Definities SEM1 Flashcards

(70 cards)

1
Q

convexe veelhoeken

A
  1. veelhoeken waarvan alle diagonalen binnen de veelhoek vallen
  2. veelhoeken waarvan de verbindingslijn tussen 2 willekeurige punten op de omtrek altijd binnen de veelhoek valt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoogtepunt

A

het gemeenschappelijk punt waar de hoogtelijnen elkaar altijd snijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rechthoek

A

een vierhoek met 4 (rechte) hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stompe hoek

A

een hoek groter dan een rechte hoek, maar kleiner dan een gestrekte hoek

DUS: 90° < HOEK < 180°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

driehoek

A

een veelhoek met juist 3 zijden en 3 hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vlak

A

een onbegrensd plat oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

trapezium

A

een vierhoek met minstens 1 paar evenwijdige zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gelijkzijdige driehoek

A

een driehoek met 3 gelijke zijden

elke gelijkzijdige driehoek is dus ook een gelijkbenige driehoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stomphoekige driehoek

A

een driehoek met 1 stompe hoek en 2 scherpe hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

middelloodlijn van een lijnstuk

A

een rechte die loodrecht door het midden van dat lijnstuk gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nulhoek

A

een hoek waarvan de benen samenvallen

DUS: hoekgrootte = 0°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gestrekte hoek

A

een hoek waarvan de benen in elkaars verlengde liggen

DUS: hoekgrootte = 180°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

scherpe hoek

A

een hoek groter dan een nulhoek, maar kleiner dan een rechte hoek

DUS: 0° < HOEK < 90°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vlakke figuur

A

een begrensd plat oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

rechthoekig trapezium

A

een trapezium waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn en/of de aanliggende hoeken even groot (en recht) zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

parallellogram

A

een vierhoek met 2 paar evenwijdige zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

rechte hoek

A

een hoek waarvan de benen loodrecht op elkaar staan

DUS: HOEK = 90°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

rechte

A

een onbegrensde lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

graad (°)

A

de maateenheid voor hoekgrootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

rechthoekige driehoek

A

een driehoek met 1 rechte hoek en 2 scherpe hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

gelijkbenige driehoek

A

een driehoek met minstens 2 gelijke zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

vierhoek

A

een veelhoek met juist 4 zijden en 4 hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

ruit

A

een vierhoek met 4 gelijke zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

scherphoekige driehoek

A

een driehoek met 3 scherpe hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
overstrekte hoek
een hoek groter dan een gestrekte hoek, maar kleiner dan een volle hoek DUS: 180° < HOEK < 360° = inspringende hoek = uitspringende hoek
26
vierkant
een vierhoek met 4 gelijke zijden en 4 gelijke (rechte) hoeken
27
evenwijdige rechten
rechten in hetzelfde vlak die samenvallen of geen enkel punt gemeenschappelijk hebben
28
assenstelsel
een rooster waarop zowel op de horizontale als op de verticale as getallen worden geplaatst die getallen worden bij een roosterlijn geschreven
29
divergeren
uiteenlopen, uit elkaar wijken
30
deelpunt
het gemeenschappelijk punt waarbij de deellijnen elkaar altijd snijden
31
oorsprong
het snijpunt van de 2 assen in een assenstelsel
32
middelpunt
het gemeenschappelijk punt waar de middelloodlijnen elkaar altijd snijden
33
zwaartepunt
het gemeenschappelijk punt waar de zwaartelijnen elkaar altijd snijden
34
loodrechten
snijdende rechten die een rechte hoek vormen
35
concave / niet-convexe veelhoeken
1. veelhoeken waarbij minstens 1 diagonaal niet volledig binnen de veelhoek valt 2. veelhoeken waarbij minstens 1 verbindingslijn tussen 2 willekeurige punten op de omtrek niet (volledig) binnen de veelhoek valt
36
kubus
een zesvlak uitsluitend begrensd door vierkanten
37
niet-veelhoek
een vlakke figuur begrensd door gebogen en gebroken lijnen = minstens 1 gebogen lijn
38
piramide
een veelvlak waarvan 1 zijvlak een willekeurige veelhoek is, en alle andere zijvlakken driehoeken met een gemeenschappelijk hoekpunt zijn
39
schaduw
de projectie van een figuur of voorwerp op een oppervlak, wanneer de figuur of het voorwerp zich tussen de lichtbron en het scherm bevindt
40
plattegrond met hoogtegetallen
een grondplan dat aangeeft hoeveel blokken er op die plaats opeengestapeld zijn
41
gelijkbenig trapezium
trapezium waarbij de overstaande zijden evenwijdig en/of even lang zijn de aanliggende hoeken zijn even groot
42
zwaartelijn
een rechte die door een hoekpunt van een veelhoek en door het midden van de overstaande zijde gaat
43
aanzicht
een tweedimensionaal beeld/weergave
44
volle hoek
een hoek waarbij de benen (na omwenteling) opnieuw samenvallen DUS: HOEK = 360°
45
lijnstuk
een begrensde rechte lijn
46
deellijn
een rechte door het hoekpunt die de hoek in 2 gelijke delen verdeelt = bissectrice
47
omwentelingslichaam
een ruimtefiguur die ontstaat door het wentelen van een vlakke figuur om een as
48
regelmatig prisma
een recht prisma waarvan het grond- en bovenvlak regelmatige veelhoeken zijn
49
regelmatige veelhoek
een veelhoek met allemaal gelijke zijden en met allemaal gelijke hoeken
50
meerhoek
een veelhoek met meer dan 4 hoeken bv. vijfhoek, zeshoek ...
51
veelhoek
een vlakke figuur uitsluitend begrensd door een gesloten gebroken lijn (lijnstukken) DUS: geen enkele gebogen lijn
52
snijdende rechten
rechten die juist 1 punt gemeenschappelijk hebben
53
ongelijkbenige driehoek
een driehoek waarvan de 3 zijden allemaal een verschillende lengte hebben
54
congruente figuren
figuren die identiek aan elkaar zijn zowel de vorm als grootte zijn gelijk, ze bedekken elkaar volledig
55
prisma
een veelvlak met ten minste 2 evenwijdige zijvlakken, waarvan de opstaande ribben onderling evenwijdig zijn
56
parallellepidum
een zesvlak uitsluitend begrensd door parallellogrammen
57
ruimtefiguur
een deel van de ruimte begrensd door een gesloten oppervlak dat gesloten oppervlak kan plat, gebogen of een combinatie van beide zijn
58
veelvlak
een ruimtefiguur uitsluitend begrensd door platte oppervlakken
59
roosterlijn
de lijnen op een as waar getallen bij genoteerd staan
60
symmetrieas
een spiegelas die de figuur in 2 gelijke delen verdeelt, waarbij de ene helft van de figuur het spiegelbeeld is van de ander helft van de figuur
61
regelmatige piramide
een piramide waarvan het grondvlak een regelmatige veelhoek is en waarvan alle opstaande ribben even lang zijn
62
recht prisma
een prisma waarvan de opstaande ribben loodrecht op het grondvlak staan
63
balk
een zesvlak uitsluitend begrensd door rechthoeken
64
niet-veelvlak
een ruimtefiguur die begrensd wordt door minstens 1 gebogen oppervlak
65
vlieger
een vierhoek met 2 paar gelijke zijden
66
blokkenbouwsel
een bouwwerk van blokken om het ruimtelijk denken te oefenen
67
vlakke figuur
een vlak oppervlak, begrensd door een gesloten lijn deze gesloten lijn kan gebogen of gesloten zijn, of een combinatie van beide
68
kijklijn
een denkbeeldige rechte lijn (lijnstuk) vanuit de plaats waar je staat naar het punt waarnaar je kijkt = viseerlijn
69
oppervlak
een oneindige, tweedimensionale aaneenschakeling van punten
70
lijn
een oneindige, eendimensionale aaneenschakeling van punten ze kan recht, gebogen (krom) of gebogen zijn