erfelijkheidsleer Flashcards

(13 cards)

1
Q

Wat is erfelijkheidsleer of genetica?

A

De studie die zich toelegt op de mechanismen waarmee erfelijke kenmerken ontstaan en doorgegeven worden van generatie op generatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn monohybride kruisingen?

A

We spreken van monohybride kruisingen wanneer 2 erwtenvariëteiten slechts 1 kenmerk verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het fenotype?

A

het bestudeerde kenmerk (zoals kleur, vorm, lengte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het reciprociteitsprincipe?

A

Het feit dat geslachten van gekruiste planten gewisseld kunnen worden zonder dat ze het resultaat beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn allelen?

A

De verschillende vormen waarin genen voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarover had Mendel het wanneer hij het over erffactoren had?

A

Hij had het over de genen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent het als men zegt dat gameten haploïd zijn?

A

Het betekent dat ze slechts de helft van het oorspronkelijk aantal chromosomen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het genotype?

A

De combinatie van allelen die het uiterlijk kenmerk bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 2 wetten van Mendel?

A
  • de uniformiteitswet
  • de splitsingswet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de uniformiteitswet?

A

Bij de kruising van 2 homozygote individuen zijn alle F1-nakomelingen identiek aan elkaar, ze zijn uniform.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de splitsingswet?

A

Bij kruising van F1-nakomelingen, die afkomstig zijn uit 2 homozygote ouders, worden F2-nakomelingen bekomen met verschillende fenotypes. De verhouding dominant/recessief is 3/1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een modificatie?

A

Een verandering in het fenotype ten gevolge van omgevingsfactoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreekt men van een mutatie?

A

wanneer er veranderingen optreden in het erfelijk materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly