Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Buitenlandse rechtsstelsels > Duits recht - theorie > Flashcards

Duits recht - theorie Flashcards

1
Q

Wat is de Bundesstaat wel en wat is ze niet?

A
  • WEL: föderalistischer Staat

- NIET: Einheitsstaat of Staatenbund (UNO, EU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet het Duitse parlement en hoe is het samengesteld?

A

Parlament

  • Bundestag = vertegenwoordigers Duitse volk in federaal parlement (709 in periode 2017-2021)
  • Bundesrat = vertegenwoordigers deelstaten (Landtage) (69)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor staat BRD?

A

Bundesrepublik Deutschland

= demokratischer und sozialer Bundesstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken v/d democratie in Duitsland?

A
  • Alle Staatsgewalt geht vom Volke aus
  • freie, gleiche und geheime Wahlen (verkiezingen)
  • Repräsentative Demokratie (uitdrukkelijk afstand v. referendum - Referendum/Volksabstimmung)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke vergaderingen blijkt de representatieve democratie in Duitsland?

A
  • Bundestag
  • Landtage
  • Gemeinderäte (10848 in 2019)
  • Europäische Parlament (96/705 Europaabgeordnete)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zeg je vrouwenstemrecht in het Duits en sinds wanneer bestaat het in DL?

A
  • Frauenstimmrecht

- 1918-1919

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zeg je in het Duits een mengeling tussen het meerderheids- en evenredigheidssysteem bij de verkiezingen?

A

Mischung Mehrheits- und Verhältniswahl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de Erststimme en Zweitstimme in DL en wat is het doel?

A

Personalisierte Verhältniswahl

ERSTSTIMME

  • eerste stem
  • doel: elk district minstens één vertegenwoordiger (Direktmandat)
  • helft van de Bundestag (?)

ZWEITSTIMME

  • tweede stem (mag op andere partij zijn), op een partij
  • doel: evenredige vertegenwoordiging
  • andere helft van de Bundestag (?)
  • partij heeft 5% nodig (of 3 Direktmandate)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de Landesverfassungen?

A

de verschillende grondwetten en systemen op het niveau van de Länder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe zeg je wetgevend orgaan in het Duits en wie kan het initiatief nemen in DL

A

Gesetzgebungsorgan

Initiative:

  • Bunderegierung
  • Bundesrat
  • Abgeordnete = afgevaardigde v/d Bundestag (Mindeszahl: 5%)
  • Vorsitzender (= Wolfgang Schäuble)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zeg je uitvoerend orgaan in het Duits, hoe heet dat orgaan in Duitsland en wat zijn de twee bevoegdheden die ze hebben?

A

exekutives Verfassungsorgan

in DL = Bundesregierung

bevoegdheden:

1) Initiative (Gesetzentwürfe)
2) vollziehende Gewalt (uitvoerende macht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat de Bundesregierung?

A
  • 14 Fachminister (25% Volljuristen)
  • Leiter = Bundeskanzler/in
    = das Kabinett
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de GroKo en welke principes zijn van toepassing hierop?

A

GroKo = Grote Coalitie (CDU/CSU en SPD)

Principes:

  • Kanzlerprinzip = kanselier leidt i.p. regering
  • Kollegialprinzip = beslissingen collegiaal genomen
  • Ressortprinzip = elke minister bevoegd voor vakgebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zeg je wetgevingsbevoegdheid en uitvoeringsbevoegdheid en wat is daarbij belangrijk in DL?

A

Gesetzgebungskompetenz
Verwaltungskompetenz

op federaal niveau komen corresponderen die niet noodzakelijk: soms zijn wetten federaal ontwikkeld, maar regionaal uitgevoerd (verschil met BE, lijkt beetje op Europese structuur)

Federale OH:

  • beperkt bestuursapparaat (Verwaltungsapparat)
  • wel toezichtsbevoegdheden (Aufsichtsbefugnisse)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voor welke zaken heeft de federale OH in DL wel een bestuursapparaat?

A
  • Auswärtiger Dienst (BZ)
  • Bundesfinanzen
  • Bundeswehr
  • Bundespost
  • Bundeswasserstrassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor welke zaken heeft de federale OH in DL bijvoorbeeld geen bestuursapparaat en wordt het bestuur/administratie door de Länder gedaan?

A
  • Innenverwaltung
  • Kultusverwaltung
  • Justizverwaltung
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wie is de leider van de Duitse uitvoerende macht en welke persoon vervult die rol vandaag?

A

Bundeskanzler(in)

  • Spitze der Bundesexekutive
  • Leiter

vandaag: Angela Merkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom is Angela Merkel zovele jaren op rij de machtigste vrouw v/d wereld?

A
  • leidt 5e grootste economie van de wereld
  • Vertritt (vertegenwoordigt) BRD in Europa
  • in kader van gekwalificeerde meerderheid bij stemmen in EU heeft DL grootste gewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe zeg je constructieve motie van wantrouwen in het Duits en waarom werd het in DL ingevoerd?

A

konstruktives Misstrauensvotum

reden: afzetten tegen Weimarrepublik (= problemen met vestigen van sterke regering)

je kan regering naar huis sturen, maar moet een alternatief voorstellen (Vorschlag des Kanzlers)

  • Auflösung des Bundestages (21 dagen)
  • Neuwahl (binnen 60 dagen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoe zeg je vertrouwensvraag in het Duits?

A

Vertrauensfrage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het gevolg van de vertrouwensvraag en mogelijkheid van een constructieve motie van wantrouwen?

A

stabielere democratie
DL: sinds 1949 8 kanseliers
BE: 18 verschillende eerste ministers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vertel wat over de bondspresident

A
  • Bundespräsident (5 jaar, max. 2x)
  • nu: Frank-Walter Steinmaier
  • Gewählt durch die Bundesversammlung (= Bundestag + gelijk aantal vertegenwoordigers van de Landesparlamente = 1253 in 2017)
  • oberster Repräsentant des Staats = Ehrenhoheit
  • vertritt die BRD (völkerrechtlich Europees is dat de Bundeskanzler)
  • Walhvorschlag (Kanzler) (recht op voordracht v. kanselier, initiatiefrecht)
  • niet rechtstreeks verkozen
  • Ernennung (benoeming) en Entlassung (ontslag) van Kanzler und Bundesminister
  • Ernennung: Richter, Beamte, Offizier
  • Begnadungsgericht
  • Federale wetgeving (Bundesgesetze): Ausfertigung (bekrachtiging) en Verkündigung (publicatie) in het Bundesgesetzblatt
  • Erklärung Gesetzgebungsnotstand (kan noodtoestand uitroepen, maar niet de macht grijpen)
  • Beschränkung: Auflösung des Budnestages
  • kein Notverordnungsrecht, keine Befehls- und Kommandogewalt über die Streitkräfte (komen toe aan Bundesverteidigungsminister)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Heeft de bondspresident het recht om ondertekening van wetten te weigeren?

A

tegenwoordig heel restrictief: enkel wanneer sprake v. manifeste schending Gw (doet zich niet zo voor)

vroeger: soepelere

24
Q

Waarin is de Bundesstaat opgedeeld?

A

Bund und Länder

25
Q

Wat kennen we in DL net zoals bij ons wat betreft de wetgevingsbevoegdheden?

A

(Gesetzgebungszuständigkeit)
systeem van exclusieve en concurrerende bevoegdheden en de kaderwetgeving
- Ausschliesslich
- Konkurrerend (Bundsrecht bricht Landesrecht)
- Rahmengesetz

26
Q

Wat is het grote verschil met BE wat betreft wetgevingsbevoegdheden federaal en regionaal?

A

Bond heeft meer bevoegdheden dan bij bij ons en principe Bundesrecht bricht Landesrecht geldt (in BE niet)

27
Q

Wat is het grote verschil tussen DL en BE wat betreft het administratieve apparaat?

A

Bund verfügt nicht über einen eigenen Verwaltungsapparat (Ausnahmen - uitzonderingen!)

Bv. Justizministerium - Landesprüfungsamt (examencommissie voor juristen per land) = Volljurist (zweite Staatsprüfung)

28
Q

Wat kan je in DL vergelijken met onze kamer van de regio’s, de Senaat?

A

BUNDESRAT

  • abgeordnete der 16 Länder (Ministerpräsident und Landesminister)
  • nicht gewählt, sondern bestellt und abberufen nach jeder Landtagswahl
  • Doppelfunktion (verbonden met regering per land, zitten in federaal parlement)
  • 69 Mitglieder (3-6 stimmen) (kleine landen in verhouding meer stemmen dan grotere landen)
  • Stimmen werden nur einheitlich abgegeben (moeten allemaal dezelfde zijn, bijvoorbeeld alledrie ja of alledrie nee)
  • Bundesratpräsident(in) = Minister-präsident(in) = Stellvertreter(in) (plaatsvervanger) des Bundespräsidenten (jaarlijks afwisselend voorgezeten door MP v/e bepaald land)
  • meerderheid = 35 stemmen
29
Q

Hoe zit het met de inspraak van de Bundesrat bij het totstandkoming v. wetgeving?

A 
ZUSTIMMUNGSBEDÜRFTIGE GESETZE
(meerderheid in Bundesrat vereist)
- financiële gevolgen voor Länder
- grondwetswijzigingen (2/3e)
- sancties tegen Länder
- statuut personeel

EINSPRUCHSGESETZE
(geen meerderheid vereist)
- Bunstag kan alleen beslissen maar alle wetten worden meegedeeld
- kan bezwaar indienen (Einspruch - binnen 2 mnd.)
- bij 2/3 Bundesrat = Bundestag kan pas beslissen met 2/3-meerderheid of absolute meerderheid v/d leden (onthoudingen en afwezigheden worden niet meegeteld)

30
Q

Hoe wordt het probleem opgevangen wanneer de Bundestag en de Bundesrat er niet uit geraken?

A

Bemiddelingscomité = Vermittlungsausschuss

  • bij keine Zustimmung Bundesrat
  • 2x 16 Mitglieder (Mitglieder sind frei i.t.t. Bundesrat waar per land gestemd moet worden)
  • Einigungsvorschlag
31
Q

Wat is het verschil tussen de Duitse en de Belgische grondwet? Geef een paar voorbeelden.

A

Duitse is moderner (is jongere Gw)

  • menselijke waardigheid - discriminatieverbod (+ positieve actie want staat heeft plicht gelijkheid door te drukken, is anders dan in BE)
  • constructieve motie van wantrouwen
  • Widerstandsrecht (verzetsrecht - staat niet in BE Gw)
  • rechten van het dier
  • erkenning Europees recht
  • sociale grondrechten
32
Q

Welke 3 aandachtspunten hebben we besproken bij de verhouding tussen het de Duitse Gw en het Europees recht?

A

EUROPEES RECHT BINNEN DUITSE GW

  • in DL veel duidelijker geformuleerd (in BE vaak interpreteren vanuit Europese principes)
  • bepaalt uitdrukkelijk hoe samenwerking binnen Europa moet verlopen (o.a. dat DL plicht heeft mee te werken aan uitbouw verenigde Europa
  • bevoegdheden overdragen? –> Gw-wijziging nodig
  • subsidiariteit (Europees principe): eerder politiek principe dan juridisch principe, cynisch, want Europees reglementering komt tot stand via gekwalificeerde meerderheid en indien geen consensus, komt er toch geen Europese oplossing
  • maar Gw moet gerespecteerd worden bij beslissingen op Europees niveau

MEDEWERKING LÄNDER

  • medewerking algemeen: Bundesrat
  • medewerking in het bijzonder: bevoegdheden v/d Länder (wanneer Europees recht gevolgen voor deelstaat)
  • verantwoordelijkheid: Bundesregierung

BIJZONDER DUITSE GEVOELIGHEID

  • spanningsveld tussen respect voor de Gw, tot uiting in hooggestemde moderne Gw i.t.t. zeer pragmatische, economisch gekleurde Europees recht met weinig respect voor nationale gevoeligheden
  • voorbeeld: afgeven monetaire verantwoordelijkheid was groot ingrijpen in grondwettelijke verantwoordelijkheid (had DL geweigerd in 1993 had de toekomst anders gelopen)
33
Q

Hoe zeg je burgerlijk wetboek
+ sinds wanneer?
+ uit welke onderdelen bestaat het?

A

Das bürgerliche Gesetzbuch (BGB) (1900 en Neufassung in 2002)

  • Allgemeiner Teil : Rechtsbegriffe en Personenrecht
  • Recht der Schuldverhältnisse (verbintenissenrecht)
  • Sachenrecht
  • Familienrecht
  • Erbrecht
34
Q

Hoe zeg je handelswetboek
+ datum
+ wat regelt het?

A

Das Handelsgesetzbuch

  • Kaufleute
  • Gesellschaften
35
Q

Hoe zeg je:

  • rechtsbekwaamheid
  • handelingsbekwaamheid
  • burgerlijke handelingsbekwaamheid
  • strafrechtelijke handelingsbekwaamheid
A
  • Rechtsfähigkeit
  • Handlungsfähigkeit
  • Geschäftsfähigkeit
  • Deliktsfähigkeit
36
Q

Wat is vereist om van een rechtspersoon te kunnen spreken in Duits recht en wat als niet aan die voorwaarden is voldaan?

A

nur rechtsfähig:

  • Satzung (statuten)
  • Registrierung (registratie)

sonst “nicht rechtsfähiger Verein” (feitelijke vereniging)

37
Q

Welke soorten privaatrechtelijke rechtspersonen zijn er naar Duits recht?

A 
DER VEREIN (IDEALVEREIN)
- vereniging = personen (cf. vzw)
DIE STIFTUNG (VERMÖGEN)
- stichting = kapitaal

DIE GESELLSCHAFT (WIRTSCHAFTLICHE ZWECKE)

  • vennootschap
  • Aktiengesellschaft (AG = NV)
  • Gesellschaft mit beschränkter Haftung (GmbH = BV)
  • Genossenschaft (coöperatieve vennootschap)
38
Q

Vergelijk de Belgische BV met de Duitse GmbH

A

GELIJK

  • oprichting bij notariële akte
  • bij uitstek kleine ondernemingen (“Aktiengesellschaft im Kleinen)
  • minstens één aandeelhouder (Gesellschafter) met stemrecht

VERSCHILPUNTEN

  • kapitaal: GmbH = min. 25k (BE: toereikend vermogen)
  • één bestuurder: GmbH = altijd natuurlijk persoon
  • dividend: nooit onder statutair kapitaal
39
Q

Hoe zeg je beginsel van contractvrijheid en uit welke twee onderdelen bestaat ze?

A

Grundsatz der Vertragsfreiheit

  • Abschlussfreiheit (vrijheid contract te sluiten)
  • Gestaltungsfreiheit (vrijheid inhoud te bepalen)
40
Q

Wat zijn de uitzonderingen op de contractvrijheid?

A

1) Schranken aus der sozialen Tendenz der Verfassungsordnung und überwiegenden Ordnungsprinzipien = Zwingendes Recht (volgend uit de sociale principes v/d Gw en zwaarwegende ordemaatregelen : beperking voor Wg)
2) Tarifverträge (= cao’s) = primeren indien gunstiger
3) Allgemeine Geschäftsbedingungen (AGB) (algemene handelsvoorwaarden): alleen wanneer in overeenstemming met Konsumentenschutz (consumentenbescherming)

41
Q

Vertaal:

  • termijn
  • voorwaarde
  • ontbindend
  • opschortend
  • ontslag/opzegging
  • onmiddellijk = verbreking
  • op termijn = opzegging
  • gewoon
  • buitengewoon
  • ernstige reden
A
  • Frist / Befristung
  • Bedingung
  • auflösend
  • aufschiebend
  • Kündigung
  • fristlos
  • befristed
  • ordentlich
  • au§erordentlich
  • wichtiger Grund
42
Q

Hoe zeg je lastgeving en wat zijn de vormen die zijn aangehaald in de les?

A

STELLVERTRETUNG (in Namen des Vertretenen)

  • gesetzliche Vertretung (wett. vertegenwoordiging)
  • Willenserklärung des Vertretenen = Vollmacht
  • Prokura (externe werking volmacht)
  • Handlungsvollmacht (omvang volmacht)
43
Q

Bij vertegenwoordiging, hoe zeg je

  • verhouding tussen contractuele partijen
  • verhouding met derden
A
  • Innerverhältnis

- Au§enverhältnis

44
Q

Vertaal:

  • koopcontract
  • huur
  • bruikleen
  • lening
A
  • der Kaufvertrag
  • die Miete
  • die Leihe
  • das Darlehen
45
Q

Wat zijn de verplichten van verkoper en koper bij een koopcontract?

A

VERKÄUFER

  • Übergabe und Verschaffung des Eigentums an der Kaufsache (Ware gegen Geld)
  • frei von Rechten Dritter (vrijwaring tegen aanspraken derden)

KÄUFER
- Abnahme und Zahlung des Kaufpreises

46
Q

hoe zeg je gebreken en wat kunnen de remedies zijn?

A

SACHMÄNGEL

  • Wandlung (Rückgängigmachung): herstel zoals voorheen (cf. nietigheid)
  • Minderung des Kaufpreises
  • Arglist = Schadenersatz (bij bedrog: SV)
47
Q

Wat zijn verplichtingen van verhuurder en huurder?

A

Überlassung zum Gebrauch gegen Geld

VERMIETER: Gebrauch der Mietsache
MIETER: Mietpreis

48
Q

Wat is bruikleen en wat is lening?

A

LEIHE
= unentgeltliche Überlassung zum Gebrauch

DARLEHEN
= Überlassung von Geld gegen spätere Rückgabe
(anders: schenking)

49
Q

Hoe zegt men burgerlijke rechtbanken en hoe zijn ze onderverdeeld in DL?

A

ZIVILGERICHTE

  • Amtsgericht (bis 5000 EUR) (cf. vrederechter)
  • Landgericht (1e Instanz oder Berufung) (cf. Rb1AL)
  • Oberlandesgericht (één per Land) (Berufung) (cf. HvB)
  • Bundesgerichtshof (in Karlsruhe) (Revision) (HvC)
50
Q

Hoe zegt men arbeidsrechtbanken en hoe zijn ze opgedeeld in DL?

A

ARBEITSGERICHTE

  • Arbeitsgericht (arbeidsrechtbank - Kamers arbeidsrecht)
  • Landesarbeitsgericht (Berufung) (cf. arbeidshof)
  • Bundesarbeitsgericht (Erfurt) (Revision) (apart hof op niveau v. HvC bij ons)
51
Q

Hoe zegt men sociale rechtbanken en hoe zijn ze opgedeeld in DL?

A

SOZIALGERICHTE

  • Sozialgericht (arbeidsrechtbank - kamers sociale zekerheid)
  • Landessozialsgericht (arbeidshof - sociale zekerheid)
  • Bundessozialgericht (Kassel) (Revision) (apart hof op niveau v. HvC bij ons)
52
Q

Hoe zeg je administratieve rechtbanken en hoe zijn ze opgedeeld in DL?

A

VERWALTUNGSERICHTE

  • Verwaltungsgericht (administratieve rb)
  • Oberverwaltungsgericht (administratief HvB)
  • Bundesverwaltungsgericht (Leipzig) (cf. bij ons RvS, in DL soort HvC voor administratieve zaken)
53
Q

Hoe zeg je fiscale rechtbanken en hoe zijn ze opgedeeld in DL?

A

FINANZGERICHTE

  • Einspruch Finanzamt (administratief beroep)
  • Finanzgericht (fiscale rb)
  • Bundesfinanzhof (München) (HvC = apart hof)
54
Q

Waarom is het Bundesverfassungsgericht wel degelijk een soort van HvC?

A

Revision = herziening (v. uitspraken)

je kan hiertegen niet meer in beroep gaan

55
Q

Kenmerken Bundestag

A
  • 4 jaar
  • wetsinitiatief (samen met Bundesrat en Bundesregierung)
  • besluit over wetgeving (in samenwerking met Bundesrat)
  • kiest Bundeskanzler op voorstel van de Bundespräsident
  • begroting vaststellen
56
Q

Wat zijn de kenmerken van het Bundesverfassungsgericht?

A
  • Hüter der Verfassung
  • grondwettelijk hof (2 kamers = Senate)
  • 16 Richter: 8 Bundestag + 8 Bundesrat
  • Verfassungsbeschwerde (95%) (alle rechtsmiddelen uitgeput, boete bij mogelijke kennelijke onredelijkheid)
  • normenkontrolle (konkret = prejudiciële vragen, abstrakt= instellingen)
  • andere: Parteiverbot, …
57
Q

Hoeveel Wahlkreise (kiesdistricten) heeft DL?

A

299

Buitenlandse rechtsstelsels (4 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions