Wat betekent 'Calcaneaal'?
Betreffende de hiel.
50
Wat betekent 'Planair'?
Betreffende de voetzool.
51
Wat betekent 'Vasculair'?
Betreffende de bloedvaten.