Deel 1- KBS 7 Flashcards

blz. 1 t/m 10 (18 cards)

1
Q

wat betekent dat het van een verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij?

A

Betekent dat mantelzorg meer moet doen, zorg gericht wordt op preventief en de zorg
naar extramuraal gaat.
 Gevolgen voor verpleegkundige: ondersteuning zelfmanagement, herontdekte
wijkverpleegkundige, belang van preventie, veranderingen in zorgaanbod en werkproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

door welke 4 wetten zijn de AWBZ vervangen?

A

wlz, zvw, jeugdwet en wmo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uit welke 5 dingen bestaat het verpleegkundig proces? en welke 2 extra stappen horen bij het model van rosendaal?

A
  1. Anamnese (assessment)
  2. Verpleegkundige diagnoses
  3. Doelen
  4. Interventies
  5. Monitoring (evaluatie)

rosendaal:
1. Anamnese
2. Verpleegkundig diagnose
3. indiceren
4. doelen
5. monitoring
6. borgen kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

indiceren?

A

Vaststellen of iemand in aanmerking komt voor behandeling of hulpverlening en wat die nodig heeft.-> Wie kan die zorg het beste leveren?-> via de piramide zorgtoewijzing zie je dat er eerst wordt gekeken naar: eigen kracht, daarna naar
mantelzorg, sociale omgeving, vrijwilligers, coll. voorziening en als laatste individuele voorziening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

intercollegiaal toetsen?

A

Vorm van deskundigheidsbevordering. Waarbij er wordt gereflecteerd op het handelen uit het
verleden. Je kijkt kritisch naar jezelf en naar medecollega’s.-> intervisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat kunnen hulpmiddelen zijn bij indiceren?

A

Indiceren gaat doormiddel van klinisch redeneren van het normenkader.
 De normenkader is de basis dus voor het klinisch redeneren en indiceren van zorg
 Normenkader V&VN belangrijkste begrippen: professionele autonomie, HBO
verpleegkundige, versterken eigen regie en cliëntensysteem, indiceren en organiseren van
zorg, klinisch redeneren, verslaglegging en overdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waaruit bestaat klinisch redeneren?

A

Vraagverheldering, diagnose, planning van resultaten en interventies, organisatie, uitvoer en
evaluatie van zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

warme overdracht?

A

Maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de overgang van het ziekenhuis naar huis soepel verloopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

generiek model zelfmanagement?

A

Interactie tussen de mens met een chronische aandoening en zijn hulpverlener.-> zowel competenties nodig van cliënt en zorgvrager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mantelzorg?

A

alle hulpbehoevende hulp aan iemand uit je directe sociale omgeving.-> ook minder intensieve hulp valt hieronder-> ook hulp aan huisgenoten en instellingsbewoners-> vaak gaat de hulp verder dan de ‘’gebruikelijke hulp’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

door welke 2 dingen kan het sociale netwerk in kaart worden gebracht?

A

genogram:
Overzicht familiesysteem-> generaties van alleen familie-> overlijden, ziektes, scheidingen, relaties onderling en familie gebeurtenissen kunnen hierin
worden opgenomen. -> drie of vier generaties en onderlinge relatie, zie je vaak
ecogram:
Het sociale netwerk in kaart brengen. -> het gaat hier niet alleen om familie. -> Ook bijvoorbeeld: vrienden, kennisen, collega’s en medebewoners-> je geeft aan hoe de relatie is en wat voor steun je van iemand hebt (emotioneel, praktisch,
gezeldschap ect).
 Met de Mantelscan meet je de draagkracht en last van de mantelzorger. Zo kan je zien of er
sprake is van overbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is zelfmanagement?

A

Termen adherence en compliance -> alternatieve benadering zelfmanagement.
 Met zelfmanagement moeten verpleegkundige: kracht van patiënt ondersteunen, patiënt is
medebehandelaar en regisseur.
 Gaat ook om tijdens het stervensproces de regie bij de patiënt te houden.
 Men krijgt hierdoor kennis in eigen kracht, eigen houding en kracht, minder zorgkosten en
minder professionele zorg nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

chronic care model?

A

zelfmanagementondersteuning integraal onderdeel van de zorg voor chronisch zieken en worden
vijf essentiële elementen van zelf managementondersteuning beschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

5A model?

A

Het 5A-model is een model dat zorgverleners helpt bij het structureren van zelfmanagementondersteuning. Het bestaat uit vijf stappen die allemaal met een “A” beginnen: Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren Resulteren in individueel zorgplan (IZP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uit welke 2 onderdelen bestaat het individueel zorgplan?

A
  1. Zelfmanagementonderdeel: wat de zorgverlener zelf gaat doen, middelen en ondersteuning die
    ervoor nodig is.
  2. Individueel behandeldeel: beschrijf de zorg en ondersteuning van de zorgverlener en door wie
    geleverd wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

drie fases shared decision making?

A

Fase 1: choice talk -> verhelderen dat er een keuze mogelijk is.
Fase 2: option talk -> gesprek over verschillende keuzemogelijkheden, met specifieke
voor -en nadelen.
Fase 3: decision talk -> afweging ten aanzien van opties en besluit en neem je samen
beslissing

17
Q

wat is nodig bij shared decision making?

A
  1. Intensieke betrokkenheid
  2. motivatie
  3. macht en deskundigheid wordt niet dwingend ingezet
18
Q

paternalisme?

A

Een bepaalde houding of een aanpak waarbij er een sterk hiërarchische structuur wordt
aangehouden.