Energie Flashcards

(26 cards)

1
Q

datgene wat nodig is om iets te laten veranderen (aan zichzelf en/of de omgeving, zoals een stofomzetting, vormverandering, verplaatsing …) - de hoofdeenheid van energie is joule (J)

A

de energie (E)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alles wat energie oplevert (bijvoorbeeld zon, water, wind, aardolie …)

A

de energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

energie komt in verschillende vormen voor naargelang de situatie (bijvoorbeeld thermische energie, chemische energie …)

A

de energievormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

energie die in stoffen opgeslagen zit (zoals in voedsel, batterijen, brandstoffen …)

A

de chemische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

energie in de vorm van warmte

A

de thermische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

energie van een bewegend voorwerp

A

de kinetische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

energie die vervat zit in elektriciteit

A

de elektrische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

energie die afkomstig is van een stralingsbron (zowel zichtbare als onzichtbare stralen)

A

de stralingsenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

omzetting van de ene energievorm naar de andere energievorm (bijvoorbeeld potentiële energie  kinetische energie)

A

de energieomzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

energie die een voorwerp bezit als het zich op een hoogte bevindt of onder spanning staat (zoals een ingedrukte veer of uitgetrokken elastiek)

A

de potentiële energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stelt dat de totale hoeveelheid energie steeds behouden blijft bij een energieomzetting

A

de wet van behoud van energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

brandstoffen die ontstaan zijn uit resten van biologisch materiaal uit het verre verleden zoals steenkool, aardgas en aardolie

A

de fossiele brandstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

levensstijl met als doel ervoor te zorgen dat iedereen voldoende heeft, zonder alles op te gebruiken en de volgende generatie in de problemen te brengen (PPP = planet people profit)

A

duurzaam leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een onuitputbare energiebron die eeuwig zal meegaan en geen nadelen voor het milieu achterlaat

A

duurzame energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

energiebron die uitgeput raakt en belastend is voor het milieu

A

niet-duurzame energiebron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een verzamelnaam voor alle verschillende soorten elektromagnetische straling, die als golven worden uitgezonden (zowel zichtbare als onzichtbare straling)

A

het elektromagnetisch spectrum

16
Q

straling die je met het oog kunt waarnemen

A

de zichtbare straling

17
Q

straling die je niet met het oog kunt waarnemen

A

de onzichtbare straling

18
Q

de hoeveelheid aan straling die een individu ontvangt

A

de stralingsdosis

19
Q

de tijd waarin een individu wordt blootgesteld aan een soort straling

A

de stralingsduur

20
Q

energie die wordt overgedragen van een plaats van hoge temperatuur naar een plaats van lage temperatuur (via geleiding, stroming of straling)

A

het warmtetransport

21
Q

een vorm van warmtetransport in vaste stoffen, waarbij de energie wordt doorgegeven van materiedeeltje naar materiedeeltje

22
Q

een stof die warmte goed geleidt (bijvoorbeeld metalen)

23
Q

een stof die de warmte niet goed geleidt (bijvoorbeeld glas, lucht, hout …)

24
(stroming) is een vorm van warmtetransport in vloeistoffen en gassen, waarbij de stof zich zelf verplaatst en hierbij de energie meeneemt
de convectie
25
een vorm van warmtetransport zonder tussenkomst van materiedeeltjes
de straling