Dutch thema 6 vocabulaire Flashcards

(90 cards)

1
Q

Bewaren, bewaarde(n), hebben bewaard

A

Guardar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het contract, de contracten

A

contrato

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de functie, de functies

A

puesto de trabajo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

interesse hebben (in), had(den) interesse,
hebben interesse gehad

A

estar interesado

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de kennis, de kennissen

A

conocido

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het nadeel, de nadelen

A

desventaja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de persoon, de personen

A

persona

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de sollicitatiebrief, de sollicitatiebrieven

A

carta de solicitud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

solliciteren, solliciteerde(n), hebben
gesolliciteerd

A

solicitar un trabajo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tijdelijk, tijdelijke

A

temporal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de vacature, de vacatures

A

vacante

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het voordeel, de voordelen

A

ventaja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de werkgever, de werkgevers

A

empleador

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de werknemer, de werknemers

A

empleado

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de bar, de bars

A

bar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

beschikbaar, beschikbare

A

disponible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

het cv, de cv’s

A

currículum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

erg, erge

A

no me importa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hard werken, werkte(n) hard, hebben hard
gewerkt

A

trabajar duro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

het kantoor, de kantoren

A

oficina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de kennis

A

conocimiento

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de kwaliteit

A

calidad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

plus

A

además

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het rijbewijs, de rijbewijzen

A

carné de conducir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
samenwerken, werkte(n) samen, hebben samengewerkt
trabajar juntos
26
de schoonmaker, de schoonmakers
limpiador
27
tanken, tankte(n), hebben getankt
poner gasolina
28
vlug
rápido
29
de afdeling, de afdelingen
departamento
30
de belasting, de belastingen
impuesto
31
het lid, de leden
miembro
32
parttime
media jornada
33
het pensioen
pensión
34
de post
correo
35
de postbezorger, de postbezorgers
cartero
36
de rekening, de rekeningen
factura
37
stuk
roto
38
de vereniging, de verenigingen
asociación
39
de vergoeding, de vergoedingen
compensación
40
zelfstandig, zelfstandige
independiente
41
zoals
como
42
zorgen voor, zorgde(n) voor, hebben gezorgd voor
cuidar de
43
de band, de banden
neumático
44
het gebouw, de gebouwen
edificio
45
de klus, de klussen
tarea/faena
46
de monteur, de monteurs
mecánico
47
de olie
aceite
48
het onderhoud
mantenimiento
49
de oppas, de oppassen
niñera
50
de rem, de remmen
freno
51
repareren, repareerde(n), hebben gerepareerd
reparar
52
de scooter, de scooters
moto
53
de start
inicio
54
de taak, de taken
tarea
55
het vervoer
transporte
56
volledig, volledige
entero
57
de vrachtwagen, de vrachtwagens
camión
58
creatief, creatieve
creativo
59
Dat geeft niet
no importa
60
eerlijk, eerlijke
honesto
61
fulltime
jornada completa
62
geloven, geloofde(n), hebben geloofd
creer
63
het hotel, de hotels
hotel
64
de kok, de koks
cocinero
65
de stress
estrés
66
vers, verse
fresco
67
volgen, volgde(n), hebben gevolgd
seguir
68
vooral
especialmente
69
wat voor
qué tipo de
70
de werktijden
horas de trabajo
71
de zaak, de zaken
negocio
72
Wennen
Acostumbrarse
73
vrijwilligerswerk
trabajo voluntario
74
Smaken
Saber (sabor)
75
Wijzen
Señalar
76
Gezakt
Suspenso
77
Geslaagd
Aprobado
78
Verven
Pintar
79
Gauw
Pronto
80
Bieden
Ofrecer
81
Verliezen
Perder
82
Ontdekken
Descubrir
83
Beantwoorden
Responder
84
Oproepcontract
Contrato sin horas
85
Apenstaartje
Arroba
86
Eisen
Requisitos
87
Ervaring
Experiencia
88
Ik eis
Quiero que (requerimiento)
89
Bereikbaar
Disponible
90
Voorzetsel
Preposición