Deel 2: Epitheel Flashcards
(7 cards)
Hechtstructuren tussen epitheelcellen;
Structuur en Functie
Structuren:
- adhererende verbindingen en fokale contacten
- desmosomen en hemidesmosomen
Functie:
- Zorgt voor mechanische stevigheid en laat cellen als één structuur functioneren
Uitstulpingen van epitheelcellen:
- Verschil tussen cilia en stereocilia
- Structuur en functie van microvilli
- Structuur en functie van cilia
- Verschil tussen cilia en stereocilia:
A) Cilia:
- Beweeglijk
- Bevatten microtubuli in een 9+2 patroon
- typisch bewegingspatroon
- Functie: transport van slijm of vloeistof over het celoppervlak (bv. in de luchtwegen)
B) Stereocilia:
- Niet-beweeglijk
- Lange, slanke uitstulpingen; lijken op microvilli
- Bevatten actinefilamenten
- Functie: absorptie (bv. in epididymus) of sensorisch (bv. in binnenoor)
- Microvilli:
• Structuur:
-Kleine, vingervormige uitstulpingen
- Binnenin zitten actinefilamenten
- Vormen vaak een borstelzoom in absorptief weefsel
• Functie:
- Vergroten het oppervlak voor absorptie (bv. in de darm) - Cilia:
•Structuur:
- Groter dan microvilli
- Bevatten een kern van microtubuli (9+2 structuur)
•Functie:
- Actieve beweging van vloeistof of deeltjes over het oppervlak van epitheelcellen
- Belangrijk in bv. luchtwegen (slijmtransport) en eileiders (transport van eicellen)
Soorten eenlagig epitheel + voorbeeld
- Plaveiselcelepitheel vb. endotheel van bloedvaten
- Kubisch epitheel vb. schildklierfollikels
- Cilindrisch epitheel vb. darmwand
Soorten pseudomeerlagig epitheel + voorbeeld
Alle cellen rusten hier op een basale membraan, maar niet alle cellen reiken tot aan het oppervlak –> vb. bekleding van de trachea
Soorten meerlagig epitheel + voorbeeld
- Plaveiselcelepitheel:
A) verhoornd –> vb. Huid
B) niet verhoornd –> vb. Slokdarm - Kubisch –> vb. Zweetklieren
- Cilindrisch –> vb. Conjunctiva
- Overgangsepitheel –> vb. urinewegen
Huid: structuur + uitleg (vb. structuur + functie basale laag)
a) Stratum basale (basale laag)
• Structuur:
- 1 rij levendige cellen op basaal membraan
- verbonden via desmosomen en hemidesmosomen
- melanocyten (tegen UV)
- merkelcellen (sensorisch)
• Functie: zorgen voor vernieuwing van de opperhuid (stamcellen)
b) Stratum spinosum (stekelcellaag)
• Structuur:
- Meerlagig levendige, isodiametrische cellen met veel desmosomen
- Langerhanscellen (afweer)
- Sporadisch lymfocyten
• Functie: Celverdediging + begin keratinisatie
c) Stratum granulosum (korrellaag)
• Structuur:
- Afgeplatte cellen met keratohyaliene korrels (voorloper van keratine)
• Functie: Voorbereiding op verhoorning + waterbarrière
d) Stratum lucidum (heldere laag)
• Structuur:
- Alleen aanwezig in dikke huid (bv. voetzolen)
- meerdere celrijen met vezelige keratine
• Functie: Extra bescherming
e) Stratum corneum (hoornlaag)
• Structuur:
- Dode, platte cellen volledig gevuld met keratine, zonder celkern
• Functie: Barrière tegen waterverlies, binnendringen van stoffen, en mechanische schade
- Dermis (lederhuid)
•Structuur:
- bindweefsel, rijk aan bloedvaten, zenuwen en lymfevaten
• Functie: Zorgt voor voeding en ondersteuning van de epidermis, bevat ook haarfollikels, talg- en zweetklieren.
Verschil tussen endocriene en exocriene klier + klassificatie
● Exocriene klier:
- afvoer via afvoergang [buiten of lumen]
- Zweet, speeksel, slijm, enzymen, talg…
- vb: Zweetklier, speekselklier, talgklier
A) Volgens afgave secretieproduct:
》Merocriene klier: exocytose [acini in de pancreas]
》Apocriene klier: met deel van cytoplasma
》Holocriene klier: volledige cel [talgklier]
B) Volgens de morfologie:
》Enkelvoudige klier: 1 enkele, onvertakte klierbuis
》Samengestelde klier:complex vertakt afvoersysteem
♧Secretoire deel:
- tubulair
- acinair
- alveolair
● Endocriene klier:
- Geen afvoergang; rechtstreeks in het bloed
- Hormonen
- Schildklier, eilandjes van Langerhans, bijnier
》Gewoon type: kliercellen liggen in strengen rond capillairen (vb. eilandjes van Langerhans (pancreas))
》Folliculair type: kliercellen omgeven een lumen met colloïd (vb. schildklier)