duits zinnetjes 1 hoofstuk 2 klas 2 Flashcards

1
Q

kan ik je/u helpen?

A

Kann ich dir/Ihnen helfen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ja graag. ik zoek een nieuwe spijkerbroek

A

ja bitte. ich suche eine neue Jeans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nee bedankt. ik kijk alleen even rond

A

nein danke. ich sehe mich nur um

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe vind je deze broek?

A

wie findest du diese Hose?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ik vind de broek leuk/goedkoop/duur

A

ich finde die Hose toll/billig/teuer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ik vind de kleur (niet zo) mooi

A

ich finde die Farbe (nicht so) schön

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kan ik het T-shirt even passen?

A

kann ich das T-shirt mal anprobieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

maar natuurlijk! daar zijn de pashokjes

A

aber natürlich! dort sind die Umkleidekabinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

heeft u het overhemd nog een maatje groter/kleiner

A

haben Sie das Hemd eine Größe größer/kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ik ga even kijken. nee, het overhemd is er aleen nog in maat M

A

ich schaue mal nach. nein, das Hemd gibt es nur noch in Größe M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kan ik de laarzen ruilen?

A

Kann ich die Stiefel umtauschen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ja, maar alleen met een kassabon

A

ja, aber nur mit dem Kassenzettel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

nee, want de laarzen zijn in de aanbieding

A

nein, denn die Stiefel sind im Angebot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Heeft u/ Zijn deze schoenen nog in maat 42?

A

Haben Sie/Gibt es diese Schuhe noch in Größe 42?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Momentje alstublieft. Ik ga even kijken

A

moment bitte. Och schaue mal nach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nee, die zijn helaas uitverkocht

A

Nein, die sind leider ausverkauft

17
Q

Nee, helaas alleen maar in het blauw

A

nein, leider nur noch in Blau

18
Q

Hoe zit de jas?

A

wie passt die Jacke?

19
Q

De jas zit heel goed

A

die Jacke passt sehr gut.

20
Q

Ik geloof dat de jas een beetje te krap/te groot/te kort is

A

och glaube, dass die Jacke ein bisschen zu eng\ zu groß\ zu kurz ist

21
Q

Kan ik pinnen?

A

kann ich mit Karte zaglen?

22
Q

Ja natuurlijk! Daar is de kassa

A

ja natürlich! Dort ist die Kasse

23
Q

Nee, u kunt alleen met contant betalen

A

Nein, Sie können nur bar zahlen