economie begrippen Flashcards
(218 cards)
Wat is de economische kringloop?
Schematisch model dat de relaties tussen de verschillende economische actoren en de geldstromen in de economie weergeeft.
Wat is bruto toegevoerde waarde?
De economische waarde die een bedrijf, sector of economie toevoegt aan een product of dienst.
Wat is netto toegevoegde waarde?
De economische waarde die een bedrijf, sector of economie aan een product of dienst toevoegt, na aftrek van afschrijvingskosten en andere reservaten voor vervanging.
Wat zijn afschrijvingen?
De boekhoudkundige waardevermindering van een goed of dienst in een bepaalde periode.
Wat is het bruto binnenlands product (bbp)?
Een maatstaf voor de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen een land geproduceerd worden gedurende een bepaalde periode, meestal een jaar.
Wat zijn dubbeltellingen?
Twee keer meetellen van waarde van een product of dienst bij het berekenen van het bbp.
Wat is consumptie?
Verbruik van goederen.
Wat is productie?
De voortbrenging van maatschappelijke goederen, het scheppen van nuttigheid, de bevrediging van de maatschappelijke behoefte.
Wat zijn kapitaalgoederen?
Duurzame goederen die door bedrijven worden gebruikt om andere goederen en diensten te produceren.
Wat betekent investeren?
Beleggen met een productieve bestemming, aanwenden voor de voortbrenging van kapitaalgoederen.
Wat zijn economische agenten?
Persoon, bedrijf of organisatie die economische beslissingen neemt en deelneemt aan het economisch verkeer.
Wat is ppp of koopkrachtpariteit?
Fictieve wisselkoers die gecorrigeerd is voor het verschil in prijsniveau tussen twee landen.
Wat stelt de theorie van de comparatieve voordelen (Ricardo) voor?
Individuen, bedrijven of landen kunnen voordeel hebben door zich te specialiseren in de productie van goederen en diensten waarin ze relatief efficiënter zijn.
Wat is de Malthusiaanse val?
Concept dat beschrijft hoe een stijgend bevolkingsaantal kan leiden tot een daling van het inkomen per hoofd van de bevolking.
Wat zijn opportuniteitskosten?
Kosten die je indirect maakt door niet voor een profijtelijker alternatief te kiezen.
Wat is de Easterlin-paradox?
Een toename van inkomen binnen een land leidt niet noodzakelijk tot een toename in gemeten geluk of welvaart.
Wat is de beroepsbevolking?
Het aanbod van arbeid; mensen die beschikbaar zijn voor werk.
Wat is een rationele economische agent?
Economische agent die handelt vanuit rationeel denken.
Wat is maatschappelijk evenwicht?
Toestand van de samenleving waarin verschillende delen in balans zijn.
Wat is speltheorie?
Techniek om situaties met strategische interacties tussen verschillende beslissingsnemers te analyseren.
Wat is een zuivere strategie?
Strategie waarbij een speler een actie kiest die met zekerheid volgt.
Wat is een gemengde strategie?
Speler kiest de kansen waarmee de strategieën worden gekozen.
Wat is een resultatenmatrix?
Uitkomsten van het spel.
Wat is een dominante strategie?
Situatie waarbij een speler altijd een bepaalde actie kiest die de beste uitkomst oplevert.