Embryogenese hart- en vaatstelsel Flashcards

(38 cards)

1
Q

einde 3e week

A

vorming hartbuis (pompt vanaf 4e week en is eerste functionele orgaan) en primitief vaatstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aanmaak bloedcellen

A

dooierzak, later overgenomen door placenta en AGM, daarna lever en de milt
Na 3 maanden ook in beenmerg, maand na geboorte alleen nog beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ontwikkeling bloedvatenstelsel

A

Dooierzak; extra-embryonaal mesoderm eromheen vormt bloedeilandjes; hierin worden bloed(stam)cellen en bloedvaten gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bloedeilandjes

A

groepjes gedifferentieerde mesodermcellen (hemangioblasten)
- perifieer gelegen hemangioblasten differentieren tot endotheelcellen
- centraal gelegen hemangioblasten zullen bloedcellen vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vasculogenese

A

ontstaan van bloedvaatjes via de vorming van bloedeilandjes, hieruit ontstaan endotheelblaasjes die vervolgens fuseren tot vaatjes (dit proces is vooral helemaal in het begin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

angiogenese

A

nieuwe vaten uit andere vaten: spreiding vanuit bestaande vaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vorming vat

A

Endotheelcellen worden gestimuleerd door VEGF > cel deelt > holte > verbinding met andere cellen > vaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zuurstoftekort

A

Signaalmoleculen uitgezonden > angiogenese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

VEGF

A

Delta-like 4 expressie aangezet > Notch receptoren activeren aanliggende cellen –> regularen VEGF down en daardoor is er alleen uitgroei bij de tip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mutanten zonder VEGF

A

Geen vorming van bloedeilandjes en dus geen bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderscheid in endotheelcellen tussen arterieel en veneus

A

Ephrin B2 en Eph-4
Arterien in feite eerst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prox1

A

Angioblasten vormen lymfevaten in aanwezigheid van deze transcriptiefactor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mutanten zonder Prox1

A

opgezwollen door ophoping van vocht door ontbreking van lymfevaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

belangrijkste vaten in vroege embryo

A
  • primitieve navelstreng; hechtsteel
  • arterieel systeem met dorsale aorta, verbonden met het hart via kieuwboogarterien en ventrale aorta
  • veneus systeem met vena cardinalis anterior, communis en posterior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bloedvatenstelsel rond dooierzak

A

vena vitellina en a. vitellina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

a. /v. umbilicalis

A

vormen na de geboorte ligamenten in de buikwand

17
Q

naar dooierzak

A

v./a. vitellinae –> hieruit ontstaan later de v. portae en a. mesenterica superior
- vormen uiteindelijk 1 v. mesenterica

18
Q

naar placenta

A

v./a. umbilicalis

19
Q

ductus venosus

A

ontstaat in de lever en vormt een tijdelijke verbinding tussen de v. umbilicalis en v. cava –> zuurstofrijk bloed van placenta hoeft niet door veneuze vaatbed van de lever
- vormt na geboorte lig. venosum

20
Q

uteroplacentaire circulatie

A

in de eerste 8 weken verloopt de ontwikkeling onder lage O2 concentratie
- dit komt na 9e week op gang > bloed in v. umbilicalis is relatief zuurstofrijk

21
Q

ontwikkeling hart

A

buis kromt en vormt uithollingen > linker en rechter buis naast elkaar; ingang liggen craniaal

22
Q

hartafwijkingen

A

oorsprong in verstoringen bij de transformatie van buis naar parallel systeem
- atrium- en ventrikel defecten
- persisterende truncus arteriosus

23
Q

persisterende truncus arteriosus

A

verstoorde opsplitsing: aorta en truncus pulmonalis zijn niet gescheiden, kan door verkeerde aansluiting

24
Q

ductus arteriosus

A

Deze ductus is een bloedvat dat de grote lichaamsslagader verbindt met de longslagader.
-rechter ventrikel kan zo pompfunctie trainen
- wordt na geboorte ligamentum arteriosum
- persistenterende ductus arteriosus = niet gesloten

25
foramen ovale
bloed uit rechteratrium kan meteen naar linkeratrium en vanaf daar naar linkerventrikel
26
ontstaan hartbuis
aan einde 3 week, tijdens gastrulatie in viscerale mesoderm anterior van oropharyngeale membraan voordat paraxiale en intermediaire mesoderm wordt aangelegd.
27
cardiogeen mesoderm
hart aanleg, draait 180 graden tijdens de kopplooi vorming en komt ventraal van de voordarm te liggen - embryonale pericardholte ontstaat ook gelijk; is noodzakelijk voor pompfunctie
28
lagen primaire hartbuis
- endocard (binnen) - endocardgelei, cardiac jelly (tussenin) - myocard (buitenkant)
29
veneuze pool
instroom van het hart aan caudale zijde, bloed gaat er wel craniaal uit; groeit sterk en bolt tot kromme buis --> veneuze pool komt dorsocraniaal
30
kromming en specialisatie van hartbuis
- IFT: instroomkanaal - ERA en ELA: rechter en linker embryonale atria - AVC: atrioventriculaire kanaal - ELV en ERV: linker en rechter embryonale ventrikels - OFT: uitstroomkanaal
31
atrioventriculaire kanaal
moet worden gesplitst zodat het LA aansluit op LV en rechts ook - outflow tract moet ook gesplitst woredn
32
endocard kussens
mitralis en tricuspidaliskleppen ontstaan hieruit; na fusie is het AV kanaal opgesplitst in links en rechts
33
endocard richels
groeien uit tot spiraalvormig septum --> 2 uitstroomkanalen; truncus pulmonalis en semilunaris - als dit niet goed splitst --> oneerlijke verdeling of geen opsplitising - neurale lijst probleem = problemen aan septum spirale
34
endocard kussens en endocard richels
hartskelet, AV kleppen en semilunaire kleppen
35
vorming van atrium septum
septum primum (links) groeit deels naar binnen met een gat = ostium primum - ostium secundum ontstaat in septum primum - rechts van septum primum komt septum secundum met foramen ovale (bloed van LA naar RA)
36
veranderingen na de geboorte
- foramen ovale gaat dicht door lagere druk in rechter arterie - ductus arteriosus sluit snel onder invloed van zuurstof - ductus venosus sluit 3-7 dagen na geboorte en vormt lig. venosum - v. umbilicalis wordt lig. hepatis teres - a. umbilicalis wordt lig. umbilicalis medialis
37
veranderingen na de geboorte
- foramen ovale gaat dicht door lagere druk in rechter arterie - ductus arteriosus sluit snel onder invloed van zuurstof - ductus venosus sluit 3-7 dagen na geboorte en vormt lig. venosum - v. umbilicalis wordt lig. hepatis teres - a. umbilicalis wordt lig. umbilicalis medialis
38
placentale bloedsomloop
via a. umbilicalis gaat bloed naar placenta > boompjes met vaatjes wisselen stoffen uit met moederlijk bloed > zuurstofrijk bloed via v. umbilicalis naar foetus; verdwijnt na geboorte