Embryogenese hart- en vaatstelsel Flashcards
(38 cards)
einde 3e week
vorming hartbuis (pompt vanaf 4e week en is eerste functionele orgaan) en primitief vaatstelsel
aanmaak bloedcellen
dooierzak, later overgenomen door placenta en AGM, daarna lever en de milt
Na 3 maanden ook in beenmerg, maand na geboorte alleen nog beenmerg
ontwikkeling bloedvatenstelsel
Dooierzak; extra-embryonaal mesoderm eromheen vormt bloedeilandjes; hierin worden bloed(stam)cellen en bloedvaten gevormd
bloedeilandjes
groepjes gedifferentieerde mesodermcellen (hemangioblasten)
- perifieer gelegen hemangioblasten differentieren tot endotheelcellen
- centraal gelegen hemangioblasten zullen bloedcellen vormen
vasculogenese
ontstaan van bloedvaatjes via de vorming van bloedeilandjes, hieruit ontstaan endotheelblaasjes die vervolgens fuseren tot vaatjes (dit proces is vooral helemaal in het begin)
angiogenese
nieuwe vaten uit andere vaten: spreiding vanuit bestaande vaatjes
Vorming vat
Endotheelcellen worden gestimuleerd door VEGF > cel deelt > holte > verbinding met andere cellen > vaten
Zuurstoftekort
Signaalmoleculen uitgezonden > angiogenese.
VEGF
Delta-like 4 expressie aangezet > Notch receptoren activeren aanliggende cellen –> regularen VEGF down en daardoor is er alleen uitgroei bij de tip
mutanten zonder VEGF
Geen vorming van bloedeilandjes en dus geen bloedvaten
Onderscheid in endotheelcellen tussen arterieel en veneus
Ephrin B2 en Eph-4
Arterien in feite eerst
Prox1
Angioblasten vormen lymfevaten in aanwezigheid van deze transcriptiefactor
mutanten zonder Prox1
opgezwollen door ophoping van vocht door ontbreking van lymfevaten
belangrijkste vaten in vroege embryo
- primitieve navelstreng; hechtsteel
- arterieel systeem met dorsale aorta, verbonden met het hart via kieuwboogarterien en ventrale aorta
- veneus systeem met vena cardinalis anterior, communis en posterior
bloedvatenstelsel rond dooierzak
vena vitellina en a. vitellina
a. /v. umbilicalis
vormen na de geboorte ligamenten in de buikwand
naar dooierzak
v./a. vitellinae –> hieruit ontstaan later de v. portae en a. mesenterica superior
- vormen uiteindelijk 1 v. mesenterica
naar placenta
v./a. umbilicalis
ductus venosus
ontstaat in de lever en vormt een tijdelijke verbinding tussen de v. umbilicalis en v. cava –> zuurstofrijk bloed van placenta hoeft niet door veneuze vaatbed van de lever
- vormt na geboorte lig. venosum
uteroplacentaire circulatie
in de eerste 8 weken verloopt de ontwikkeling onder lage O2 concentratie
- dit komt na 9e week op gang > bloed in v. umbilicalis is relatief zuurstofrijk
ontwikkeling hart
buis kromt en vormt uithollingen > linker en rechter buis naast elkaar; ingang liggen craniaal
hartafwijkingen
oorsprong in verstoringen bij de transformatie van buis naar parallel systeem
- atrium- en ventrikel defecten
- persisterende truncus arteriosus
persisterende truncus arteriosus
verstoorde opsplitsing: aorta en truncus pulmonalis zijn niet gescheiden, kan door verkeerde aansluiting
ductus arteriosus
Deze ductus is een bloedvat dat de grote lichaamsslagader verbindt met de longslagader.
-rechter ventrikel kan zo pompfunctie trainen
- wordt na geboorte ligamentum arteriosum
- persistenterende ductus arteriosus = niet gesloten