Definities SEM1 Flashcards
(70 cards)
convexe veelhoeken
- veelhoeken waarvan alle diagonalen binnen de veelhoek vallen
- veelhoeken waarvan de verbindingslijn tussen 2 willekeurige punten op de omtrek altijd binnen de veelhoek valt
hoogtepunt
het gemeenschappelijk punt waar de hoogtelijnen elkaar altijd snijden
rechthoek
een vierhoek met 4 (rechte) hoeken
stompe hoek
een hoek groter dan een rechte hoek, maar kleiner dan een gestrekte hoek
DUS: 90° < HOEK < 180°
driehoek
een veelhoek met juist 3 zijden en 3 hoeken
vlak
een onbegrensd plat oppervlak
trapezium
een vierhoek met minstens 1 paar evenwijdige zijden
gelijkzijdige driehoek
een driehoek met 3 gelijke zijden
elke gelijkzijdige driehoek is dus ook een gelijkbenige driehoek
stomphoekige driehoek
een driehoek met 1 stompe hoek en 2 scherpe hoeken
middelloodlijn van een lijnstuk
een rechte die loodrecht door het midden van dat lijnstuk gaat
nulhoek
een hoek waarvan de benen samenvallen
DUS: hoekgrootte = 0°
gestrekte hoek
een hoek waarvan de benen in elkaars verlengde liggen
DUS: hoekgrootte = 180°
scherpe hoek
een hoek groter dan een nulhoek, maar kleiner dan een rechte hoek
DUS: 0° < HOEK < 90°
vlakke figuur
een begrensd plat oppervlak
rechthoekig trapezium
een trapezium waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn en/of de aanliggende hoeken even groot (en recht) zijn
parallellogram
een vierhoek met 2 paar evenwijdige zijden
rechte hoek
een hoek waarvan de benen loodrecht op elkaar staan
DUS: HOEK = 90°
rechte
een onbegrensde lijn
graad (°)
de maateenheid voor hoekgrootte
rechthoekige driehoek
een driehoek met 1 rechte hoek en 2 scherpe hoeken
gelijkbenige driehoek
een driehoek met minstens 2 gelijke zijden
vierhoek
een veelhoek met juist 4 zijden en 4 hoeken
ruit
een vierhoek met 4 gelijke zijden
scherphoekige driehoek
een driehoek met 3 scherpe hoeken