Drogredenen Flashcards
(15 cards)
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
De oorzaak leidt niet tot het genoemde gevolg, of het gevolg komt niet voort uit de genoemde oorzaak. Voorbeeld: Geweld onder jonge kinderen neemt snel toe. Dat komt door de gewelddadige games op computers
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
Een bepaald kenmerk wordt naar voren gebracht, terwijl andere relevante kenmerken niet worden genoemd. Voorbeeld: Tessa is niet goed in sport, want ze heeft heel slechte ogen.
Overdrijven van voor- of nadelen
Het belang van bepaalde voor- of nadelen wordt erg overdreven. Voorbeeld: Als we niet snel iets doen aan die druppelende kraan, zal het hele huis onder water komen te staan.
Vals dilemma
Er wordt gesuggereerd dat je moet kiezen tussen twee mogelijkheden, terwijl er meerdere zijn. Voorbeeld: Je moet op de SP stemmen, tenzij je graag een rechtse regering wilt.
Overhaaste generalisatie
Er worden te weinig of niet-representatieve voorbeelden gegeven terwijl er meerdere zijn. Voorbeeld: Mevrouw Heinrichs had een fout antwoord goed gerekend. Zie je nou wel dat leraren altijd slordig nakijken!
Verkeerde vergelijking
De vergeleken situaties verschillen op relevantie van elkaar. Voorbeeld: Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Oude schoenen gooi je toch ook niet weg?
Onjuist beroep op autoriteit
Er wordt een beroep gedaan op een bron die ondeskundig is, zichzelf tegenspreekt of een belang heeft in de kwestie. Voorbeeld: We moeten de Olympische Spelen niet in Nederland houden. Johan Derksen en Wilfred Genée zeiden dat ook.
Persoonlijke aanval (op de man spelen)
Er wordt inhoudelijk geen argument gegeven, maar er worden eigenschappen van de persoon naar boven gehaald (die niet relevant zijn). Voorbeeld: Wat weet jij nou van gezondheid en sport? Jij bent zelf veel te dik!
Ontduiken van de bewijslast
Ervan uitgaan dat iedereen het met je eens is, zonder dat je bewijs levert. Voorbeeld: Het klopt gewoon wat ik zeg. Lees de kranten maar!
Cirkelredenering
Het standpunt en het argument zijn inhoudelijk hetzelfde, ze worden alleen anders geformuleerd. Voorbeeld: Niels is de baas, want hij zegt wat er moet gebeuren.
Vertekenen van een standpunt
Iemand woorden in de mond leggen (die hij helemaal niet zegt en ook niet bedoeld heeft). Voorbeeld: Het LAKS beweert dat de exameneisen veel strenger zijn geworden, maar eigenlijk wil het gewoon dat iedereen een diploma kan halen zonder zich daarbij in te spannen.
Verschuiven van de bewijslast
Zelf geen bewijs leveren, maar dat wel van de ander eisen. Voorbeeld: De visserij op de Noordzee moet stoppen. Laat ze eerst maar eens aantonen dat er genoeg vis overblijft.
Stok achter de deur (chantage)
Het standpunt wordt niet ondersteund door argumenten, maar door onaangename gevolgen. Voorbeeld: Wie nu niet zijn mond dichthoudt, mag zich het achtste uur bij mij melden!
Beroep op traditie
Een vergelijking trekken met vroeger, maar geen rekening houden met veranderde omstandigheden. Voorbeeld: Ik vind dat we met kerst moeten gaan gourmetten. Dat doen we al jaren en het is altijd gezellig.
Bespelen van het publiek
Voorkómen van een afwijkende mening door op het gevoel te spelen. Voorbeeld: Iedereen met gezond verstand zal het met me eens zijn dat klassieke muziek verschrikkelijk is om naar te luisteren