Endocrinologie (3) Flashcards

1
Q

Hoe reageren de HPA-as en SAM-as op chronificatie van stress?

A

De SAM-as/-reactie (adrenaline en noradrenaline) sensitiveert, de HPA-as/-reactie (Cortisol) adapteert (bij habituatoren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de formule van Glucose?

A

C6 H12 O6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke metabolieten waren aanwezig bij ontstaan van leven?

A

CO2, Water, Stikstof, Ammoniak, Zwavel, en Methaangas.

Niet: Zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er als Waterstof (H) en Helium (He) verbrandt?

A

Dan ontstaat Zuurstof (O) en Koolstof (C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke GLUT-transporter heeft geen hormoon nodig om te functioneren?

A

GLUT1 (daarom ook ‘basaal’ genoemd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke GLUT-transporter is insuline-afhankelijk?

A

GLUT4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maltose =

A

Glucose + Glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lactose =

A

Glucose + Galactose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sacharose =

A

Glucose + Fructose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke monosachariden kennen we?

A

Glucose/druivensuiker,
Fructose/fruitsuiker,
Galactose/slijmsuiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke suikers kunnen we goed opnemen in de darm en welke niet?

A

Monosachariden kunnen we goed opnemen, disachariden niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer gaan suikers gas veroorzaken?

A

Als ze niet afgebroken worden in de dunne darm en in de dikke darm komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom zien we niet voornamelijk GLUT4 aan het brein/bloed-hersen-barriere?

A

Omdat het brein te belangrijk is om afhankelijk te zijn van de Alvleesklier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is bijzonder aan GLUT5?

A

Neemt zowel Glucose als Fructose op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kan het brein vetten verbranden?

A

Nee, perifere cellen kunnen vet verbranden, centrale cellen niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke metabolieten worden door de MCT-transporter getransporteerd?

A

Lactaat en Ketonen

17
Q

Wat is de rol van Ketonen achter de bloedhersenbarriere?

A

Wordt omgezet in Energie
Reist naar Hippocampus, hypertrofie (= geheugen)

18
Q

Wat is een juiste HOMA, en wanneer geeft HOMA insulineproblematiek aan?

A

Juiste: 1 = 1 insuline voor 1 glucose

Niet meer goed: 2 = 2 insuline voor 2 glucose

19
Q

Wat is Hba1C?

A

versuikerde Hemaglobine, Hemaglobine waar suiker aan zit.

(Hba1C-waarde zegt dat de patient veel suiker in zijn/haar bloed heeft en dat al lange tijd zo is.)

20
Q

Wat veroorzaakt afname van insulinereceptoren en wat de onderdrukking van de werking van insulinereceptor aan de binnenkant van de cel?

A

Afname insulinereceptoren: slechte lifestyle/teveel koolhydraten

Onderdrukte werking aan binnenkant van de cel: immuunsysteem (TNF-a) - deze zet insulinereceptor ‘uit’ zodat er meer Glucose beschikbaar is voor immuunreactie

21
Q

Wat is de functie van Insulinereceptoren in het brein?

A

Als Insuline daar aankomt is het niet voor energieopname (brein heeft GLUT1-transporters), maar om verzadigingsgevoel ‘ik heb genoeg gegeten’ uit te lokken.

22
Q

TNF-a zorgt perifeer voor IR, en centraal voor…

A

Een verstoord verzadigingsgevoel (bij langdurig TNF-a die ook over de BHB kan worden insuline-receptoren in brein ook uitgezet, net als perifeer.)

23
Q

Wat is de belangrijkste trigger voor GLUT4

A

cAMP - verbruikt ATP via spierbeweging en vasten

24
Q

Welk enzym wordt actief bij constant aanwezig energie/ATP?

A

Als er altijd ATP is en langere tijd geen cAMP dan wordt het enzym AMPKinase actief. (‘Alsof er cAMP is’)

25
Q

Welke status heeft HIF bij lokaal hypoxie? En bij normoxie?

A

Bij lokaal hypoxie: ‘vrij’
Bij normoxie: in de Von Hippel Lindau gevangenis

26
Q

Wat is de belangrijkste taak van HIF?

A

Aanmaak van nieuw bloedvatmateriaal

27
Q

Als NSAID’s niet functioneren dan is er wel/geen sprake van een ontsteking

A

Geen ontsteking

28
Q

Wat doet een vrije radicaal?

A

Rooft een elektron weg van een molecuul. Dit is op zichzelf weer een vrije radicaal die weer elektronen gaan pikken.