Eigenschappen van vlakke figuren Flashcards
(15 cards)
Hoeveel is de som van de hoeken in een driehoek?
180°
Hoeveel is de som van de hoeken in een vierhoek?
360°
Hoe groot zijn de hoeken in een gelijkzijdige driehoek?
60° (in een gelijkzijdige driehoek zijn alle hoeken even groot, dus 180° : 3 = 60°)
Een middelloodlijn in een driehoek is een rechte die …
de zijde in 2 gelijke delen verdeelt + staat loodrecht op die zijde
Een bissectrice in een driehoek is een rechte die …
de hoek in 2 gelijke delen verdeelt
Een hoogtelijn is een driehoek is een rechte die …
door een hoekpunt gaat + loodrecht op de zijde aan de overkant van dat hoekpunt
Een zwaartelijn in een driehoek is een rechte die …
gaat door een hoekpunt en verdeelt de zijde aan de overkant in 2 gelijke delen
In welke vlakke figuren zijn de overstaande zijden even lang?
parallellogram
rechthoek
ruit
vierkant
In welke vlakke figuren zijn de diagonalen even lang?
vierkant
rechthoek
In welke vlakke figuren zijn alle zijden even lang?
ruit
vierkant
In welke vlakke figuren snijden de diagonalen mekaar middendoor?
rechthoek
parallellogram
gelijkbenig trapezium
vierkant
ruit
In welke vlakke figuren staan de diagonale loodrecht op mekaar?
vierkant
ruit
In een rechthoekige driehoek is  de rechte hoek en is Ê = 35°. Hoeveel is Ô = ?
In een driehoek is de som van de hoeken = 180°
Dus: Â + Ê + Ô = 180°
90° + 35° + Ô = 180° (Â = rechte hoek = 90°)
125° + Ô = 180°
Ô = 180° - 125° = 55°
In een vierhoek is  = 50°, Î = 60° en Ê = 120°. Hoeveel bedraagt Ô = ?
In een vierhoek is de som van de hoeken altijd 360°
Dus: Â + Î + Ê + Ô = 360°
50° + 60° + 120° + Ô = 360°
230° + Ô = 360°
Ô = 360° - 230° = 130°
In welke vlakke figuren zijn de overstaande hoeken even groot?
rechthoek
parallellogram
ruit
vierkant