Economic H1 en H2 Flashcards

(47 cards)

1
Q

basisbehoefte

A

alles wat je nodig hebt om te kunnen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behoeften

A

iets wat je nodig hebt of wat je graag wilt hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

budget

A

het geld waar je over beschikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

commerciele beinvloeding

A

de invloed die je hebt op een bedrijf of fabrikant met een aankoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

consumeren

A

goederen of diensten kopen om je behoeften te vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diensten

A

niet tastbaren producten iemand die jou behoeften vervult door iets te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gebruiksgoederen

A

een product die langer megaat en je vaker kunt gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

goederen

A

tastbaar product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

overige behofte

A

iets wat je wilt om je leven leuker of beter wilt maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Relcame

A

winkeliers en fabrikanten trekken aandacht zodat jij een product koopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verbruiksgoederen

A

producten die je in een korte tijd gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sociale beinvloeding

A

de invloed op andere mensen over wat je koopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zelfvoorziening

A

zelf iets maken waar je jou behoefte kunt voorzienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

prioriteiten stellen

A

je kiest voor je zelf welke behoefte voorang heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schaars

A

iets is schaars op als er middelen nodig zijn om dit te produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vrije goederen

A

goederen waar je zomaar over kunt beschikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welvaart

A

de mate warin je in je behoefte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

marketingmix

A

prijs product plaats promotie personeel presentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

merk reclame

A

is reclame om het merk bekent te maken en niet een bepaald product

20
Q

begroting

A

overzicht van je verwachte inkomen

21
Q

budgeteren

A

je inkomen en uitgaven op elkaar afstemmen

22
Q

dagelijkse uitgaven

A

huishoudelijke uitgave

23
Q

incidentele uitgave

A

uitgave die je niet zo vaak doet

24
Q

nidbut

A

nationaal instiituut voor budget vorlchting

25
reserveren
je geld opzij ztten voor een latere uitgven , dus een benaming voor sparen
26
vaste lasten
iets wat je met regelmaat moet betalen
27
CBS
centraal bureau voor statistieken
28
Deflatie
algemene daling van prijzen
29
index cijfer
het getal wat het vershl lat zien tegenover het basisjaar
30
inflatie
algemene stijging van prijzen
31
koop kracht
wat je kan kopen van je inkomen
32
consumer power
de invoed die je hebt op een product met een groep mensen
33
keurmerk
logo op een product die laten zien dat het aan bepaalde eisen voldoet
34
ACM
autoriteit comsument en markt
35
consumentenrecht
Een verzemeling wetten en regels die de consument beschermen bij ankoop van een product
36
huurtoeslag
als je je huur niet kunt betalen krijg je huurtoeslag
36
Hypothecaire lening
kortweg een hypoteek een lening voor een huis
36
ontroerendezaakbelasting
een belsating die je aan de gemeente moet betalen als je ijgenaar bent van een woning
36
woningmarkt
DE totale vraag naar woningen en het totale aanbod van die woningen
37
maatschappelijke kosten
alle nadelen die we als samenleving hebben,bijvoorbeeld milieu schade
37
milieuschade
alle negatieve gevolgen op ht milieu van ons gedrag
37
subsidie
een financiele bijdragen van de overheid om burgers en bedrijven te stimuleren
37
vergelijkend warenonderzoek
een test waar verschillende merken met elkaar worde vergeleke
37
consumentenorganisaties
organisaties die consumenten steunen
37
deugenlijk product
een prosuct wat met normaal gebruik wel ff meegaat
37
garantie
de zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daar ik een bepaalde tijd iets mis is
37
recycling
het maken van nieuwe producten uit afval