Diagnostiek Hfd 6 Flashcards
(31 cards)
Wat wordt er met een vragenlijst ingewonnen?
Informatie over de problematiek van de aangemelde kinderen
Wat vormen de basis voor de items van de vragenlijst?
Concrete uitspraken over emotionele en gedragsproblemen bij kinderen
Deze uitspraken zijn gebaseerd op klinische en/of theoretische inzichten.
Wat gebeurt er met de items van de vragenlijst via statistische modellen?
Er wordt nagegaan of de items bij een relatief klein aantal factoren passen en of die factoren een samenvatting vormen van de informatie
Dit leidt tot het berekenen van scores voor elk kind.
Wat zijn informanten in de context van vragenlijsten?
De personen aan wie gevraagd wordt om een vragenlijst in te vullen
Wat zijn factoren in de context van vragenlijsten?
Groepjes items die syndromen vertegenwoordigen
De factoren vormen de schalen van de vragenlijst.
Wat is een belangrijk kenmerk van vragenlijsten?
Ze zijn genormeerd
Normen maken het mogelijk om individuele scores te vergelijken met die van een normgroep.
Wanneer spreken we van adequate normering?
Als de steekproef representatief is en de normgroep voldoende omvang heeft
Voor minder belangrijke beslissingen minstens 200, voor belangrijke beslissingen minstens 300.
Wat zijn de 2 soorten normen?
- Normen gebaseerd op rangorde, zoals percentielscores
- Normen gebaseerd op het gemiddelde en de spreiding van scores binnen de normgroep
Wat wordt als afwijkend beschouwd in een normgroep?
Scores gelijk aan of lager dan 1 SD onder het gemiddelde of gelijk aan of hoger dan 1 SD boven het gemiddelde
Het 84e en 98e percentiel worden vaak als grenswaarde gebruikt.
Wat is betrouwbaarheid in de context van vragenlijsten?
De herhaalbaarheid of consistentie van scores op een meetinstrument
Welke 3 soorten betrouwbaarheid zijn er?
- Test-hertestbetrouwbaarheid
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
- Interne consistentie
Wat is de minimale betrouwbaarheid volgens COTAN voor belangrijke beslissingen?
Minimaal 0.80
Wat meet validiteit in de context van vragenlijsten?
De mate waarin de vragenlijst meet wat men wil meten
Wat betreft criteriumvaliditeit, wat bepaalt de kwaliteit van de voorspelling?
De correlatie tussen de vragenlijstscore en het criterium
Hoe hoger de correlatie, hoe beter de validiteit.
Wat zijn validiteitscoëfficiënten voor vragenlijsten?
Tussen 0,40 en 0,60 als voldoende ondersteuning van de validiteit
Wat is de receiver operating characteristic (ROC)?
Geeft de relatie tussen sensitiviteit, specificiteit en voorspellende waarde van een test
Wat geeft de sensitiviteit van een vragenlijst aan?
Hoe goed de vragenlijst is in het opsporen van een bepaalde stoornis
Wat is de base rate?
De prevalentie; de mate waarin een stoornis op een bepaald moment in een bevolkingsgroep voorkomt
Wat zijn voordelen van een betrouwbare en valide vragenlijst?
- Standaardisatie
- Volledigheid
- Kwantificeerbaarheid
- Efficiëntie
- Transparantie
- Feedback
- Onderzoekbaarheid
- Professionalisering en profilering
Wat kan verklaringen bieden voor tegenstrijdige informatie van verschillende informanten?
- Probleemgedrag kan situatiespecifiek zijn
- Symptomen zijn minder observeerbaar
- Informant kan (on)bewust rapporteren
- Bekendheid met het kind
- Leeftijd van het kind
Wat is een betrouwbaarheidsinterval?
De minimum- en maximumscore waarbinnen de verkregen score kan fluctueren
Dit houdt rekening met de betrouwbaarheid van de vragenlijst.
Wat is de Reliable Change Index (RCI)?
De index voor betrouwbare verandering
Berekent een verschilscore met een correctie voor de onbetrouwbaarheid van de vragenlijst.
Wat is een verschilscore?
Een verschilscore is aangevuld met een correctie voor de onbetrouwbaarheid van het gebruikte meetinstrument
Dit wordt gedaan met de standaardmeetfout van het verschil en de standaardmeetfout van de vragenlijst.
Wat kan worden vastgesteld met de methode van de verschilscore?
Of in een individueel geval het verschil tussen 2 scores groter is dan de fluctuaties die op basis van de betrouwbaarheid van de vragenlijst mogen worden verwacht
Dit zegt echter niets over de substantie van de gemeten gedragsverandering.