DIDACTIEK NEDERLANDS Flashcards
(27 cards)
Wat is het ABC van Taalontwikkelend Lesgeven?
Een overzicht van belangrijke begrippen en principes die helpen om taalontwikkeling bij leerlingen effectief te ondersteunen tijdens het lesgeven.
Wat zijn betekenisvolle taaltaken?
Opdrachten waarbij leerlingen zelf op zoek gaan naar kennis om een probleem op te lossen, binnen een duidelijke structuur & met een duidelijk doel & publiek.
Wat is het verschil tussen CAT en DAT?
CAT (Cognitief- Academische Taal) is abstracte schooltaal; DAT (Dagelijks Algemeen Taalgebruik) is alledaagse taal.
Wat is de rol van context in taalontwikkelend lesgeven?
Zorgt ervoor dat leerlingen nieuwe leerstof beter begrijpen door aan te sluiten bij wat ze al weten.
Wat houdt interactie in binnen taalontwikkelend onderwijs?
Het gesprek tussen leerkracht en leerlingen, en onderling, om te verduidelijken wat leerlingen weten en hoe ze dat verwoorden.
Wat is het OVUR stappenplan?
Een stappenplan voor het begeleiden van lees-, luister-, schrijf- & spreektaken: Oriënteren, Voorbereiden, Uitvoeren & Reflecteren.
Wat is schooltaal?
Cognitieve, abstracte taal (CAT) die nodig is om leerstof te begrijpen, met woorden die je niet dagelijks gebruikt.
Wat betekent taalaanbod?
De leerkracht gebruikt begrijpelijke, maar uitdagende taal om bij te leren, met moeilijke woorden en ondersteuning vanuit de context.
Wat is taalfeedback?
Gericht reageren op wat leerlingen zeggen/schrijven, met aandacht voor inhoud en vorm via bevestiging, vragen of correcties.
Wat zijn taalleerstrategieën?
Methoden die leerlingen gebruiken om hun taalleerproces te begeleiden en te verbeteren.
Wat houdt taalproductie in?
Opdrachten waarbij leerlingen spreken/schrijven om te communiceren en te oefenen.
Wat is taalruimte?
Bewust momenten creëren voor leerlingen om te praten & schrijven met goede gespreksonderwerpen.
Wat is taalsteun?
Hulp van de leerkracht bij groepswerk met inhoudelijke begrippen & taalvormen, door gebruik van hulpmiddelen.
Wat betekent transfer in het onderwijs?
Het hele lerarenteam gebruikt dezelfde aanpak, waarbij taaldocenten niet noodzakelijk zijn, maar wel allemaal bewust omgaan met taal.
Wat is de voorbeeldfunctie van leerkrachten?
Leerkrachten laten goed taalgebruik zien door duidelijke & correcte taal te gebruiken in werkblaadjes en gesprekken.
Wat zijn de 5 sleutels van krachtige leesdidactiek?
- Functionaliteit 2. Interactie 3. Strategie-instructie 4. Leesmotivatie 5. Transfer.
Wat is het bottom-upmodel van lezen?
Lezen begint van beneden naar boven, van woorden naar zinnen en teksten.
Wat is het top-downmodel van lezen?
Begint met het grotere geheel, gebruikmakend van voorkennis en context om de tekst te begrijpen.
Wat zijn de drie verwerkingsniveaus van taalgebruik?
- Beschrijven 2. Structureren 3. Beoordelen.
Wat houdt zelfreflectie in het leerproces in?
Observeren van anderen om te leren van hun gedrag en communicatie.
Wat zijn de bouwstenen van een goed luister- en spreekbeleid?
- Zelfreflectie 2. Zelfstandig 3. Abstract 4. Gesprekspartners 5. Boodschap 6. Ondersteuning van de leraar.
Wat zijn primaire en secundaire taalgebruik?
Primair: Luisteren en spreken; Secundair: Lezen en schrijven.
Wat is de rol van motivatie in het leerproces?
Motivatie kan intrinsiek (autonoom) of extrinsiek (gecontroleerd) zijn.
Wat zijn goede websites voor kwalitatieve kinderboeken?
- Lees-wijzer 2. Pluizer 3. Boekenzoeker.