economie h3 Flashcards

1
Q

vacature

A

een baan waarvoor iemand wordt gezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

solliciteren

A

je laat een bedrijf weten dat je een bepaalde baan graag wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arbeidsmarkt

A

Alle banen bij bedrijven en alle Mensen die werken of werk zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

scholing

A

Een opleiding of cursus voor volgen waarin je leert voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Arbeidsverdeling

A

Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voltijdbaan

A

Je werkt 36 tot 40 uur per week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

deeltijdbaan

A

je werkt minder dan 36 uur per week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werknemer

A

iemand die in dienst van een baas betaald werk doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

werkgever

A

voor iemand die 1 of meer mensen in loon dienst heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

arbeidsovereenkomst

A

Een afspraak dat een werknemer n loondienst komt werken bij een werkgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

proeftijd

A

de periode waarin de werknemer en werkgever kunnen opzeggen als het niet bevalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vaste baan

A

een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tijdelijke baan

A

werk voor een bepaalde tijd tot een afgesproken einddatum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CAO

A

Collectieve arbeidsovereenkomst hierin staan de gezamenlijke oss spraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Brutoloon

A

het loon waarop nog niets in ingehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nettoloon

A

het loon dat je ontvangt en waar de inhoudingen al vanaf gehaald zijn

17
Q

minimumloon

A

het brutoloon dat je vanaf 21 jaar minstens zou moeten verdienen in een voltijdbaan

18
Q

arbeidstijdenwet

A

wet met regels voor werk- en rusttijden

19
Q

arbowet

A

wet met de regels voor veilige en gezonde

20
Q

werkloos

A

je wit graag werken maar er is geen werk

21
Q

ontslag

A

het beëindigen van je arbeidsovereenkomst

22
Q

opzegtermijn

A

het moment waarop je ontslag neemt en krijgt en de einddatum van je baan

23
Q

UWV

A

overheidsinstelling die kijkt of je recht hebt op een ww-uitkering en je helpt met het vinden van een andere baan

24
Q

technologische ontwikkelingen

A

nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen