engels h2 lesson 2 en 3 Flashcards
(114 cards)
1
Q
affectionate
A
liefhebbend
2
Q
altruism
A
belangeloosheid
3
Q
angle
A
hoek
4
Q
canine
A
honden-
5
Q
cast-iron
A
gegarandeerd
6
Q
cue
A
signaal
7
Q
daring
A
durf
8
Q
draw from
A
trekken uit
9
Q
encounter
A
ontmoeting
10
Q
grief
A
verdriet
11
Q
incongruity
A
tegenstrijdigheid
12
Q
incongruous
A
onlogisch
13
Q
indulge in
A
(zich) uitleven in
14
Q
lark about
A
flauwekullen
15
Q
modify
A
wijzigen
16
Q
muck about
A
flauwekullen
17
Q
prank
A
grap, streek
18
Q
range of
A
scala aan
19
Q
rigid
A
star
20
Q
tilted
A
scheef
21
Q
uncanny
A
griezelig
22
Q
wacky
A
maf
23
Q
aanbidden
A
adore
24
Q
aangaan
A
engage in
25
bedriegen
cheat
26
begrijpen
grasp
27
beperkt tot
restricted to
28
betreffen
concern
29
boeiend
fascinating
30
de vraag oproepen
beg the question
31
elegant
graceful
32
ellende
misery
33
giechelen
giggle
34
goocheltruc
magic trick
35
hijgen
pant
36
inspanning
effort
37
kaak
jaw
38
kastanje
chestnut
39
kennis (persoon)
acquaintance
40
liefdevol
affectionate
41
mate
degree
42
nachtegaal
nightingale
43
nauwkeurig
accurate
44
onderzoeken
investigate
45
onthullen
reveal
46
pesten
bully
47
soort
species
48
stoeien
play-fight
49
tegenstander
opponent
50
ten behoeve van
for benefit
51
tot stand komen
come about
52
verheugd
delighted
53
verschijnen
emerge
54
vleermuis
bat
55
wetenschappelijk
scientific
56
woordspeling
pun
57
worstelen
wrestle
58
advantage
voordeel
59
assume
veronderstellen
60
benefit
voordeel hebben
61
chronic
voortdurend
62
consequence
gevolg
63
controversial
omstreden
64
depression
depressie
65
emphasis
nadruk
66
equality
gelijk(waardig)heid
67
ignore
negeren
68
in particular
in het bijzonder
69
in practice
in de praktijk
70
majority
meerderheid
71
manageable
hanteerbaar
72
mental
geestelijk, mentaal
73
minority
minderheid
74
provide
verschaffen
75
pursuit of
jacht op
76
raise
omhoog brengen
77
unrestrained
onbeheerst
78
af en toe
once in a while
79
basis
base
80
belang
importance
81
beledigen
offend
82
bijna nooit
hardly ever
83
dagelijks
daily
84
doeltreffend
effective
85
dom,gek
silly
86
ermee om kunnen gaan
cope with
87
geacht worden te
are intended to
88
gebrek aan
lack of
89
gedeeltelijk
partial
90
geen bezwaar hebben, best willen
don´t mind
91
gemiddeld
average
92
houding
attitude
93
invalshoek, gezichtspunt
perspective
94
krimpen
shrink
95
lang blijven stilstaan bij
dwell
96
offer
sacrifice
97
(zich) omringen met
surround
98
oproep
appeal
99
overdonderd
overwhelmed
100
overleven
survival
101
prettig
enjoyable
102
reageren op
respond to
103
regelmatig
regular
104
richtlijn
guidelines
105
schade
damage
106
solliciteren
apply for
107
spanning
tension
108
specifiek
particular
109
spontaan
spontaneous
110
uitkijken naar
look forward to
111
uitrusten met
equip with
112
verlichten
ease
113
verminderen
diminish
114
volwassenheid
adulthood