energievormen + begrippen

Question 1

kinetische energie

Answer 1

energie die een lichaam bezit doordat het in beweging is

Question 2

thermische energie

Answer 2

energie die een lichaam bezit door de inwendige kinethische energie van de deeltjes

Question 3

elektrische energie

Answer 3

energie die een geladen deeltje bevat in een elektrisch veld en die vrijkomt als het deeltje zich verplaatst in het veld onder invloed van een elektrische kracht

Question 4

potentiële energie

Answer 4

energie die een lichaam bezit en die wordt veroorzaak door de toestand of positie t.o.v. andere lichamen, energie zit opgeslagen en moet nog vrijkomen

Question 5

potentiële elastische energie

Answer 5

energie die zit opgeslagen in een veer en die vrijkomt door de veerkracht

Question 6

potentiële gravitationele energie

Answer 6

energie die een lichaam bezit dat zich op een bepaalde hoogte boven het aardoppervlak bevindt. De energie in het zwaarteveld komt vrij door de zwaartekracht

Question 7

chemische energie

Answer 7

energie die zit opgeslagen in chemische bindingen tussen atomen en moleculen

Question 8

kernenergie

Answer 8

energie die vrijkomt als de samenstelling van de atoomkern wijzigt

Question 9

stralingsenergie

Answer 9

energie afkomstig van elektromagnetische straling

Question 10

arbeid

Answer 10

(=W), een kracht verricht arbeid als het een voorwerp kan verplaatsen. Er wordt een arbeid uitgevoerd als er bij een energieomzetting een verplaatsing plaatsvind, waarbij de zin van de kracht niet 90° staat op de zin van de verplaatsing. W = F.deltaX.cos

Question 11

arbeid-energietheorema

Answer 11

De totaal geleverde arbeid (Wtotaal) van een kracht op een voorwerp is even groot als de energieverandering (deltaE) bij dat voorwerp.
Wtotaal = deltaE

Question 12

vermogen

Answer 12

(=P), de energieomzetting per tijdseenheid. Grootheid die de energieomzetting of verbruikte energie (deltaE) in een bepaald tijdsverloop (delta t) weergeeft.
P = deltaE/delta t (watt (W) of J/s)