engels toets 1 Flashcards
(48 cards)
1
Q
be called (to)
A
heten
2
Q
chat (to)
A
kletsen
3
Q
enjoy
A
genieten
4
Q
meet (to)
A
ontmoeten
5
Q
lost
A
verdwaald
6
Q
member
A
lid
7
Q
messy
A
slordig
8
Q
pleased
A
blij
9
Q
quiet
A
rustig en stil
10
Q
worried
A
bezorgd
11
Q
blond(e)
e erachter als je meisje bent
A
blond
12
Q
bright
A
fel
13
Q
call (to)
A
noemen
14
Q
fill in
A
invullen
15
Q
form
A
formulier
16
Q
grandmother
A
oma
17
Q
grandparents
A
grootouders
18
Q
hang out
A
rondhangen
19
Q
holidays
A
vakantie
20
Q
intrested
A
geïnteresseerd
21
Q
join
A
aansluiten
22
Q
practise
A
oefenen
23
Q
speak
A
spreken
24
Q
story
A
verhaal
25
yourself
jezelf
26
dining room
eetkamer
27
follow
volgen
28
floor
verdieping
29
if
als
30
return
terugkeer
31
seat
stoel
32
show around
rondleiden
33
steps
treden
34
chess
schaken
35
wij komen uit zierikzee
We're from zierikzee
36
ik heb twee zussen
i've got two sisters
37
ik ben enig kind
i'm an only child
38
ik heb kort blond haar en helderblauwe ogen
I've got short, blond hair and bright blue eyes.
39
Ik ben niet zo goed in engels
I'm not very good at tennis.
40
maar het allerleukst vind ik....
but best of all, i love...
41
ik ben gek op zwemmen
i'm very keen on swimming
42
567
five hundred and sixty-seven
43
892
eight hundred and ninety-two
44
444
four hundred and forty-four
45
34
thirty-four
46
12
twelve
47
15
fifteen
48
78
seventy-eight
