Eten om te groeien Flashcards by Anne Portwich

Q

Wat heeft je lichaam nodig?

A

voedingsstoffen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Noem drie voedingsstoffen

A

brandstoffen, bouwstoffen en vitamines

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Noem drie brandstoffen

A

vet, zetmeel en suiker

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Brandstoffen zorgen ervoor?

A

? dat je je kunt bewegen en dat je warm blijft.

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Dit is een bouwstof

A

eiwit

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Door bouwstoffen ?

A

? groei je

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Vitamines zorgen ervoor ?

A

? dat je gezond blijft.

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Vezels zorgen ervoor ?

A

? dat je lichaam voedsel goed opneemt.

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Dit is belangrijk voor je gezondheid

A

variatie

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Kies elke dag ..

A

? iets uit elk vak van de Schijf van Vijf

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Dit gebeurt als je meer eet dan je nodig hebt

A

Dan krijg je overgewicht.

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Dit gebeurt als je te weinig beweegt.

A

Dan krijg je overgewicht.

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Vogels hebben verschillende ?

A

snavels

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Een roofvogel heeft een ?

A

scherpe kromme snavel om muizen en vogels te pakken

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Hier vindt je de resten van vogels en muizen.

A

in een braakbal

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

Een zaadeter heeft een?

Study These Flashcards

A

dikke snavel om zaden te kraken

Q

Een insecten eter heeft een?

Study These Flashcards

A

spitse snavel om insecten op te pikken

Q

Om vissen en kikkers te vangen?

Study These Flashcards

A

? heb je een lange snavel en lange poten nodig

Q

Verschillende graansoorten

Study These Flashcards

A

tarwe, rijst, rogge, gerst, mais, haver

Q

een graanplant heeft?

Study These Flashcards

A

een halm met een aar

Q

de stengel heeft

Study These Flashcards

A

knopen voor stevigheid

Q

rond een graankorrel zitten

Study These Flashcards

A

een zemel en een kafje

Q

van graankorrels wordt?

Study These Flashcards

A

meel gemaakt

Q

Hierdoor kun je bewegen en blijf je warm

Study These Flashcards

A

brandstoffen

Vet, zetmeel en suiker zijn

brandstoffen

Je lichaam neemt voedsel beter op als je

voldoende vezels eet