Epistemologie Flashcards

1
Q

Praktische kennis

A

Weten hoe: weten hoe je rijst kookt bv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Propositionele kennis

A

Weten dat: ik weet dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke soorten kennis bestaat propositionele kennis?

A

1: Kennis van regels/afspraken/axioma’s - waarheid van deze kennis is makkelijk te achterhalen
2: Levensbeschouwelijke kennis - waarheid niet aan te tonen, persoonlijke overtuiging of kennis
3: Toetsbare kennis - waarheid te bepalen door systematisch secuur onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Logisch positivisme

A

Kennis is een afspiegeling van de werkelijkheid. Niet alle kennis die we opdoen klopt direct. Er moet gecontroleerd, systematisch en precies waargenomen worden. De waarheid kan ontdekt worden als je je houdt aan regels van onderzoek doen. Zintuigelijke kennis van belang. Wordt getoetst door verificatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn twee claims van logisch positivisme?

A

1: Objectieve waarneming is mogelijk mits je je houdt aan regels van onderzoek doen
2: Fundament waar kennis op getoetst kan worden is aanwezig - door te kijken of je hypothese klopt of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn twee kanttekeningen bij logisch positivisme?

A

1: Waarneming is theorie geladen - brilmetafoor: worden gestuurd door voorkennis, opvoeding, motivatie etc.
2: Taal structureert en sjabloneert - zelfs al zou je objectief waarnemen, dit moet je nog verwoorden voordat het kennis is, daarmee kleur je het

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verificatie

A

Door onderzoek kun je kijken of je hypothese klopt of niet. Als je voldoende steekproef hebt waarin naar voren komt dat je hypothese klopt, is het waar (logisch positivisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Constructivisme

A

Verzamelnaam van meerdere theorieën. Kritiek op logisch positivisme.

  • Geen objectieve waarneming mogelijk: de brilmetafoor is niet sterk genoeg. Je kunt je bril af doen. Mensen zijn gevangen in hun eigen perspectief
  • (Kennis van) de werkelijkheid is fictie/consensus: kind leren zelf kritisch te kijken?
  • Lijkt zich af te zetten tegen ouderwets leren: kind staat meer centraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn vier claims bij constructivisme?

A

1: Leren is actief proces - verwerken van info en leren actief
2: Ware kennis wordt uitgevonden, niet ontdekt
3: Wat wij voor waar houden is sociale consensus - we weten niet of hetgeen wat we uitvinden waar is. Kunnen alleen zeggen: ‘de meerderheid is het er mee eens, dus dan houden we het maar voor waar’
4: Leren is effectief als het gebeurt adhv betekenisvolle, open en uitdagende problemen - probleemgestuurd onderwijs bv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn twee kanttekeningen bij constructivisme?

A

1: Claims zijn niet altijd waar en in sommige gevallen niet waar
2: Constructivisme biedt ons weinig nieuws

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

‘Constructivism examined’ Fox - wat zegt Fox over constructivisme?

A

Kijkt naar: hoe waar zijn de claims van constructivisme? En hoe nieuw of afwijkend zijn de claims van het constructivisme? Conclusie: claims van constructivisme zijn te stellig. Het is niet altijd, en niet in alle gevallen waar. Sommige claims zijn wel waar, maar wijken niet af van wat andere stromingen beweren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Realisme (Popper)

A

Kennis is een constructie. Waarneming wordt gestuurd door onze interpretatie, achtergrond, voorkennis (we hebben dus een bril op). Kennis die we opdoen is niet objectief.

  • Als je wetenschappelijke methode volgt kom je een heel eind, maar je zult nooit volledig slagen. Je doet namelijk een steekproef, dus beperkt aantal waarnemingen
  • We kunnen nooit helemaal zeker weten of iets waar is, maar met onderzoek kunnen we wel achterhalen wat niet waar is (Popper = realist)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Inductieprobleem

A

Van losse waarnemingen kun je nooit een objectief ware theorie formuleren. Als er maar vaak genoeg iets gebeurt, gaan we er van uit dat iets altijd zo zal zijn. Popper zegt dat je niet mag generaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Falsificatie

A

De werkelijkheid laat zich niet kennen. In de wetenschap kom je achter dingen die niet waar zijn, je stelt je theorie telkens bij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Justified True Belief

A

Kennis houden we voor voorlopig waar als die nog niet weerlegd is. Altijd kennis kritisch blijven toetsen. Op het moment dat een theorie de ‘toets der kritiek’ heeft doorstaan, die keer op keer in verschillende contexten is getoetst, is het voorlopig waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar gaat het artikel van Slavin over en onder welke stroming van de epistemologie zou je het artikel kunnen plaatsen?

A

Praktijk moet kiezen voor interventies die bewezen effectief zijn. Onderzoek voer je uit om na te gaan of de interventie effect heeft op hetgeen wat je wilt verbeteren. Interventies die niet werken is zonde van de tijd, geld en ontwikkeling van kind.
? - Logisch positivisme omdat hij er van uit gaat dat evidence-based onderzoek de pedagogische praktijk verbetert. Je kunt dus zeker weten of iets werkt of niet. Zoekt naar bewezen effectieve interventies. Onderzoek uitvoeren om na te gaan of iets effect heeft. Verificatie: als interventie bewezen is, dan is het goed voor de praktijk

17
Q

Waar gaat het artikel van Biesta over en welke stroming uit epistemologie zou je eraan kunnen koppelen?

A

Wat vinden we belangrijk in de praktijk? Professionals moeten zich niet blind staren op wat uit onderzoek effectief is gebleken. Kwestie van trial and error.
? - Realisme van Popper: Biesta is juist kritischer en zegt dat je wel wetenschappelijke resultaten kunt hebben, maar dat wil niet zeggen dat je dat ook moet doen en dat dat juist is om te handelen. Je weet niet wat werkt, je weet alleen wat gewerkt heeft. “Research can tell us what worked, but cannot tell us what works”. Falsificatie omdat professionals zich niet blind moeten staren op bewezen onderzoek: je komt telkens achter dingen die niet waar zijn). Justified True Belief omdat professionals in de wetenschap kennis voor voorlopig waar houden, dit hoeft dus nog niet te betekenen dat een interventie echt werkt; het kan nog ontkracht worden.

18
Q

Rationalisme (Descartes)

A

Wiskunde als basis voor menselijke kennis. Gebruik van menselijk verstand kan enkel tot zinnige kennis leiden.

19
Q

Empirisme (Locke en Hume)

A

Waarneming is een bron van kennis. Kennis komt dus voort uit ervaring. Tabula rasa.

20
Q

Enkelvoudige ideeën

A

Valt onder empirisme. Worden rechtstreeks door verschijnsel zelf veroorzaakt. Kan niet onjuist zijn, bv dat iets rood of rond is

21
Q

Complexe ideeën

A

Valt onder empirisme. Samengestelde enkelvoudige ideeën, kunnen fouten ontstaan. Vergissingen komen dus niet voort uit onbetrouwbare zintuigen, maar een onbetrouwbare geest

22
Q

Kant’s kentheorie

A

Probeert rationalisme en empirisme samen te brengen, door zich af te vragen of kennis voorafgaand ervaring mogelijk is

23
Q

A priori kennis

A posteriori kennis

A

Priori: kennis onafhankelijk van de ervaring
Posteriori: kennis wat we door zintuigen kunnen vaststellen

24
Q

Analytische uitspraak

A

Er wordt info gegeven die al besloten ligt in de definitie (begripsanalyse; een vrijgezel is een ongetrouwde man). Analytische uitspraken zijn uitspraken waarbij de betekenis in de inhoud van wat je beschrijft zit. Dus bijvoorbeeld ‘een bal is rond’. Een bal is altijd rond, dit kan je weten zonder zintuiglijke waarneming (volgens logisch positivisten).

En volgens het logisch positivisme is hier een duidelijk scheiding tussen, maar volgens het constructivisme niet.

25
Q

Synthetische uitspraak

A

Er wordt een uitspraak gedaan over iets buiten de definitie (info over de werkelijkheid; een vrijgezel leeft korter). Synthetische uitspraken hangen af van de werkelijkheid, hier heb je zintuigelijke waarneming voor nodig. Bijvoorbeeld ‘op de stoep staat een man’. Zo’n uitspraak kan je niet zonder zintuigelijke waarneming weten.

En volgens het logisch positivisme is hier een duidelijk scheiding tussen, maar volgens het constructivisme niet.

26
Q

Is synthetische a priori kennis mogelijk volgens empiristen?

A

Nee, omdat alle kennis voorkomt uit ervaring en dus niet vooraf kan worden opgesteld.

27
Q

Is analytische a priori kennis mogelijk volgens empiristen?

A

Ja, omdat dit enkel begripsanalyse vereist. Logische uitspraken zijn analytisch van aard.

28
Q

Fundamentalisme

A

Stroming waarbij ervan uitgegaan wordt dat kennis een fundament heeft.

29
Q

Holisme/coherentisme

A

Kennis is een spinnenweb, waarbij sommige aspecten belangrijker zijn dan andere, maar allen onmisbaar

30
Q

Therapeutische filosofie

A

Kijkt naar de manier waarop we taal gebruiken

31
Q

Naturalistische epistemologie

A

Onmogelijk om eerst een afgeronde filosofische theorie te ontwikkelen, die vervolgens als fundament zien

32
Q

Waar gaat het artikel van Slavin over?

A

Er is weinig goed onderzoek, hierdoor wordt onderzoek niet gefinancierd en komt er ook geen goed onderzoek.

32
Q

Waar gaat het artikel van Slavin over?

A

Er is weinig goed onderzoek, hierdoor wordt onderzoek niet gefinancierd en komt er ook geen goed onderzoek.

33
Q

Waar gaat het artikel van Biesta over?

A

Past een op onderzoek gebaseerde manier van werken binnen het onderwijs? Kijken naar geneeskunde. Is de op-bewijs gebaseerde manier van werken geschikt voor het onderwijs?

34
Q

Biesta zegt dat het op-bewijs gebaseerde werken in de geneeskunde werkt, maar dat dit niet past bij het onderwijs. Waarom niet (2 redenen)

A

1: Causaliteit - in geneeskunde is het causaal. Iemand is ziek en die probeer je beter te maken. Een student in onderwijs is niet ziek. In onderwijs heeft iets alleen effect als student het onderwijs interpreteert en probeert te begrijpen wat wordt onderwezen. Proces van symbolische interactie en geen fysieke interactie.
2: Assumptie professionele actie - er moet gekeken worden of iets überhaupt praktisch haalbaar en gewenst is. Ook bepalen hoe gewenst iets is en wat effecten zijn van onze acties.