Deel 3 Flashcards
(84 cards)
1
Q
the context
A
de context
2
Q
the hierarchy
A
de hiërarchie
3
Q
the term
A
het begrip
4
Q
the curriculum vitae
A
het curriculum vitae
5
Q
the CV
A
het cv
6
Q
the public relations
A
de public relations
7
Q
the reputation
A
de reputatie
8
Q
the salary
A
het salaris
9
Q
the collaboration
A
de samenwerking
10
Q
the advantage
A
het voordeel
11
Q
the application
A
de sollicitatie
12
Q
the vacancy
A
de vacature
13
Q
to contract/hire
A
aannemen
14
Q
to record
A
opnemen
15
Q
to take place
A
plaatsvinden
16
Q
to produce/manufacture
A
produceren
17
Q
to collaborate (to work together)
A
samenwerken
18
Q
to let down/disappoint
A
teleurstellen
19
Q
attractive
A
aantrekkelijk
20
Q
varied
A
afwisselend
21
Q
ambitious
A
ambitieus
22
Q
ridiculous
A
belachelijk
23
Q
possibly/potentially
A
eventueel
24
Q
old-fashioned
A
ouderwets
25
completely
volkomen
26
neither
evenmin
27
It is possible that
Het is mogelijk dat
28
It could be that
Het zou kunnen dat
29
It depends
het hangt er van af
30
that's not impossible
dat is niet onmogelijk
31
probably
waarschijnlijk
32
that's probably important
dat is vast (wel) belangrijk
33
certainly
zeker
34
I'm sure of it
Ik ben er zeker van
35
Surely
Vast en zeker
36
It speaks for itself
Dat spreekt vanzelf
37
Of course
Uiteraard
38
Naturally
Natuurlijk
39
Absolutely
Absoluut
40
Is that right?
Klopt dat?
41
Can you please explain that
Kunt u dat eens uitleggen?
42
Can you perhaps say?
Kunt u misschien zeggen?
43
the construction
de aanleg
44
the advertisement
de advertentie
45
the board, directorship
het bestuur
46
the data
het gegeven
47
yours sincerely
de hoogachting
48
the disadvantage
het nadeel
49
the knowledge
de kennis
50
the employee
de medewerker
51
to hesitate, waver
aarzelen
52
to coach, to accompany, to escort, to attend
begeleiden
53
to consider as/look upon as
beschouwen als
54
spending time
doorbrengen
55
to establish
oprichten
56
to convince
overtuigen
57
referring to
verwijzen naar
58
prepared
bereid
59
experienced
ervaren
60
soon/early
spoedig
61
flowing
vloeiend
62
on the other hand
anderzijds
63
on the one hand
enerzijds
64
during
gedurende
65
a lot
een heleboel
66
hi [?]
hoi
67
yours faithfully
hoogachtend
68
love
liefs
69
recently
onlangs
70
finally
tenslotte
71
as regards/as to
wat betreft
72
do his (very) best
zijn (uiterste) best doen
73
the lawyer
de advocaat
74
advice
het advies
75
the driver's licence
het rijbewijs
76
the look
de blik
77
the roll
de rol
78
to operate
functioneren
79
to pay attention to
letten op
80
to withdraw
opnemen
81
to amaze
verbazen
82
to prevent
voorkomen
83
terribly
ontzettend
84
weak
zwak
