Duits Kapital 3 Flashcards
(71 cards)
1
Q
Beliebt
A
Populair
2
Q
Berühmt
A
Beroemd
3
Q
Man
A
Men
4
Q
Die marmelade
A
De jam
5
Q
Das mehl
A
De bloem
6
Q
Die Milch
A
De melk
7
Q
Der phannkuchen
A
De pannenkoek
8
Q
Das salz
A
Het zout
9
Q
Der zucker
A
De suiker
10
Q
Die birne
A
De peer
11
Q
Früter
A
Vroeger
12
Q
Die Gurke
A
De komkommer
13
Q
Jeden tag
A
Elke dag
14
Q
Leer
A
Leeg
15
Q
Die mandarine
A
De mandarijn
16
Q
Niemals
A
Nooit
17
Q
Verwhönen
A
Verwennen
18
Q
Wünderschön
A
Geweldig,prachtig
19
Q
Zu Hause
A
Thuis
20
Q
De vis
A
Der Fisch die Fische
21
Q
De gehaktbal
A
Die frikadellen die frikadelle
22
Q
De groente
A
Das gemüse
23
Q
De vork
A
Die gabel die gabeln
24
Q
De lepel
A
Der löffel
25
Het mes
Das messer
26
Het mineraalwater
Das mineralwasser
27
De pasta
Die nudeln
28
Het sinaasappelsap
Der orangensaft die orangensäfte
29
De rijst
Der reis
30
Wat wil je drinken?
Was möchtest du trinken?
31
Ik wil graag een appelsap
Ich möchte gern einen apfelsaft
32
Wat neem jij
Was nimmst du?
33
Wat wilt u eten?
Was möchten Sie essen?
34
Als voorgerecht wil ik graag een tomatensoep
Als vorspeise möchte ich gern ein tomatensuppe
35
Heeft u al gekozen?
Haben sie schon gewählt?
36
Ja ik neem een wienerschnitzel met aardappelsalade
Ja ich nehme ein wiener schnitzel mit kartoffelsalat
37
Heeft het gesmaakt?
Hat es geschmeckt?
38
Ja dank u wel het was heel lekker
Ja, danke schön es war sehr lecker
39
Nee het eten was koud, te zout, te vet
Nein, das essen war leider kait, zu salzig, zu fett
40
Wat wilt u graag als toetje?
Was möchten Sie gern zum nachtisch?
41
Ik wil graag ijs met slagroom
Ich möchte gem ein Eis mit sahne
42
Ik wil graag betalen
Ich möchte bezahlen
43
Kan ik pinnen?
Kann ich mit karte bezahlen?
44
U kunt alleen helaas contant betalen
Sie können leider nur bar zahlen
45
Sorry wat zijn fritatten
Entschuldig was sind frittaten
46
Fritatten zijn in reepjes gesneden pannenkoeken
Fritatten sind in streifen geschnittene pfannkuchen
47
Natuurlijk
Natürlich
48
Kunt u dat nog eens zeggen?
Köhnen Sie das noch mal sagen
49
Kunt u iets langzamer spreken?
Köhnen Sie etwas langsamer sprechen?
50
Eet smakelijk!
Guten appetit!
51
Wat zegt u?
Wie bitte?
52
Ik heb u helaas niet begrepen
Ich habe sie leider nicht verstanden
53
Durchschnittlich
Gemiddeld
54
Einfach
Gewoon eenvoudig
55
Erklären
Uitleggen
56
Etwa
Ongeveer
57
Genauso…wie
Net zo … als
58
Der gesmack
De smaak
59
Metzger
Der metzger
60
Der sieger
De winnaar
61
Zeigen
Laten zien
62
Ontbijten
Frühstücken
63
Het brood
Das brot
64
Het broodje
Das brötchen
65
De boter
Die butter
66
De honing
Der honig
67
De thee
Der tee
68
De koffie
Der kaffee
69
De kaas
Der käse
70
De worst
Die wurst
71
De ham
Der schinken
