dossier 2 enr 4 Flashcards
(39 cards)
1
Q
de landbouw
A
l’agriculture (f)
2
Q
een klimaatverandering
A
un changement climatique
3
Q
een klimaatscepticus
A
un climatosceptique
4
Q
een fossiele brandstof
A
un combustible fossile
5
Q
een overeenkomst
A
un consensus
6
Q
een voedselcrisis
A
une crise alimentaire
7
Q
de ontkenning
A
le déni
8
Q
een betoog
A
un discours
9
Q
drinkbaar water
A
l’eau potable (f)
10
Q
een inzet
A
un enjeu
11
Q
een documentaire
A
un film documentaire
12
Q
een drama
A
un film dramatique
13
Q
de stijging van het water
A
la montée des eaux
14
Q
een kans
A
un oppurtunité
15
Q
een orkaan
A
un ouragan
16
Q
de neerslag
A
les précipitations
17
Q
de opwarming
A
le réchauffement
18
Q
een droogte
A
une sècheresse
19
Q
het overleven
A
la survie
20
Q
een storm
A
une tempête
21
Q
de noodsituatie
A
l’urgence (f)
22
Q
klimaat-
A
climatique
23
Q
tegenstrijdig
A
contradictoire
24
Q
milieu
A
environnemental(e)
25
menselijk
humain(e)
26
noodzakelijk
indispensable
27
van de planeet
planétaire
28
stevig
solide
29
bestrijden
combattre
30
omkopen
corrompre
31
vernielen
démolir
32
twijfelen aan
douter de
33
zich aanpassen aan
s'adapter à
34
spotten met
se moquer de
35
zich opwarmen
se réchauffer
36
aan de vooravond van
à la veille de
37
verplicht om, gedwongen om te
contraint de
38
opnieuw in vraag stellen
remettre en cause
39
zich laten vangen
se faire piéger