Dossier 2 En route 2 La peur extrême Flashcards
(38 cards)
een angst
une angoisse
een angst
une anxiété
een spin
une araignée
een lift
un ascenseur
een landing
un atterrissage
een hartaanval
une crise cardiaque
een opstijging
un décollage
het flauwvallen
l’evanouissement
een menigte, een massa
une foule
buikpijn
un mal de ventre
een hatyklopping
une palpitation
een geheugenverlies
une perte de mémoire
het rood worden, het blozen
le rougissement
het zweet
la sueur
een symptoom
un symptôme
een trilling, het bibberen
un tremblement
een duizeling
un vertige
het overgeven, het braken
le vomissement
cognitief, op kennis gerciht
cognitif, cognitive
gedrags, van het gedrag
comportemental(e)
oncontroleerbaar
incontrôlabe
ongeneeselijk
incurable
irrationeel
irrationnel, irrationelle
obsessief
obsesionnel, obsessionnelle