Duitsland in Europa Tijdlijn Flashcards

(30 cards)

1
Q

1914

A

Eerste Wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ondertekening

1918

A

Ondertekening wapenstilstand door sociaaldemocraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1918

A

Duitse keizerrijk wordt tot republiek uitgeroepen, keizer vlucht naar Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1919

A

Het Verdrag van Versailles werd ondetekend door de Weimarregering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1923

A
  1. Economische crisis in Duitsland (DU loopt achter met herstelbetalingen
  2. Frankrijk bezet Ruhrgebied; staal, kolen, machines (economisch hart DU)
  3. DU roept bevolking op om hiertegen te staken en laat geld bijdrukken om lonen te betalen -> hyperinflatie = geld minder waard) en Bierkellerputsch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1924-1929

A

Dawesplan (VS leent geld aan DU, DU kan herstelbetalingen doen aan FR en ENG, FR en ENG konden leningen terugbetalen en Amerikaanse producten kopen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1929

A

Beurscrash van Wall Street leidt tot tweede economische crisis in DU (geld Dawesplan wordt teruggevraagd door VS, werkloosheid in DU stijgt enorm en DU extra hard getroffen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1933

A

Hitler werd benoemd tot Rijkskanselier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1934

A

Hitler werd president, snelle nazificatie (terreur en onderdrukking, concentratiekampen, propaganda)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1938

A

Tijdens de Conferentie van München kreeg Hitler toestemming voor de annexatie van het Tsjecho-Slowaakse Sudetenland op voorwaarde dat dit zijn laatste gebiedsuitbreiding zou zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

1939

A

Oorlogsverklaring van Groot-Brittannië en Frankrijk aan Duitland nadat Duitsland Polen is binnengevallen; het begin van de Tweede Wereldoorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

1941

A

Duitsland viel Sovjet-Unie binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

1942

A

Slag bij Stalingrad (DU teruggedrongen vanuit Oosten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1943

A

D-Day (DU teruggedrongen vanuit Westen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

8 mei 1945

A

Overgave van Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1945

A

Conferentie van Jalta (geallieerden spraken af hoe ze met DU omgaan na WO2 -> land opgedeeld in 4 bezettingszones)

17
Q

1947

A

Trumandoctrine: communisme indammen doordat VS landen ging helpen die bedreigd werden door het communisme

18
Q

1948

A

Marshallplan (door armoede in EU was VS bang dat communisme meer aanhangers zou krijgen, VS gaf economische hulp aan EU landen)

19
Q

1948-1949

A

Blokkade van Berlijn door Stalin, reactie op invoer D-mark, wegen en spoorlijnen naar Berlijn werden geblokkeerd

20
Q

1949

A
  1. oprichting van de Bondsrepubliek Duitsland in de Westerse bezettingszones van Duitland
  2. oprichting van Duitse Democratische Republiek in de bezettingszone die na de Tweede Wereldoorlog onder de hoede van de Sovjet-Unie werd geplaatst.
21
Q

1953

A

Planeconomie in DDR zorgt voor grote opstanden tegen Ulbricht (arbeiders moesten harder en meer werken maar kregen er niks voor)

22
Q

1961

A

Bouw van Berlijnse Muur (oorzaak: grote toestroom vluchtelingen van Oost naar West via Berlijn vanwege ontevredenheid) (gevolg: maakt een einde aan de grootschalige vlucht van DDR-burgers naar het Westen.

23
Q

1968

A

Breznjevdoctrine (tegenhanger Trumandoctrine, Warschaupact moest militair ingrijpen als communistische landen werden bedreigd)

24
Q

1969

A

Ostpolitik van Willy Brandt (toenadering tot Oost-Duitsland)

25
1972
BRD en DDR erkennen elkaar als gelijkwaardige staten (mogelijk toen Ulbricht werd vervangen door Honecker)
26
1985
Gorbatsjov nieuwe leider SU begint hervormingen in de Sovjet-Unie (perestrojka en glasnost)
27
1989
Er kwamen in Polen en Hongarije vrije verkiezingen waaruit een niet-communistische regering kwam
28
1989
Protestbewegingen in de DDR; val van de Berlijnse Muur, DDR gaf toestemming om vrij te reizen
29
1990
Hereniging BRD en DDR
30
1991
Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie kwam er een einde aan de Koude Oorlog