economie Flashcards

(14 cards)

1
Q

wat is een internationale handel

A

de handel tussen verschillende handel. daarbij is er een onderscheid tussen intracommunautaire handel, extracommunautaire en doorvoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

redenen om goederen aan te kopen in het buitenland (5)

A

1) De productie van de goederen in eigen land is te duur, bv. door hoge loonkosten of gebrek aan scholing.
2) De ingevoerde goederen hebben en betere kwaliteit.
3) De ingevoerde goederen ontbreken op de binnenlandse markt
4) Een land bezit onvoldoende technische kennis om bepaalde goederen te produceren
5) Een land heeft te weinig grondstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

redenen om goederen te verkopen aan het buitenland. (2)

A

1) je kunt een grotere afzet markt bereiken en dus meer winst behalen.
2) door productie op grotere school zijn er schaalvoordelen waardoor eigen producten goedkoper geproduceerd worden en dus aantrekkelijk zijn om uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in welk plaats is belgië

A

België neemt in de internationale handel een belangrijke plaats in en staat in de top 20 van de grootste uitvoerlanden. (de belangrijkste handelspartners van België zijn de buurlanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kan je opzoeken welke producten belgie voornamelijk invoert en uitvoert

A

invoert/ uitvoert- (4)
Chemische producten, transportmateriaal, machines en toestellen zijn de belangrijkste goederen.
(de ingevoerde goederen worden in België vaak enkel bewerkt of verwerkt en vervolg weer uitgevoerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doorvoer

A

goederen van over de hele wereld komen aan in de haven van Antwerpen en worden doorgevoerd naar andere landen.
(BV. bananen van Ecuador worden via de haven van Antwerpen naar Duitsland vervoerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

import/ invoer

A

de aankoop van goederen van landen buiten eu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

export/ uitvoer

A

goederen naar het buiten eu verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

intracommunautaire handel

A

handel tussen landen binnen de EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

intracommunautaire verwerving

A

een onderneming uit de EU koopt goederen aan bij een onderneming van een ander EU- land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

intracommunautaire levering

A

een onderneming uit de EU verkoopt goederen aan een onderneming van een ander EU land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

extracommunautaire handel

A

handel met landen buiten de EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verklaar de volgende zin;
Onze wegen worden te veel herleid tot een soort mobiele opslagplaats

A

de ondernemingen gebruiken het just-in-time principe. De voorraad ligt daardoor niet in het magazijn maar in de vrachtwagens die in de file staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nadelen van de doorvoer (3)

A

-langer in de file
-echtgevaarlijk voor gewone automobilisten
- veel uitlaatgassen uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly