Determinatie termen Flashcards

(30 cards)

1
Q

Kelk

A

Buitenste krans van meestal groene bloembekleedsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kroon

A

Binnenste krans van bloembekleedsels; meestal gekleurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bloemdek

A

Bij geen te onderscheiden kelk en kroon (bijv. tulp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Meeldraden

A

Produceren stuifmeel, mannelijke organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stamper

A

Vrouwelijke organen. Bestaat uit vruchtbeginsel, stijl en stempel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderstandig vruchtbeginsel

A

Bevindt zich onder de bloem, tussen kelk en bloemsteel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bovenstandig vruchtbeginsel

A

Bevindt zich boven/in de bloem, tussen de bloembladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tweeslachtig

A

Zowel stamper als meeldraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veernervig

A

Eén hoofdnerf met zijnerven, die eventueel weer aderen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Handnervig

A

Meerdere hoofdnerven vanuit de bladvoet, eindigen verspreid over het blad. Eventueel aderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Parallelnervig

A

Meerdere hoofdnerven vanuit de bladvoet, eindigen in de bladtop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gekarteld

A

Stomp naar buiten, scherp naar binnen (Stinkende gouwe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Getand

A

Stomp naar binnen, scherp naar buiten (Esdoorn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gezaagd

A

Scherp naar binnen en buiten (Brandnetel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dubbel gezaagd

A

Grote en kleine zaagtanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gegolfd

A

Stomp naar binnen en buiten (Beuk)

17
Q

Ingesneden

A

Diepe inhammen in het blad (Eenstijlige meidoorn)

18
Q

Gelobd
(handlobbig, veerlobbig)

A

Insnijding tot 1/3e diep

19
Q

Gespleten
(handspletig, veerspletig)

A

Insnijding tot 1/2e diep

20
Q

Gedeeld
(handdelig, veerdelig, dubbelveerdelig)

A

Insnijding tot 2/3e diep

21
Q

Handvormig samengesteld

A

Bladeren in handvorm op steel. Altijd handnervig.

22
Q

Veervormig samengesteld

A

Bladeren aan weerszijden (en top) op steel

23
Q

Verspreide bladstand

A

Blad om en om aan alle kanten

24
Q

Afwisselende bladstand

A

Blad om en om op één vlak

25
Tegenoverstaande bladstand
Blad in paren op één vlak
26
Kransgewijze bladstand
Blad in groepjes rondom (Walstro)
27
Zittend blad
Geen bladsteel en schede
28
Stengelomvattend
Geen bladsteel, bladvoet omringt steel
29
Steunblaadjes
Schede bladachtig verbreed
30
Wortelrozet
Bladkrans(en) aan voet van steel