Deutsch Freq Words Part 2 Flashcards by Robbert B

Q

Ablehen

A

afwijzen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Abgeblieben

A

gebleven, overgebleven

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Abgestellt

A

uitgeschakeld

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Antrieb

A

drijfveer

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Antrieblos

A

ongemotiveerd

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Angewiesen

A

instructie gegeven, opgedragen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Aufgezeigt

A

getoond

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Aufhören

A

opgeven, stoppen met

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Auftauchten

A

opdoken, verschenen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Ausgelöst

A

geactiveerd, getriggerd

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Ausradieren

A

uitwissen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Auszukennen

A

weten, kennen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Beauftragt

A

on opdracht van

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Beobachten

A

observeren

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Beziehungen, die

A

de relaties

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Bevorzugt

A

bij voorkeur

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Dermaßen

A

zulke, dergelijke

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Derweil

A

ondertussen, inmiddels

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Die Lage

A

de locatie

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Eingezeignet

A

eenmalig, uniek

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Empfanden

A

ervaren, waargenomen, gevoeld

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Entgültig

A

uiteindelijk, definitief

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Entscheidung

A

besluit, beslissing

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Erfassen

A

vangen, vastleggen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Erfreut

blij, aangenaam

Forderung

eis, vraag

Gebeten

gevraagd

Geläufig

gebruikelijk

Genehmigung

toestemming

Genehmigt

goed gekeurd

Gescheitert

mislukt

Gestrichen

cancelled

Getrieben

gereden

Geweiht

toegewijd, opgedragen

Gezielt

gericht

Herausforderung

uitdaging

Irgendwem

iemand, iedereen

Jedoch

echter

Jeglichen

enige, elke, eender

Jenseits

voorbij, beyond

Jeweils

in elk geval

Kippt

kantelt

Nützlicher

handiger, nuttiger

Obzwar

hoewel, alhoewel, ofschoon

Offenkundig

duidelijk, vanzelfsprekend, uiteraard

Quasi

bijna, vrijwel

Sämtliche

allerlei, allemaal, alle

Seitdem

sindsdien

Sonstigen

andere, overige

Sprach niveau

niveau van taal

Ständig

voortdurend

Überschaubar

beheersbaar

Verabschieben

afscheid nemen

Vorenthalten

ingehouden

Verpassen

(trein) missen

Vorslag, der

het voorstel

Verzeichnet

opgenomen

Winziges

kleine, piepklein

Zerrten

getrokken

Zuverlässig

betrouwbaar, veilig

Zuvor

eerder, voorheen, vroeger

Ebenfalls

Ook, also

Fähig

Geschikt, bekwaam

Quasi

Bijna, vrijwel

Verfassung

Grondwet, constitutioneel

Unterichtet

Onderwezen (leraar, studie)

Erfordlich

Vereist, benodigd, verplicht