Deel 1: II. De bronnen van het objectief recht (H3: de wet) Flashcards
(94 cards)
zelfstandige rechtsbron
reikt de rechtsregel aan zonder dat er behoefte is om die rechtsregels nog in een andere rechtsbron te vestigen
niet-zelfstandige rechtsbron
de rechtsregel die ze aanreikt, dient nog in een andere zelfstandige bron te worden bevestigd
bindende rechtsbron
de rechtsregel die ze aanreikt moet door de burger worden nageleefd en door de rechten worden toegepast
algemeen-bindende rechtsbron
de rechtsregel die ze aanreikt geldt voor alle burgers die binnen het toepassingsgebied vallen worden nageleefd en door alle rechters worden toegepast
niet-algemeen bindende rechtsbron
de rechtsregel die ze aanreikt moet slechts door bepaalde burgers worden nageleefd en slechts door bepaalde rechters worden toegepast
niet-bindende rechtsbron/gezaghebbende rechtsbron
de rechtsregel die ze aanreikt, kan maar moet niet door de burger worden nageleefd en kan maar moet niet door de rechter worden toegepast
de wet
elke algemene regel die door de bevoegde overheid uitdrukkelijk werd uitgevaardigd en neergelegd in een bindende tekst
beschikkingen
overheidsbesluiten voor concrete gevallen
wet in materiële zin
overheidsbesluiten met algemene strekking
trias politica
de vorming van het recht moet uitsluitende een taak van de wetgevende macht zijn
codificeren
het samenbrengen van rechtsregels in een wettekst op een systematische, geordende wijze
exegetische school
steunde de codificatiebeweging, stelde dat het recht volledig in de geschreven wetten moet te vinden zijn
legisme
de herleiding van het recht tot de wet
historische school
het recht moet de direct uitdrukking van de ‘volksgeist’ zijn, recht moet zich op een organische wijze met het volk ontwikkelen
subsidiariteitsbeginsel
vraagt dat de bevoegdheden aan het niveau worden toegewezen, waar ze het best kunnen worden uitgeoefend
deregulering
verminderen van het aantal regelingen
harmonisatie
betere onderlinge afstemming tussen wetten
positiveren
beginselen die eerst ethische verwachtingen zijn, omzetten tot eisen van het recht zelf door ze op te nemen in het recht
rechtstreekse democratie
de wetgevende macht ligt bij de meerderheid van de bevolking die zich uitspreekt in een referendum
onrechtstreekse democratie
de wetgevende macht ligt bij de meerderheid van de verkozen volksvertegenwoordigers van het volk die beslissen, eventueel na een volksraadpleging
presidentieel systeem
de uitvoerende macht ligt bij een verkozen staatshoofd
parlementair systeem
de uitvoerende macht ligt bij een niet-verkozen regering die het vertrouwen heeft van de volksvertegenwoordiging
semi-presidentieel systeem
de uitvoerende macht ligt bij een verkozen staatshoofd die een regering benoemt die het vertrouwen heeft van de volksvertegenwoordiging
rechtszekerheid
impliceert dat de regelgeving voldoet aan de eisen van toegankelijkheid, berekenbaarheid en betrouwbaarheid, en uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid