Eco 5/6 Flashcards

(47 cards)

1
Q

Collectieve goederen

A

Voorzieningen waarvan iedereen gebruik kan maken geleverd door de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Reden voor collectieve goederen

A
  • voor iedereen van belang
    bijv. Politie en het leger
  • kwaliteit van voorzieningen bewaken
    Bijv. Rechtspraak
  • sommige voorzieningen kun je mensen niet apart laten betalen bijv. Staats verlichting of dijken
  • voorzieningen die voor iedereen betaalbaar moeten blijven bijv. Onderwijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Collectieve sector (publieke sector)

A

Voor sociale zekerheid streeft niet naar winst maar moet wel uitkomen met beschikbare budget
Instelling voor sociale zekerheid+ overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Particuliere sector (marktsector)

A

Burgers en bedrijven die proberen winst te maken met verkoop van goederen of diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lagere overheid

A

Provincies
Gemeenten
Waterschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Overheid =

A

Rijksoverheid + lagere overheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Accijns

A

Op tabak alcohol en brandstoffen zodat je minder koop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Subsidies

A

Bepaalde activiteiten van burgers en bedrijven te stimuleren genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Actieve

A

Mensen met betaald werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Inactieve

A

Mensen zonder betaald werk of een uitkering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Herverdeling van inkomens

A

Actieven en inactieven moeten verdienen en dat de overheid op deze manier voor herverdeling inkomens zorgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar komt gemeente geld vandaag

A

Gemeente geld komt grootste deel van haar inkomsten van het rijk verder van burgers en bedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Burgers bedrijven de onderstaande gemeentelijke belastingen en heffingen betalen

A

1 ozb
2 riool heffing belasting
3 parkeerbelasting
4 toeristenbelasting
5Hondenbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Overheid leent

A

Van burgers banken verzekeraars en pensioenfondsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overheid inkomsten van

A

Directe belasting
Indirecte belasting
Niet belasting ontvangsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nettoloon

A

Brutoloon - belasting - sociale premies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Sociale zekerheid

A

Voor bestaansminimum voor iedereen wordt betaald door belastingen en sociale premies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Sociaal minimum

A

Bedrag dat je nodig heb om van te kunnen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Sociale voorzieningen

A

Uitkering die betaald wordt met belastinggeld belangrijkste voorziening bijstanduitkering

20
Q

Recht op uitkering

A

Je hebt allen recht op uitkering als je op geen Anke andere manier in je levensonderhoud kunt voorzien

21
Q

AOW

A

Algemene ouderdom wet

22
Q

ANW

A

Algemeene nabestaanden wet

23
Q

WLZ

A

Wet langdurige zorg

24
Q

Waarom is verzorging staat door

A

Nederland is een verzorgingsstaat voor onder andere stelsel zekerheid en mogelijk maken door de overheid van gezondheidszorg huisvesting n en onderwijs

25
Adviesinstellingen
Ufo kan opvragen en advies kan krijgen
26
CBS (centrale bureau voor de statistiek
Verzameld info over economische veranderingen of de bevolkingssamenstelling
27
CPB (centrale planeconomie
Onderzoek de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid
28
SER (Ssociaal economische raad
Advieseert de regering over sociaal economische onderwerpen zoals werkgelegenheid loon uitkering en pensioen
29
loonheffing
is inkomstenbelasting je werkgever houdt loonheffing in op je brutoloon - loonbelasting - premie volksverzekering
30
vermogensrendementsheffing
Betaal je belasting over het rendement op je vermogen
31
Heffingsvrij vermogen
eerste deel van je vermogen betaal je geen belasting Als je onder een bepaald bedrag zit bij je spaarrekening
32
fictief rendement
ls je per jaar een bepaal percentage verdient aan je spaargeld of je belegging
33
nationaliseren
Dan neemt de overheid een particulier bedrijf over
34
Privatiseren
De overheid verkoop een dienst of activiteit aan de particuliere sector
35
Verschuldigde inkomstenbelasting
Box1 + box2 - heffingskorting
36
marktwerking
Aanbieders van producten concurreren om klanten te krijgen
37
bbp
Bruto binnenlands product totale waarde van de productie
38
Economische groei
als productie stijgt naamt het bbp toe
39
Recessie
Welvaart neem af Groei van een land langere tijd daalt lager dan gemiddeld
40
solidariteitsbeginsel
Iedereen met een inkomen een deel daarvan afstaat voor mensen zonder inkomen/lage inkomen
41
volksverzekering
Sociale verzekeringen waar alle inwoners van Nederland recht op hebben
42
aftrekposten
Op je inkomen mag je bepaalde kosten in mindering brengen
43
Progressief belastingtarief
Mensen met een hoog inkomen meer belasting betalen dan mensen met een lagere inkomen
44
Degressief tarief
Mensen met een laag inkomen minder belasting betalen dan mensen met hoog inkomen
45
Proportioneel tarief
Belasting percentage voor alle inwoner
46
nivellering
Als lage inkomens er in procenten meer vooruit gaan dan de hoge
47
denivellering
Als de hoge inkomens er in procenten meer vooruitgaan dan de lage