Dyr Flashcards
(50 cards)
1
Q
Hond
A
En hund
2
Q
Kat
A
En kat
3
Q
Vogel
A
En fugl
4
Q
Vis
A
En fisk
5
Q
Paard
A
En hest
6
Q
Koe
A
En ko
7
Q
Varken
A
En gris
8
Q
Schaap
A
Et får
9
Q
Gans
A
En gås
10
Q
Aap
A
En abe
11
Q
Rat
A
En rotte
12
Q
Muis
A
En mus
13
Q
Konijn
A
En kanin
14
Q
Slang
A
En slange
15
Q
Hamster
A
En hamster
16
Q
Haas
A
En hare
17
Q
Ezel
A
En æsel
18
Q
Duif
A
En due
19
Q
Schildpad
A
En skildpadde
20
Q
Geit
A
En ged
21
Q
Eend
A
En and
22
Q
Vlieg
A
En flue
23
Q
Olifant
A
En elefant
24
Q
Eekhoorn
A
En egern
25
Eland
En elg
26
Beer
En bjørn
27
Vos
En ræv
28
Hert
Et rådyr
29
Wolf
En ulv
30
Krab
En krabbe
31
Kraai
En krage
32
Papegaai
En papegøje
33
Leeuw
En løve
34
Zeeleeuw
En søløve
35
Otter
En odder
36
Eendenkuiken
En ælling
37
Pinguïn
En pingvin
38
Dolfijn
En delfin
39
Zeeschildpad
En havskildpadde
40
Krokodil
En krokodille
41
Kameleon
En kamæleon
42
Slak
En skovsnegl
43
Libelle
En guldsmed
44
Bij
En bi
45
Mier
En myre
46
Nijlpaard
Et flodhest
47
Giraffe
En giraf
48
Kangoeroe
En kænguru
49
Egel
Et pindsvin
50
Roofvogel
Et rovfugl
