Ethiek Flashcards
(30 cards)
Moraal
Opvatting wat goed of slecht is (volgends groep of maatschappij)
Moreel dilemma
Ethisch probleem, meerdere oplossingen mogelijk, niet duidelijk wat beste oplossing is
Ethiek
Bestudering van moraal
Waarden
Zaken waarvan we goedvinden dat ze bestaan, die we nastreven of belangrijk vinden (bijv: geluk, schoonheid)
Normen
Gedragsregels die ons vertellen wat we moeten doen (‘je mag niet liegen’)
Instrumentele waarde
Middel om iets te bereiken
Intrinsieke waarde
Is waardevol als doel op zich
Hedonisme
Epicurus: Het enige wat intrinsiek waardevol is is je eigen geluk
Geluk
(Hèdonè) de aanwezigheid van genot de afwezigheid van pijn
Twee manieren om genot te bereiken
Meer krijgen en minder verlangen
ataraxia
Ingetogen genieten van simpele dingen -> gemoedsrust = ataraxia
Greatest happiness principle
We moeten streven naar een wereld met zo veel mogelijk genot
Hedonistische calculus
Om te bepalen wat een goede keuze is, moeten we uitrekenen wat het meeste geluk voor het groots aantal mensen oplevert.
Bentham
Er bestaat slecht 1 vorm van genot en hoe meer daarvan hoe beter.
Mill
Verschillende soorten genot, niet alleen naar kwantiteit maar ook naar kwaliteit kijken
Vrijheid en autonomie
het volgen van plichten/wetten die jij zelf (autonoom, met de rede) bepaalt.
Heteronomie
Laten leiden door wetten die gevormd worden door zaken die je moet voortkomen uit de rede, zoals een neiging (naar genot/medelijden)
Formuleren 1, categorisch imperatief
Behandel andere mensen nooit slechts als middel, maar altijd als doel op zich
Formulering 2, categorisch imperatief
Handel allen volgens die Maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat het een algemene wet wordt.
karakter
Hoe word ik een goed mens?
Teleologie
Dingen, ook mensen, hebben een doe (telos)
Eudaimonia
Gelukt zijn, floreren als mens
Deugd
Goede karaktereigenschap, juiste midden tussen twee extremen van tekort en teveel.
Niet-vastgesteld dier
De mens heeft geen vastgesteld doel in het leven