design I Flashcards

(82 cards)

1
Q

Wat is design?

A
  • grafisch ontwerp (logo design, letter design, branding, social media, website design)
  • interface
  • vormgeving en ontwerp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doel design

A
  • communicatiemodel

- visuele ondersteuning om boodschap over te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

toolbox

A
  • kleur
  • typografie
  • beeld
  • vorm
  • compositie en lay-out
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

typografie

A

Omvat alle aspecten die horen bij het “opmaken” van een tekst (lettertype, regelafstand, grootte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

letterontwerp

A

ontwerpen van lettertypes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doel typografie

A
  • Tekst leesbaar maken

- al iets vertellen over de inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geschiedenis typografie

A
  • eerste schrift –> tekens
  • beeldschrift
  • Romeinse letters = basis van de schreefletter (met penseelstreek en bijtel)
  • schrift van Karel de Grote
  • de gotische minuskel (Bijbel –> smallere letters, duur papier)
  • 1455: gutenbergbijbel –> basis boekdrukkunst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de letter en het lettertype

A
  • x-hoogte = hoogte van de letter
  • kapitaalhoogte = bij uppercase
  • stok en staart = uitsteeksels van x-hoogte)
  • romein/romen cursief, italic
  • kapitaal/bovenkast/uppercase onderkast/lowercase
  • corpsgrootte = aanduiden in punten, grootte van letter
  • lettergrootte roman is tussen 8 en 10 pt
  • lettergrootte kleinst leesbare tekst is 5pt
  • ligaturen = letters die aan elkaar hangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lettercategorieën

A
  • Sans serif (schreefloos)
  • Serif (schreef, op sommige plekken dunner)
  • Slabserif (overal is de letter even dik)
  • display (lettertype voor kleine tekst, karakterisitieke letters, opvallender, vooral bij logo’s en merken)
  • Mono(spaced) (iedere letter neemt even veel plaats in, vooral vroeger gebruikt bij typemachine’s)
  • handwriting/script ( vaak niet gebruikt in professionele wereld)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leesbaarheid van een tekst (9)

A
  • witruimte = rustpunt voor ogen
  • alinea’s
  • marges (afstand tussen tekst en rand)
  • kolommen zorgen voor extra marges
  • word spacing ( niet in blokken werken - zorgt voor grote gaten in tekst)
  • interlinie (ruimte tussen de regels)
  • tekst uitlijnen (meestal links)
  • letter spacing (afstand tussen de aparte letters)
  • het lettertype en de diverse lettergroottes en soorten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

manieren van uitlijnen

A
  • uitgevuld/justify ( zorgt voor gaten)
  • gecentreerd / Align center ( enkel voor titels en heel korte teksten)
  • links uitgelijnd/ align left ( meest flexibele manier)
  • rechts uitgelijnd / align right (vermijden!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

doel compositie

A
  • de drager boeiender, spannender maken
  • structuur en hiërarchie aanbrengen in informatie
  • informatie beklemtonen en sterker doen uitkomen dan andere
  • zoeken naar evenwicht en inspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

factoren bepalen van lay-out

A
  • vorm
  • plaats
  • verhouding
  • oppervlakte van drager
  • kleur
  • negatieve ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

soorten composities

A
  • centrale
  • symmetrische
  • assymmetrische
  • diagonale
  • overal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vector

A
  • paden die gedefinieerd worden door begin- en eindpunt met daartussen andere punten
  • kan elke vorm hebben
  • mathematische parameters, geen pixels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vectorbestand

A
  • grafische afbeelding die opgebouwd is uit vele individuele objecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

kenmerken vectorbestand

A
  • zijn oneindig schaalbaar
  • kleine bestandsgroote
  • zijn resolutie onafhankelijk
  • geen achtergrond/ vrijstaande elementen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

pixel

A
  • afbeeldingen in Photoshop
  • 72 dpi nodig om een afbeelding scherp te zien ( 1 inch = 2,5 cm)
  • verhogen van dpi maakt afgedrukte afbeelding kleiner ( en omgekeerd)
  • onmogelijk om beeld in lage resolutie om te zetten in een hoge resolutie en de grootte te bewaren
  • je kan resolutie van beeld niet verhogen om zo een beter kwaliteit te bekomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

resolutie

A

pixeldichtheid van een beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

kenmerken pixel

A
  • iedere pixel bevat unieke informatie
  • niet oneindig schaalbaar
  • resolutie web = 72dpi
  • resolutie print = 300 dpi
  • veel pixels = veel megabytes
  • te weinig pixels = niet veel details/ wazig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

DPI

A
  • Dots Per Inch
  • beschrijft resolutie van beeld
  • verwijst naar het aantal afgedrukte ounten op een vierkante inck van een door een printer afgedrukte afbeelding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

PPI

A
  • Pixel per Inch
  • resolutie van beeld beschrijven
  • verwijst naar het aantal pixels op een vierkante inch op een computerscherm weergegeven beeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Place linked

A
  • beeld uit Photoshop dat je plaatst in Illustrator afzonderlijk bewerken
  • wordt automatisch aangepast
    doorsturen? geplaatste beelden mee doorsturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

place embedded

A

-beeld uit photoshop in Illustrator plaatsen en afzonderljk bewerken
-beeld wordt niet gezien als photoshop file maar als illustrator file
doorsturen? beeld is geïntegreerd –> zichtbaar voor iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
.psd
- photoshop native document - behoud alle info die bij het beeld hoort - behoud van layers, effecten, settings, kleuren, transparantie - geen compressie - enkel te openen in dezelfde versie van Photoshop
26
.ai
- adobe illustrator native document - geen compressie - behoud van layers, effecten, settings, kleuren, transparantie
27
.tiff
- tagged image file format - behoud lagen - beste kwaliteit ~ zeer zwaar - voor drukwerk
28
.jpg
- Joint photographic experts group - compressie (er gaat info verloren) - goede kleurcompressie (max 16,7 miljoen kleuren) - foto's - compressie vs kwaliteit - geen transparantie en minder scherpe kleurovergangen - compatibel
29
.gif
- Graphics interchange format - max 256 kleuren, verlies van beeldinformatie door compressie - transparantie - voor afbeeldingen met weinig kleur (logo's, iconen,..), animaties
30
.png
- portable network graphic - aantal eigenschappen van . jpg en .gif - max 256 kleuren - transparantie - combinatie graphics en image - goede verhouding kwaliteit/compressie
31
.pdf
- portabkle document format - universeel-niet aanpasbaar-vectorieel formaat - onafhankelijk van software en besturingssysteem - meerdere pagina's
32
fonts outline
- document in illustrator doorsturen - neit iedereen heeft het font dat wordt gebruikt - outlines maken van tekst --> wordt vector shape
33
werprocessen
- briefing en analyse - research - voorontwerp - grafisch ontwerpen - productie
34
doel briefing
- krijgen van omschrijving wat de klant nodig heeft - via gesprek en vragen - belangrijk dat je goed weet wie je klant is, wie zijn klanten zijn, wat de functie is - kritisch en duidelijk zijn - planning, wie doet wat, wat wordt verwacht, welk materiaal is ter beschikking, budget,...
35
vragen over de klant
- Wat doet je bedrijf? - Waar zijn jullie actief? - Wie zijn je klanten? - Waarom wil je een nieuwe site, app, ...? - Wat is je doelgroep/ Wie bereik ja al en wie wil je bereiken?
36
Vragen over het project
- Waarom wil je een site, app? - Bestaat er al een site? - Wat wil je bereiken? - Is er een huisstijlgids? - In welke talen communiceer je? - Wie neemt de beslissingen? - Wat is je planning? - Welke informatie heb je al? - Wat is je budget? - Wat verwacht je van mij?
37
reserach
- je documenteren en informeren (concurrenten, klant, referenties) - inspiratie zoeken en verzamelen (pinterest, op straat, boeken, films, in de winkel --> overal)
38
Persona
- fictief persoon | - proberen in te leven in de wereld van de doelgroep (naam, leeftijd, beroep, woonplaats, gezin, loon,...)
39
branstorm stappen
- divergeren - mindmapping - convergeren - moodboard
40
divergeren
- het vinden van zoveel mogelijk ideeën en oplossingen - alle ideeën zijn goed, nog niet denken aan praktische zaken - veel alternatieven - durf extreme ideeën door te geven - bekijk de dingen van een andere kant - neem de tijd, een idee ontstaat niet zomaar
41
Mindmapping
- techniek die kan helpen om informatie, gedachten en denkpatronen in beeld te brengen - helpen om nieuwe verbanden te zien, op andere ideeën te komen en overzicht te behouden
42
convergeren
- groeperen --> sommige ideeën horen samen of zijn hetzelfde - schrappen --> sommige ideeën zijn niet haalbaar, lijken op iets dat al gedaan is, hebben al bewezen niet te werken - selecteren/kiezen --> 2 of 3 ideeën kiezen die je verder wil onderzoeken
43
Moodboard
- creatief proces --> communiceren van ideeën, ideeën voorleggen aan de klant - visualisatie van concept, idee, gedachte of gevoel - basis voor de verschillende voorontwerpen en om de klant een eerste viduele richting te tonen - helpen om esthetische beslissingen te nemen voor ontwerpproces
44
Web design moodboard
- focus op specifieke elementen die helpen visualiseren hoe je site en interface er zal uitzien - kleurenpallet, fonts, fotografie/illustraties, navigatie, gebruik van ruimte
45
grafisch ontwerp
maken van style guide/huisstijlgids
46
grid
- wordt gebruikt als hulpmiddel voor de opbouw van een site (kolommen) - dunne lijnen maken een gutter/margin - men kan spelen met het aantal kolommen per blok om zo een ontwerp te maken - horizontaal kunnen we 'inhoudelijk samenhangende" blokken creeëren - minder afstand = blokken horen bij elkaar
47
fouten bij grid
- gutter wordt fout gebruikt - witruimte of margin ontbreekt aan zijkant van scherm - tekst/beeld staat te dicht bij de rand - achtergrond van een vlak heeft andere kleur --> tekst mag niet helemaal in de hoek beginnen (marges gebruiken)
48
kleurencirkel
-bestaat uit primaire, secundaire en tertiaire kleuren
49
primaire kleuren
- kunnen niet gemaakt worden door andere kleuren te mengen - gebruikt om andere kleuren te maken - rood, blauw en geel
50
secundaire kleuren
- verkrijg je door primaire kleuren te mengen | - groen, oranje en paars
51
CMYK
- voor drukwerk | - cyaan, magenta, yellow, black
52
spotcolors
- bestaat uit 1 inkt - kleur wordt gemengd tot 1 kleur voor er gedrukt wordt - kleur is zuiverdere dan CMYK kleur - VB/ Pantone
53
substractief mengen
- kleuren mengen met verf en inkt - kleuren lichter maken door wit toe te voegen, of vergrijzen door er zwart bij te doen (ontstaan verschillende kleurnuances)
54
RGB
- rood, groen en blauw | - gebruikt voor schermen, vaak kleurverschillen tussen verschillende scherm types
55
additief mengen
- kleuren weergeven met behulp van lichtbron en opgebouwd uit percentages rood, groen en blauw - wit = gelijke hoeveelheid van de basiskleuren - beeldscherm gekalibreerd of afgesteld op passend kleurprofiel (juiste kleur verkrijgen)
56
onzetting tussen kleursystemen
- niet alle pantonekleuren kunnen omgezet worden naar CMYK en/of RGB - een pantonekleur kan veel feller/zuiverder zijn dan CMYK afgeleide - een kleur in RGB kan veel feller zijn dan een CMYK afgeleide - zoeken naar een variant in kleurwaaiers en op het scherm
57
- basis-kenmerken kleur
- tint/hue - toon/value/ lightness (100% = wit) - verzadiging/saturation (100% = volledige kleur)
58
koude kleuren
- zakelijk, rust, stabiliteit, vertrouwen
59
warme kleuren
-passie, emotie, vreugde
60
geel
- stimulerende kleur - zon ) geluk
61
rood
- vuur, brand, warmte - wekt energie op - doet bloeddruk stijgen - zorgt voor actie - kleur met lef - trekt de aandacht
62
groen
- natuur - verzachtend, ontspannend - harmonisch
63
blauw
- lucht - rustgevende kleur - afstandelijkheid - zakelijkheid - wekt productiviteit op - vertrouwen
64
paars
- mystiek - exclusief - luxe - spiritueel
65
- magenta
- vrouwelijk - gevoelig - intuïtief - gewaagd
66
grijs
- soms saai - stabiel - emotieloos - elegant - veilig, neutrale keuze
67
zwart
- verfijnd - elegantie - durf - kracht - autoriteit
68
kleur toepassen
- rekening houden met kenmerken kleur (warm vs koud, psychologische waarde, primair vs tertiar) - kleur geeft een sfeer weer en spreekt een bepaalde doelgroep aan (kleur staat niet los van inhoud) - kleur trekt de aandacht (zuinig zijn met kleurgebruik)
69
kleurpalleten
- complementair - monochroom - split complementary - analoog - driehoek - rechthoek - vierkant
70
eerste schrift
- tekens | - duurde meer dan 50 000 jaar voor we ons schrift hadden
71
Romeins schrift
- rond begin Westerse jaartelling | - hoogtepunt: romeinse kapitaal, de Capitalis Romana --> moeder van alle Westers kapitaal- of majuskelschriften
72
schrift van Karel de grote
- de karolingische minuskel - Omdat bijbel teksten in Latijn werden geschreven - 768 - werd de dominante letter in West-Europa tot het eind van de 13de eeuw
73
gothische minuskel
- teksten kopiëren --> Veel werk en was duur - Zuiniger omgaan met inkt door letter kleiner te schrijven - sneller schrijven waardoor de letters hoekiger werden - Bestond 2 eeuwen - opgevolgd door andere gebroken schriften
74
Gutenbergbijbel
- 1455 - letters werden gezet uit losse metalen letters - gebasseerd op gothische handschrift - basis boekdrukkunst
75
letterfamilie
-alle mogelijke varianten van 1 lettertype
76
Schreefloze letter
- Franklin Gothic (1902) - Gall sans (1927) - Futura (1927) - Din (1936) - Univers (1956) - Helvetica (1957) - Arial (1990)
77
Arial
- basis lettertype Microsoft - goedkoop alternatief van Helvetica - 1 van de populairste schreefloze lettertypes
78
Schreefletter
- Garamond (1480-1561) - Didot (1784-1811) - Baskerville (1706 - 1755) - Times new Roman (jaren 30) - Bodoni
79
Didot
- gebaseerd op een verzameling verwante types die zijn ontwikkeld in de periode (1784-1811)
80
Baskerville
- John Baskerville (1706 -1811) | - vormde hoogtepunt van een reeks experimenten om de leesbaarheid van drukwerk te verbeteren
81
Times New Roman
- jaren 30 ontwikkeld voor het Britse dagblad The Times - vrij grootte x-hoogte met romein staartletters - weinig invloed op de leesbaarheid maar zorgt ervoor dat er veel meer tekst op een pagina gedrukt kan worden - zit in het Microsoft pakket - grote populariteit
82
Bodoni
- geïnspireerd door het lettertype van Baskerville - smallere onderliggende structuur met vlakke, strakke schreefjes - extreem sterk contrast tussen dikke en dunne slage en heeft een geometrische bouw - digitale versie kent soms leesbaarheidsproblemen