deel 10 Flashcards

(32 cards)

1
Q

rekruteringsbevolking/ bevolking op actieve leeftijd

A

kunnen arbeid aanbieden, maar ook mensen die uit eigen keuze niet tot de arbeidsmarkt toetreden (niet- actieven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

niet- actieven

A

mensen die niet in loondienst werken en ook niet naar werk zoeken (studenten, huismannen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beroepsbevolking/ actieve bevolking

A

mensen die tot de arbeidsmarkt toetreden, zowel werkenden als werklozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

werkloosheidsinterval

A

wanneer het voor werklozen voordeliger is om werkloos te blijven dan om werk te zoeken (loon ligt amper boven de werkloosheidsuitkering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

armoedeval

A

wanneer iemand opgesloten is in armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

reservatieloon werknemers

A

minimumbedrag dat iemand wil ontvangen in ruil voor het leveren van arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

marginale arbeidsproductiviteit

A

bijkomende productie van goederen door het inzetten van bijkomende werknemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

loonwig

A

verschil tussen de loonkost min het netto gedeeld door de loonkost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kapitaal

A

voorraad productiemiddelen die waarde hebben en die kunnen overgedragen worden van de ene periode naar de volgende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rente

A

inkomen dat ontvangen wordt vanuit vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fysiek kapitaal

A

tastbaar kapitaal, door mensen geproduceerd: machines, materieel, uitrusting, huizen, wegen, gebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

menselijk kapitaal

A

kennis, ervaring, scholing, vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

intellectueel kapitaal

A

intellectuele eigendomsrechten: patenten, octrooien, muziek, theater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

natuurlijk kapitaal

A

niet door de mens geproduceerd: gronden bossen, rivieren, ecosysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sociaal kapitaal

A

sociale relaties en netwerken in economie bv: normen en waarden, cultuur, vertrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

institutioneel kapitaal

A

geheel van wettelijke bepalingen en voorschriften

17
Q

vervangingsinversteringen

A

de aangekochte kapitaalgoederen vervangen de economisch verouderde kapitaalgoederen bv: versleten machine vervangen

18
Q

uitbreidingsinvesteringen

A

de investeringen die vaste kapitaalgoederenvoorraad doen toenemen bv: machinepark van een bedrijf uitbreiden

19
Q

bruto-investering

A

bevatten enkel fysiek en intellectueel kapitaal

20
Q

echte ‘netto’-investeringen

A

(genuine investment) ook investeringen in menselijk kapitaal en veranderingen in natuurlijk kapitaal worden opgenomen

21
Q

verdisconteren

A

toekomstige bedragen naar vandaag transformeren door het berekenen van de actuele/ verdisconteerde waarde (AW) met discontovoet (i) => mate van ongeduld of tijdsvoorkeur (in the long run were all dead)

22
Q

gebruikswaarde

A

waarde die mensen hechten aan het product om het te gebruiken

23
Q

niet-gebruikswaarde

A

waarde die mensen hebben aan een goed zonder het te gebruiken

24
Q

directe gebruikswaarde

25
indirecte gebruikswaarde
het bos voorziet bepaalde goederen die door de mens kunnen worden gebruikt
26
optiewaarde
waarde van het bos voor een individu in de toekomst
27
vermogensmarkt/ financiële markt
markt waar de aanbieders van vermogen (spaarders, beleggers) de vragers van vermogen (bedrijven die willen investeren) ontmoeten om een overeenkomst te maken
28
obligaties
schuldtitels met een vaste looptijd
29
arbitrage
marktpartijen die winstmogelijkheden uitbuiten, door hun acties worden de winstmogelijkheden weggewerkt
30
aandelen
deelbewijzen in kapitaal van onderneming (stuk eigenaar) => ontvangt dividend (winstaandeel)
31
koers van het aandeel
verdisconteerde som van de toekomstige geldstromen
32
douaneheffing
een belasting op goederen die in het buitenland geproduceerd worden en in het eigen land verkocht worden of vice versa (zorgen ervoor dat ingevoerde producten boven wereldprijs uitstijgen) = import/export heffing