economie Flashcards
(33 cards)
bad bank
bank die alle problematische en verlieslatende schuldvorderingen, obligaties en aandelen v/n een bank overneemt om die bank te vrijwaren v/n een bankroet en zo het klantenvertrouwen te herstellen
Bolkestein - richtlijn
oorstel v/n het vroegere Nederlandse lid v/n de Europees parlement en aangenomen door het Europees parlement
bonuscultuur
veel bekritiseerde bedrijfscultuur waarbij vooral managers en bestuurders bonussen krijgen uitbetaald meestal na het behalen v/n bepaalde resultaten
Brits-landen
letterwoord voor de nieuwe economische groeipolen waarvan de regering steeds meer druk uitoefenen om leidende functies op te nemen in internationale organisaties
casinokapitalisme
pejoratieve term voor speculatie door zeer snelle aan -en verkopen op de beurs voornamelijk met grote bedragen aan fondsen met een hoog risico vergelijkbaar met het snelle gewin of verlies in een casino
deregulering
overheidsinitiatieven om hinderlijke of ingewikkelde regelgeving te vereenvoudigen waardoor volgens voorstanders een aanlokkelijk in investeringsklimaat wordt gecreëerd
derivaten
afgeleide financiële producten waarvan de waarde afhangt v/n prijsvariatie v/n een onderliggende waarde zoals aandelen, obligaties, grondstoffen en valuta
dotcom-rage/ dotcom-hype
naar de internetbedrijfjes met adres dat eindige ‘’.com’’
eurocrisis
financieel economische crisis ontstaan toen beleggers begonnen te twijfelen of sommige eurolanden de opbrengsten v/n staatsobligaties wel zouden kunnen terugbetalen
Euroscripticisme
politieke stellingname waarbij men de Europese integratie principieel afwijst of de nationale soevereiniteit voortdurend benadrukt
Flitskapitaal
kapitaal dat als het ware in sneltempo rond de wereld flitst ten gevolge v/n de wereldwijde en zeer snelle aan – en verkoop v/n omvangrijke financiële fondsen op beurzen met de loutere bedoeling winst te maken
fort Europa
gebruikte metafoor waarbij Europa wordt vergeleken met een fort waarvan de toegang zeer streng bewaakt wordt en waarin niet EU-burgers niet welkom zijn
Globalisering
hedendaagse wereldwijde evolutie v/n integratie op economisch en cultureel valk, mogelijk gemaakt door nieuwe technologieën in de vervoers- en communicatiesector
Glokalisering
proces waarbij de effecten v/n de globalisering een lokale cultureel aangepaste invulling krijgen in verschillende culturen
graaicultuur
neologisme voor praktijken v/n vooral managers die verweten worden af en toe een flinke ‘graai’ te doen in het kapitaal v/n een onderneming al dan niet ten koste v/n de aandeelhouders en of werknemers
grexit
Griekenland uit eurozone nadat het land in zware financiële moeilijkheden geraakt was en maandelijks moest lenen om de bestaande schulden af te betalen
groei en stabiliteitspact
begrotingspact dat de deelnemende landen verplicht om te streven naar sluitende begrotingen
maastrichtnorm
informele term voor de begrotingsdiscipline die door Maastricht wordt opgelegd aan landen die de euro willen invoeren
McDonaldisering
wereldwijde rationalisering en standaardisering v/n productie- en distributieprocessen
microkrediet
lening voor een beperkt bedrag door bepaalde instellingen toegestaan aan kleine ondernemers in het zuiden
neoliberalisme
oorspronkelijk een stroming binnen de economische wetenschap volgens dewelke de overheid slechts als bewaker v/n de concurrentie een rol hoort te spelen
nationale intrestaftrek
fiscale maatregel die vennootschappen die investeren in eigen kapitaal toelaat om bij de belastingaangifte een fictieve rente voor het eigen vermogen af te trekken
ocuppy - beweging
aanleiding v/n bankencrisis ontstane protestbeweging
PIIGS
Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje die tijdens het hoogtepunt v/n eurocrisis met ernstige begrotingsproblemen en een hoge overheidsschuld kampen