Engels Paas Examens Deel 3 Flashcards
(93 cards)
1
Q
Gelijkvloers
A
Ground floor
2
Q
Eerste verdieping
A
First floor
3
Q
Bovenste verdieping
A
Top floor
4
Q
Een keuken
A
A kitchen
5
Q
Een berging
A
A utility room
6
Q
Een badkamer
A
A bathroom
7
Q
Een living
A
A living room
8
Q
Een bad
A
A bath
9
Q
Een douch
A
A shower
10
Q
Een wasbak
A
A washbasin
11
Q
Een slaapkamer
A
A bedroom
12
Q
Een tuin
A
A garden
13
Q
Een balkon
A
A balcony
14
Q
Een muur
A
A wall
15
Q
Een huis
A
A house
16
Q
Flat
A
An apartment
17
Q
Flat
A
A flat
18
Q
Binnen
A
Inside
19
Q
Buiten
A
Outside
20
Q
Beneden
A
Downstairs
21
Q
Boven
A
Upstairs
22
Q
Een plafond
A
A ceiling
23
Q
Een voordeur
A
A frond door
24
Q
Een tweede verdieping
A
A second floor
25
Een eetkamer
A dining room
26
Een studeerkamer
A study
27
Een garage
A garage
28
Een toilet
A toilet
29
Een raam
A window
30
Een adembenemend uitzicht
A amazing view
31
Een mooi huis
A beautiful house
32
Een prachtige tuin
A lovely garden
33
Een prachtige slaapkamer
A wonderful bedroom
34
Een rommelige keuken
A messy kitchen
35
Een opgeruimd, net bureau
A tidy study
36
Een comfortabele zetel
A comfortable sofa
37
Een ruime badkamer
A good-sized bathroom
38
Een rustig inkom
A huge hall
39
Een grote woonkamer
A large living room
40
Een kleine toilet
A small toilet
41
Een moderne keuken
A modern kitchen
42
Een oude televisie
An old television
43
Een antieken kast
An antique wardrobe
44
Klassieke meubels
Traditional furniture
45
Een boekenplank
A book shelf
46
Een (eenpersoons) bed
A (single) bed
47
Een fauteuil
An armchair
48
Een nacht kastje
A bedside table
49
Een boeken kast
A bunk bed
50
Een stoel
A chair
51
Een stapelbed
A bunk bed
52
Een kapstok
A coat rack
53
Een gordijn
A curtain
54
Een vuilbak
A wast bin
55
Een poster
A poster
56
Een kleerkast
A wardrobe
57
Een laken
A sheet
58
Een deken
A blanket
59
Een kussen
A duvet
60
Een mat
A carpet
61
Een klok
A clock
62
Een computer
A computer
63
Een zetel
A couch
64
Een bureau
A desk
65
Een lamp
A lamp
66
Een tafel
A table
67
Een televisie
A television/TV
68
Een salon tafel
A coffee table
69
Een wasmachine
A watching machine
70
Boeven de deur
Above the door
71
Achter de sofa
Behind de couch
72
Tussen het bed en de bureau
Between the bed and the desk
73
In het bed
In the bed
74
Voor de televisie
In front of the television
75
Naast de voordeur
Next to the front door
76
Op een stoel
On a chair
77
Links
On the left
78
Rechts
On the right
79
Links van de slaapkamerdeur
To the left of the bedroom door
80
Rechts van de slaapkamer deur
To the right of the bedroom door
81
Onder de tafel
Under the table
82
Een zetel kussen
A cushion
83
Een kader
A frame
84
Woordenboek
A dictionary
85
Een puinhoop,zootje
A mess
86
Uitzicht
A view
87
Verkopen
To sell
88
Genieten
To enjoy
89
Je vakantie doorbrengen
To spend your holiday
90
Ontdekken
To discover
91
Buur
A neighbour
92
Oceaan
An ocean
93
Zonlicht
Sunlight
