Door de bonen het bos niet meer zien Flashcards

(27 cards)

1
Q

de biobrandstof

A

Dit zijn brandstoffen die geproduceerd worden op basis van plantaardige grondstoffen of die gewonnen worden uit levende organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

landroof of land grabbing

A

Het gebruik van landbouwgrond ergens anders in de wereld, maar de mensenrechten en het milieu van de lokale bevolking worden geschonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het voedergewas

A

Dit is een landbouwgewas dat geteeld wordt om als voedsel aan het vee te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het voedselgewas

A

Dit is een landbouwgewas dat geteeld wordt als voedsel voor de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de voedselzekerheid

A

Dit beschrijft de situatie waarbij niemand op elk moment toegang heeft tot voldoende gevarieerd en gezonde voeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bodemdegradatie

A

Dit is de daling van de bodemkwaliteit door verschillende processen (voornamelijk door de mens veroorzaakt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de boslandbouw of agroforestry

A

Dit is het combineren van landbouw en bosbouw op hetzelfde perceel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de extensieve veeteelt

A

Dit is een vorm van veehouderij waarbij kleine groepen dieren grazen op grote oppervlaktes land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de fazenda

A

Dit is Portugees voor een boerderij of landbouwbedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de grootschalige akkerbouw

A

In Vlaanderen wordt een akkerbouwbedrijf als grootschalig ervaren zodra het meer dan 100 hectare groot is, binnen Europa een bedrijf van meerdere duizenden hectaren en buiten Europa een bedrijf van tienduizenden tot honderdduizenden hectaren groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de intensieve akkerbouw

A

Is een landbouwvorm met hoge opbrengst per hectare door veel inzet van machines, mest en bestrijdingsmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de intensieve veeteelt

A

Is een vorm van veehouderij waarbij veel dieren op weinig ruimte worden gehouden met hoge productie en veel technologische inzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de kleinschalige zelfvoorzienende landbouw

A

Is landbouw voor eigen gebruik, met kleine percelen en weinig tot geen productie voor verkoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de koolstofkringloop

A

Is de natuurlijke kringloop waarbij koolstof circuleert tussen lucht, water, bodem en levende wezens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de monocultuur

A

Is het telen van één soort gewas op een groot stuk land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

schaalvergroting

A

Is het vergroten van productie of bedrijven om efficiënter en goedkoper te werken.

17
Q

bodemerosie

A

Is het wegspoelen of wegwaaien van de vruchtbare bovenste laag van de bodem.

18
Q

biodiversiteit

A

Is de verscheidenheid aan planten, dieren en micro-organismen in een bepaald gebied.

19
Q

bufferstroken

A

Zijn stukken gras of beplanting langs akkers of sloten die mest, bestrijdingsmiddelen en bodemerosie helpen tegenhouden.

20
Q

open landbouwlandschappen

A

Zijn grote, vlakke gebieden zonder veel bomen of begroeiing, waar vooral akkerbouw plaatsvindt.

21
Q

mechanisering

A

Is het vervangen van handwerk door machines in de landbouw.

22
Q

productiviteit

A

Is de hoeveelheid productie die wordt gemaakt per gebruikte eenheid, zoals per hectare of per werknemer.

23
Q

genetisch gemodificeerde gewassen

A

Zijn planten waarvan het DNA kunstmatig is aangepast om bijvoorbeeld beter te groeien of bestand te zijn tegen ziektes.

24
Q

De erosiegevoeligheid

A

Is hoe gemakkelijk een stuk bodem kan worden weggespoeld of weggeblazen door water of wind.

25
de geïmporteerde ontbossing
Is ontbossing in andere landen die ontstaat doordat wij producten kopen waarvoor daar bos wordt gekapt, zoals soja of palmolie.
26
grootte van akkers in België
bv. 50 m . 200 m = 10 000 m² = 1 ha = 2 voetbalvelden
27
grootte van akkers in Brazilië
bv. 500 m . 1 000 m = 500 000 m² = 50 ha = 100 voetbalvelden